Hypotheek bij bv niet altijd gunstig

Wil je een woning kopen als ondernemer met een eigen bv en denk je eraan het geld hiervoor te lenen bij je eigen bv? Lees dan eerst dit artikel. Het kan namelijk voordeliger zijn, maar je kunt de bv – en daarmee jezelf als aandeelhouder – mogelijk ook tekort doen.
Hulp nodig of een vraag over je opties? Neem gratis en vrijblijvend contact op met een van onze adviseurs.
Wat betekent lenen bij de bv voor jou privé?
Als directeur-grootaandeelhouder (dga) van een eigen bv kun je geld lenen van je bv. Ook voor privézaken, zoals een hypotheek voor een nieuwe woning. Wanneer je bij je bv leent, moet dit tegen zakelijke voorwaarden. Dit betekent dat je een zakelijke marktrente voor de lening moet betalen. Je mag niet zomaar een rente kiezen.
Lening in box 1
Lening in box 3
Er is wel verschil voor je bv
Vanuit je bv gezien maakt het wel uit of je als ondernemer bij de bv of bank leent. De bv kan het geld namelijk maar één keer inzetten: het kan aan jou uitgeleend worden, of het kan op een andere manier rendement behalen.
De vraag is: kan de bv op een andere manier tegen een acceptabel risico een hoger rendement halen dan de rente op een lening aan jou? In dat geval is het voor de bv – en dus voor jezelf – niet voordelig het geld aan jou uit te lenen. Dat geldt zowel voor een lening privé in box 1 als box 3.
Lukt het de bv niet om een hoger rendement te halen tegen een acceptabel risico? Dan is het voor de bv voordeliger om het geld aan jou privé uit te lenen.
Welke rente is voordeliger?
Veel dga’s hebben als argument om bij de bv te lenen dat ze tegen een lagere rente kunnen lenen dan bij de bank. Alleen een aandachtspunt is dat de Belastingdienst eist dat je tegen zakelijke voorwaarden van je bv leent. Dus levert het wel echt voordeel op? We rekenden het voor je uit.
Belastingberekening lening in box 1
Privé is de rente die je aan de bv betaalt over een eigenwoningschuld in box 1 aftrekbaar. Dit kan een fiscale besparing opleveren van maximaal ongeveer 37,5% in 2025. Ook als de top van je inkomen wordt belast in de hoogste tariefschijf van 49,5%.
De belasting die je in totaal betaalt per euro aan rente die door de bv stroomt, is in veel gevallen ongeveer 38,8% in 2025. Eerst 19% vennootschapsbelasting tot € 200.000 winst, daarboven is dat 25,8%. En daarna nog 24,5% (boven € 67.804 per persoon is ddat 31%) inkomstenbelasting in box 2 over de resterende 81%.
De totale belasting die je uiteindelijk betaalt (ongeveer 38,8%), is bijna gelijk aan het belastingvoordeel van de hypotheekrenteaftrek (ongeveer 37,5%). De hoogte van het rentepercentage op de lening maakt dus nauwelijks uit. De belasting over de rente levert zelfs jaarlijks een fiscaal nadeel op.
Belastingberekening lening in box 3
Het belastingtarief in box 3 bedraagt 36% in 2025. De bedoeling is dat vanaf 2028 de belasting wordt berekend over het werkelijke rendement. Dan geldt dat 36% belasting over de betaalde rente, ook 36% fiscaal voordeel oplevert. Dat ligt nog steeds dicht in de buurt van de totale belastingdruk op de rente die door de bv stroomt (ongeveer 38,8%).
Tot invoering van het nieuw box 3-stelsel geldt in principe een duaal stelsel in box 3. Je mag zelf kiezen welke van de twee heffingsmethoden je kiest. Deze is voor je hele box 3-vermogen, dus niet alleen de schuld. Je betaalt alleen belasting als je vermogen in box 3 groter is dan het ‘heffingsvrij vermogen’ van € 57.684 per persoon (fiscaal partners samen € 115.368) in 2025.
Optie 1. Forfaitair rendement
Belastingheffing over een forfaitair (voor iedereen gelijk) rendementspercentages over de waarde van je vermogen op 1 januari (peildatum). Het vermogen in box 3 is onderverdeeld in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Elke categorie heeft een apart rendementspercentage.
Het rendementspercentage voor schulden wordt - net als voor banktegoeden – elk jaar achteraf vastgesteld. Voor 2025 is het percentage voor schulden voorlopig 2,62%. De werkelijke rente die je over de schuld betaalt, is hier dus niet aan gekoppeld. In dat geval is een lagere rente vanuit privé oogpunt dus wél voordeliger dan een hogere rente.
Optie 2. Werkelijke rendement
Belastingheffing op basis van het werkelijke rendement. Als je in werkelijkheid een lager rendement haalt in box 3 dan het forfaitaire systeem kun je gebruikmaken van deze nieuwe optie. Deze is door de Hoge Raad in uitspraken van 6 juni 2024 en later gedefinieerd.
In dit geval is de betaalde rente aftrekbaar tegen 36%, wat dicht in de buurt ligt van de totale belastingdruk op de rente aan de kant van de bv (ongeveer 38,8%).
Houd ook rekening met de liquiditeitspositie van de bv
Geld dat de bv aan jou privé uitleent, kan een mooie ‘belegging’ zijn. Tegelijkertijd verkleint het wel de liquiditeitspositie van de bv. Ben je nog volop actief als ondernemer? Dan gebruik je deze middelen misschien liever voor noodzakelijke investeringen. Of versterking van het werkkapitaal.
Ook als je al wat dichter tegen het einde van je ondernemerschap zit, kan de liquiditeitspositie van de bv een aandachtspunt zijn. Heeft de bv bijvoorbeeld een fiscale oudedagsreserve op de balans staan die binnenkort over moet gaan tot het doen van uitkeringen? Dan moeten er daarvoor wel voldoende liquiditeiten in de bv aanwezig zijn. Het is niet handig als het vermogen dan in een langlopende lening zit, zoals een hypotheek waarop geen aflossingen zijn.
Tot slot
Wat in jouw situatie de slimste keuze is, is een kwestie van maatwerk. Het is verstandig dit met je accountant en/of fiscalist af te stemmen. Ook als bank denken we graag met je mee. Maak gerust een gratis en vrijblijvende afspraak met een van onze adviseurs Ondernemer in privé.