Contant geld opnemen en storten kost in een aantal gevallen geld. Neemt u bijvoorbeeld meer dan € 17.500 per jaar contant geld op? Dan betaalt u hiervoor extra kosten.
Bekijk alle tarieven voor het opnemen en storten van contant geld in binnen- en buitenland.
Per 1 januari 2022 is de grens voor het kosteloos opnemen van contant geld (biljetten en munten) gewijzigd van € 12.000 naar € 17.500 per jaar. Hierdoor kunt u zonder kosten meer geld opnemen. De drempel van € 17.500 geldt per rekeninghouder, dus niet per betaalpas of betaalrekening. Als u meerdere rekeningen heeft, worden de opnames van al uw rekeningen bij elkaar opgeteld. Hierbij tellen opnames van gezamenlijke rekeningen voor een gelijk deel mee. De drempel van € 17.500 geldt voor alle geldopnames van munten en biljetten (inclusief vreemde valuta) in binnen- en buitenland. Bij opnames in vreemde valuta, wordt de tegenwaarde (in euro’s) opgeteld. Als u meer dan € 17.500 per jaar contant opneemt wordt daar een tarief over berekend van € 5 per transactie plus 0,5% over het opgenomen bedrag. Voor studenten en jongeren gelden andere drempels. Bekijk de rekenvoorbeelden onderaan deze pagina.
De ingangsdatum van de nieuwe drempelwaarde is 1 januari 2022, maar het toepassen van de grens van € 17.500 is ingegaan op 1 april 2022. Dat betekent dat als u al getarifeerd bent in de maanden januari, februari of maart 2022 u het teveel betaalde kosten teruggestort krijgt op uw rekening. Dit gaat dan alleen om dat gedeelte dat tussen de € 12.000 en € 17.500 zit. De teveel betaalde kosten ontvangt u rond de 3e week mei terug.
In onderstaande tabellen geeft de tariefklasse de verhouding weer tussen de hoogte van het bedrag dat is opgenomen of gestort en de extra kosten die in rekening worden gebracht.