Javascript is required

Pensioen aanvullen met lijfrente: wat kun je zelf doen?

Je wilt een goede oudedag, met een bijpassend financieel plaatje. De overheid regelt de AOW voor jou, maar jij organiseert zelf de rest van je pensioenopbouw. Of via je werkgever. In deze blog bespreken we hoe je met een lijfrente je pensioen kunt aanvullen.

De 3 pensioenpijlers

Het is belangrijk te weten dat het Nederlandse pensioenstelsel drie pijlers heeft: AOW, pensioenopbouw via je werkgever en lijfrente bij een verzekeraar of bank. Die 3 pijlers vormen de basis voor je oudedagsvoorziening. Bepaal of de 3 pijlers voldoende zijn door je vermogen en uitgavenpatroon mee te nemen. Afhankelijk daarvan kun je meer actie ondernemen op de 3 pijlers. Hieronder bespreken we de lijfrente; hiermee kun je je 3e pijler verstevigen.

Wat is een lijfrente?

Met een lijfrente kun je aan extra inkomen voor later werken. Een lijfrente kent een opbouw- en een uitkeerfase. Tijdens de opbouwfase stort je bedragen op je bankspaarrekening. Daar kun je sparen of beleggen. Je betaalt ook premies aan een verzekeraar. In de uitkeerfase ontvang je uitkeringen.

Pensioensparen met belastingvoordeel

De Wet Inkomstenbelasting bepaalt dat wanneer de opbouw van het lijfrente-kapitaal aan bepaalde voorwaarden voldoet, je de stortingen of betaalde premies in box 1 mag aftrekken. De belastingdienst belast de opgebouwde waarde van de lijfrente niet in box 3. De uitkeringen die je tegen die tijd krijgt, vormen wel belastbaar inkomen in box 1.

Strenge voorwaarden bepalen de maximaal aftrekbare bedragen, en ook de duur en hoogte van de uitkering. Welke dat zijn, lees je in de volgende alinea's.

Hoeveel lijfrentekapitaal kun je opbouwen?

Hoeveel de lijfrente bijdraagt aan je pensioen hangt af van enkele factoren:

  • De hoogte van de aftrekbare bedragen
  • Het rendement op de opgebouwde waarde
  • De uitkeringsduur

1. De hoogte van de lijfrentepremies

Op 1 juli 2023 is de nieuwe pensioenwet ingegaan. Een belangrijk doel van de wet is gelijke opbouwruimte voor lijfrente en pensioen creëren. Werknemers en ondernemers krijgen dezelfde ruimte om oudedagsvoorzieningen op te bouwen. Om dat te bereiken, zijn de regels voor lijfrente ingrijpend aangepast.

  • Jaarruimte: Je mag nu maximaal 30% van de premiegrondslag fiscaal aftrekken voor lijfrente (met een maximum van € 36.077). De premiegrondslag is kort gezegd je inkomen verminderd met het deel waarover later AOW wordt ontvangen.
  • Reserveringsruimte: als je je jaarruimte niet helemaal gebruikt, kun je deze later inhalen. De niet-gebruikte aftrek komt overeen met jaarruimtes van de afgelopen 10 jaar, tot € 41.608.
  • Extra opbouwjaren: je stort fiscaal aftrekbare premiebedragen tot maximaal 5 jaar na de AOW-leeftijd.
  • Bedragen voor lijfrente kunnen alleen afgetrokken worden als sprake is van een pensioentekort.

2. Het rendement over de opgebouwde waarde

De jaarruimte en reserveringsruimte samen zijn bepalend voor de fiscaal maximaal aftrekbare bedragen. Bij zowel de verzekeraar als de bank vormen de gestorte bedragen of betaalde premies samen met het rendement minus de kosten het kapitaal. Dit kapitaal komt beschikbaar op de ingangsdatum van je lijfrente-uitkeringen. Het rendement op de opgebouwde waarde en de kosten verschillen per lijfrente en aanbieder. Bekijk de actuele tarieven en kosten van ABN AMRO. 

3. De periode van lijfrente-uitkeringen

De hoogte van de uitkeringen hangt af van de inleg, het rendement en de uitkeringsperiode. De keuze tussen uitkeren in 5 jaar of levenslang beïnvloedt de hoogte van je uitkering. Maar je bent niet geheel vrij om die periode zelf te bepalen. Er gelden namelijk wettelijk kaders. Wij lichten de belangrijkste toe.

  1. Voor een lijfrente-uitkering bij een professionele verzekeraar:
    Je sluit bij een verzekeraar een lijfrente af die maximaal 5 jaar na je AOW begint en eindigt bij je overlijden (‘oudedagslijfrente’). Het veronderstelde aantal uitkeerjaren zal de hoogte van de uitkering drukken. Maar een ‘tijdelijke oudedagslijfrente’ kan ook. Dit is een lijfrente die minimaal 5 jaar uitkeert. Het begint bij aanvang van je AOW en uiterlijk 5 jaar daarna. De uitkeringen bedragen niet meer dan € 26.463 per jaar (cijfers: 2024).
  2. Voor een lijfrente bij een bank of een beleggingsinstelling:
    Je kunt het tegoed door een bank of beleggingsinstelling laten uitkeren Je zet het tegoed op deze rekening om in periodieke uitkeringen. Deze starten uiterlijk 5 jaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt. Je moet de periodieke uitkeringen ontvangen tot je minstens 20 jaar ouder bent dan je AOW-leeftijd. Begin je de uitkering voor je AOW, dan telt men het aantal jaren tot je AOW bij de periode van 20 jaar op. Ook hier is er de mogelijkheid voor een tijdelijke uitkering.

Het is belangrijk om te weten dat een uitkering bij de verzekeraar eindigt bij overlijden. De uitkering kan dan overgaan op bijvoorbeeld de partner. Bij de bankvariant ontvangen de erfgenamen de overgebleven uitkeringen.

Tot slot

Houd er rekening mee dat de wetgeving rondom de oudedagsvoorziening regelmatig wijzigt. Als je een oudere lijfrentepolis hebt, gelden er mogelijk andere voorwaarden dan hierboven besproken. Laat je hierover goed adviseren. Bekijk ook je financieel plan voor later, en let op het evenwicht tussen de 3 pijlers, je vermogen en je uitgaven. 

Onze adviseurs gaan hierover graag met je in gesprek. Maak vrijblijvend een eerste afspraak op een moment dat jou uitkomt.

Tags

Artikel
Geld voor later
Pensioen

Lees ook

Heb je een vraag over je financiële situatie?

Ben je benieuwd wat dit artikel voor jou betekent? Of heb je een andere financiële vraag? Bijvoorbeeld over pensioen, eerder stoppen met werken of slim vermogen opbouwen? De adviseurs van Team Preferred Banking helpen je graag, gratis en vrijblijvend.

Bekijk de contactopties