Javascript is required

Belastingplan 2025 definitief: belangrijke wijzigingen om rekening mee te houden

Sinds 1 januari is het Belastingplan 2025 definitief. Sommige wijzigingen waren al vastgelegd in eerdere wetsvoorstellen. Wat verandert er voor jou? We hebben de 10 belangrijkste maatregelen voor je op een rij gezet en gekoppeld aan tips. Met deze wijzigingen in het achterhoofd kun je hier op tijd je voordeel mee doen.

Overdrachtsbelasting

Verhoogde startersvrijstelling voor een woning De vrijstelling voor overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt is verhoogd van € 510.000 naar € 525.000. Kopers tussen de 18 en 35 jaar betalen bij de aankoop van een woning tot dat bedrag geen overdrachtsbelasting. Is de koopsom van de woning hoger dan € 525.000? Dan vervalt de vrijstelling.

Schenk- en erfbelasting

De schenkbelasting kent een aantal vrijstellingen. Over een schenking tot het bedrag van de vrijstelling betaalt de ontvanger geen schenkbelasting. Dit zijn de voornaamste vrijstellingen in 2025:

  • Kinderen: € 6.713 per jaar. Is je kind 18 t/m 39 jaar? Dan is de jaarlijkse vrijstelling eenmalig verhoogd naar € 32.195. Deze eenmalige vrijstelling wordt verhoogd naar € 67.064 als de schenking wordt besteed aan bepaalde dure studies. 
  • Anderen: € 2.690 per jaar 
Uit een evaluatie van het Ministerie van Financiën blijkt dat de eenmalig verhoogde vrijstelling voor een vrij te besteden doel maar beperkt doelmatig is. Het afschaffen ervan levert naar schatting € 43 miljoen op. Het kabinet komt in het voorjaar van 2025 met een reactie. Iets om in de gaten te houden.

Inkomstenbelasting

De hypotheekrenteaftrek is beperkt

Een groot aantal aftrekposten is niet tegen het hoogste tarief (49,5%) aftrekbaar. Voor de aftrek van de eigenwoningrente geldt bijvoorbeeld dat deze per 1 januari 2025 tegen maximaal 37,48%% aftrekbaar is. Is de hypotheeklast voor jouw eigen huis, na verrekening van de hypotheekrenteaftrek, hoger dan het rendement na belasting op uw spaar of beleggingstegoed? Dan is het misschien aantrekkelijker om (extra op) je eigenwoningschuld af te lossen.

Hou rekening met een afbouw van de algemene heffingskorting

Het maximale bedrag van de algemene heffingskorting wordt in 2025 verlaagd van € 3.362 naar € 3.068. De hoogte van de algemene heffingskorting is vanaf 2025 niet alleen afhankelijk van het inkomen uit werk en woning (het inkomen in box 1) maar van het verzamelinkomen (het inkomen in box 1, box 2 en box 3 samen). Daar staat tegenover dat de algemene heffingskorting voortaan pas afbouwt vanaf een inkomen dat gelijk is aan € 28.406 (het wettelijk minimumloon).

Aftrekposten samenvoegen

Voor bepaalde aftrekbare kosten geldt een drempel voordat je deze mag aftrekken. Bijvoorbeeld bij giften aan goede doelen of zorgkosten. Het kan daarom slim zijn om deze giften eerder of juist later te doen of de kosten eerder of later te maken, zodat je op een hoger bedrag uitkomt. Wist je trouwens dat als je elk jaar hetzelfde bedrag aan hetzelfde goede doel schenkt, je ook kunt kiezen voor een periodieke gift? Er geldt dan geen drempel en je mag de gift volledig in aftrek brengen.

Wees op tijd met je aangifte inkomstenbelasting 2024 en voorkom heffing van belastingrente

Controleer je voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting 2024. Blijkt dat je over 2024 moet bijbetalen? Vraag dan om een aanpassing van de voorlopige aanslag/teruggaaf of doe voor 1 mei 2025 aangifte inkomstenbelasting. Hiermee voorkom je belastingrente van 6,5%.

Zorg dat je je werkelijke rendement kan vaststellen

Vanaf 2028 wil het kabinet een nieuw stelsel voor box 3 introduceren en het werkelijk behaalde rendement gaan belasten. Tot die tijd wordt nog wel gewerkt met forfaitaire (voor iedereen gelijkgesteld) rendementen op zowel banktegoeden, overige bezittingen als schulden. 

Hierdoor kan de situatie ontstaan dat het werkelijke rendement in box 3 lager is dan het forfaitaire rendement waarmee wordt gerekend. In 2024 heeft de Hoge Raad hierover geoordeeld dat er een tegenbewijsregeling moet komen voor gevallen waarin het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Je moet wel zelf aantonen dat het werkelijke rendement in een kalenderjaar lager ligt dan het rendement waar de wetgever vanuit is gegaan. 

De Hoge Raad heeft aangegeven hoe het werkelijke rendement moet worden berekend: kosten mogen niet afgetrokken worden, het hele box 3 vermogen moet in aanmerking worden genomen en (ongerealiseerde) waardeveranderingen zijn ook onderdeel van het rendement. Met kosten van verbeteringen van verhuurde woningen mag wel rekening worden gehouden. De regering heeft toegezegd te zullen komen met een formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’. Hiermee kunt je je werkelijke rendement aantonen en gecompenseerd worden voor te veel betaalde belasting. Het is verstandig om je administratie op orde te brengen en onderliggende stukken zoals facturen te bewaren.

Hou rekening met een verlaging van de vrijstelling groene beleggingen

Groene beleggingen zijn gedeeltelijk vrijgesteld in box 3. In 2025 wordt de vrijstelling verlaagd van maximaal € 71.251 (€ 142.502 bij fiscale partners) naar maximaal € 26.312 (€ 52.624 bij fiscale partners). Daarnaast is ook de heffingskorting groene beleggingen verlaagd van 0,7% naar 0,1% van het werkelijk in box 3 vrijgestelde bedrag aan groene beleggingen. Zowel de vrijstelling als de heffingskorting groene beleggingen vervallen per 1 januari 2027.

Let op anti-misbruikmaatregel bij beleggingen

De forfaitaire rendementspercentages voor beleggingen zijn hoger dan die voor bank- en spaartegoeden. Heb je in het laatste kwartaal van 2024 beleggingen verkocht en de opbrengst op een bank- of spaarrekening gezet? Houd er dan rekening mee dat je minimaal 3 maanden wacht voordat je dit geld weer gaat beleggen. Bij een herbelegging binnen 3 maanden zal de Belastingdienst de transacties namelijk negeren, tenzij je kunt bewijzen dat er een zakelijk motief aan ten grondslag ligt.

Stort een aftrekbaar bedrag op een lijfrenterekening

Met een lijfrente bouw je extra inkomen op voor later. Je kunt bedragen storten op een lijfrenterekening (waar je kunt sparen of beleggen). Als je te maken hebt met een pensioentekort, mag je deze stortingen van je inkomen in box 1 aftrekken tegen maximaal 49,5%. Het percentage dat je maximaal fiscaal mag aftrekken voor lijfrente is 30% (met een maximum van € 35.798 in 2025) van de premiegrondslag (dat is kort gezegd je inkomen verminderd met het deel waarover later AOW wordt ontvangen). Niet gebruikte aftrek van de afgelopen tien jaar kan worden ingehaald tot een maximum van € 42.108. De gestorte bedragen zijn daarnaast vrijgesteld in box 3. Er wordt pas belasting geheven als het opgebouwde kapitaal wordt omgezet in uitkeringen.

Tags

Artikel
Belasting

Lees ook

Heb je een vraag over je financiële situatie?

Ben je benieuwd wat dit artikel voor jou betekent? Of heb je een andere financiële vraag? Bijvoorbeeld over pensioen, eerder stoppen met werken of slim vermogen opbouwen? De adviseurs van Team Preferred Banking helpen je graag, gratis en vrijblijvend.

Bekijk de contactopties