Je lijfrente komt vrij: dit kun je ermee doen

Het geld van je lijfrente komt bijna vrij. Je moet dan binnen een bepaalde periode beslissen wat je ermee wilt doen. We zetten de algemene mogelijkheden voor je op een rij.
Beslis op tijd, anders riskeer je een boete
Het geld uit je lijfrente heet ook wel lijfrentegeld of lijfrentekapitaal. Het is belangrijk dat je op tijd beslist wat je hiermee wilt doen. Dit kan tot uiterlijk 31 december van het eerstvolgende jaar nadat je geld is vrijgekomen.
Voorbeeld: je lijfrentegeld komt vrij op 1 juni 2025. Dan kun je tot en met 31 december 2026 beslissen wat je ermee doet.
Als de lijfrente vrijkomt door overlijden
Krijg je het lijfrentegeld van een naaste uitgekeerd? Dan heb je 1 jaar extra bedenktijd.
Voorbeeld: het lijfrentegeld komt vrij op 1 juni 2025. Dan loopt je bedenktijd tot en met 31 december 2027.
Als je te laat beslist
Is de bedenktijd voorbij en heb je nog niets besloten? Dan heeft dat verschillende gevolgen:
- Je moet in 1 keer belasting betalen over het vrijgekomen geld. Dat doe je in box 1 van je belastingaangifte.
- Je krijgt vaak een boete van de Belastingdienst. De hoogte van de boete is maximaal 20% van het opgebouwde geld.
- Je krijgt meestal geen rente over het opgebouwde geld.
Het is dus slim om op tijd te besluiten wat je gaat doen met het opgebouwde geld.
Check onder welk regime je lijfrente valt
Wat je met de opgebouwde lijfrente kunt doen, hangt af van de periode waarin de polis is afgesloten. Simpel gezegd spreken we van 2 periodes: een oud regime en een nieuw regime.
Oud regime of nieuw regime?
In deze gevallen heb je een oud regime lijfrente:
- De lijfrenteverzekering is afgesloten vóór 16 oktober 1990 met maandelijkse premies.
- De lijfrenteverzekering is afgesloten vóór 1992 met een eenmalige storting.
Valt je lijfrente hier niet onder? Dan heb je een nieuw regime lijfrente.
Mogelijkheden van oud regime lijfrente
Met een oud regime lijfrente heb je 4 opties:
- polis verlengen
- lijfrente uitkeren
- lijfrente schenken aan een ander
- een combinatie van deze 3 opties
Elke keuze heeft verschillende fiscale gevolgen. Laat je goed informeren door jouw specialisten. Zoals je boekhouder en je belastingadviseur.
Polis verlengen
Vaak kun je jouw bestaande polis verlengen. Bijvoorbeeld tot je kind of kleinkind gaat studeren. Heb je een lijfrente bij een verzekeraar? Dan mag je de polis meestal uitstellen tot je 75e.
Bij een verzekeraar blijven de voorwaarden van het oude regime gelden. Dat is niet zo als je een lijfrente bij de bank hebt.
Lijfrente uitkeren
Je kunt de lijfrente op 4 manieren laten uitkeren:
- Lijfrente uitkeren in 1 keer.
- Lijfrente in delen uitkeren aan jezelf. Dit kan met het hele bedrag, of een deel ervan.
- Lijfrente in delen uitkeren aan een naaste.
- Lijfrente schenken. Bijvoorbeeld aan je kind of meerderjarige kleinkind.
Wil je de lijfrente in delen laten uitkeren? Dan kun je kiezen tussen tijdelijke en levenslange uitkeringen.
Lijfrente schenken
Is je lijfrente nog niet vrijgekomen? Dan kun je de polis schenken aan een ander.
De ontvanger betaalt uiteindelijk schenkbelasting over de polis. Dit geldt voor 70% van de waarde van de polis. Over de uitkeringen die overblijven, betaalt de ontvanger belasting in box 1.
Mogelijkheden van nieuw regime lijfrente
Polis afgesloten vóór 2006
Heb je een nieuw regime lijfrente van vóór 2006? Dan mag je de opgebouwde lijfrente alleen aan jezelf laten uitkeren. Dit kan op 3 manieren:
- Oudedagslijfrente: je lijfrente wordt uitgekeerd tot je overlijdt.
- Tijdelijke oudedagslijfrente: je lijfrente wordt in minimaal 5 jaar uitgekeerd. Dit gebeurt vanaf je AOW-leeftijd of in de 5 jaar daarna.
- Overbruggingslijfrente: je lijfrente wordt tijdelijk uitgekeerd. Dit gebeurt vanaf het moment dat je stopt met werken tot het begin van je pensioen of je AOW-uitkering. Of tot je 65 jaar bent.
Is het geld uit je lijfrente minder dan € 5.429? Dan mag je het bedrag in 1 keer laten uitkeren zonder boete. Hierover betaal je wel inkomstenbelasting in box 1.
Polis afgesloten in 2006 of later
Heb je een lijfrente van na 2006? Dan is een overbruggingslijfrente niet mogelijk. Ook kun je de waarde van de polis niet in 1 keer laten uitkeren zonder boete.
Wel kun je het opgebouwde geld goed combineren met een vervroegd pensioen. Zo heb je een prettiger inkomen.
Lijfrente uitkeren
Heb je lijfrente opgebouwd bij een verzekeraar, dan heb je een lijfrenteverzekering. Bouw je lijfrente op bij een bank, dan heb je een lijfrenterekening.
Er zijn belangrijke verschillen tussen een lijfrenteverzekering en een lijfrenterekening:
Lijfrente bij verzekeraar
- De uitkeringen stoppen wanneer je overlijdt. Als er nog lijfrente over is, dan keert de verzekeraar het overgebleven geld niet uit aan je erfgenamen. Of aan je legatarissen.
- De verzekeraar kan je opgebouwde geld in delen blijven uitkeren tot aan het einde van je leven. Ook als je heel oud wordt.
- Op de polis staat wie het opgebouwde geld krijgt als je overlijdt vóórdat het lijfrentekapitaal vrijkomt.
- Om te zorgen dat het opgebouwde geld binnen je familie blijft, kun je kiezen voor een contraverzekering. Of de lijfrente afsluiten op 2 levens. Bijvoorbeeld op jouw leven en dat van je partner.
- Het regime van je lijfrente blijft hetzelfde.
Lijfrente bij bank
- De uitkeringen stoppen op een vooraf afgesproken datum. Als je heel oud wordt, krijg je dus geen uitkeringen meer.
- Als je overlijdt maar er nog lijfrente over is, dan keert de bank het overgebleven geld uit aan je erfgenamen. Of aan de legatarissen.
- Meestal wordt het regime van je lijfrente veranderd naar een nieuw regime. Informeer bij je bank of dit voor jou geldt.
Hulp nodig?
Bespreek je mogelijkheden met onze adviseurs. We kijken graag met je mee en geven persoonlijke tips.