Woningtekort: meer kleine huizen nodig
De woningmarkt blijft oververhit. De huizenprijzen bereiken een recordhoogte en blijven stijgen. Ondertussen groeit het tekort aan woningen, vooral kleine huizen voor eenpersoonshuishoudens. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het woningtekort? En is bouwen naar behoefte de oplossing?
Waarom is er een woningtekort?
Het woningtekort is ontstaan door verschillende oorzaken:
Steeds meer mensen wonen alleen, maar er worden vooral grote huizen gebouwd. Vooral in landelijke gebieden is een groot tekort aan kleine en betaalbare huizen.
Thuiswerken
- Vergrijzing.
Meer bouwen, makkelijker gezegd dan gedaan
De oplossing lijkt simpel: meer huizen bouwen. Maar het is lastig om geschikte bouwlocaties te vinden. Er spelen verschillende belangen. Zo moet de overheid ook de natuur beschermen en zorgen voor voldoende landbouwgrond. Hierdoor duren nieuwe bouwprojecten vaak 8 tot 12 jaar. Daardoor wordt het tekort aan woningen nog groter. En ondertussen is er de afgelopen 20 jaar nauwelijks iets veranderd aan het woningaanbod en worden er nog steeds te grote huizen gebouwd.
Huishoudens worden steeds kleiner, maar de meeste mensen willen veel groter wonen dan vroeger de norm was. Het probleem is dat huishoudens steeds kleiner worden, sneller dan we woningen kunnen bijbouwen. Gemiddeld bestaat een Nederlands huishouden nu uit 2,14 personen, maar met de beschikbare woningen moeten rond 2,19 personen samen in één woning wonen. Dit lijkt een kleine verschil, maar bij 8,37 miljoen huishoudens zorgt dit tot een tekort van ongeveer 370.000 woningen.
Gevolgen van het woningtekort
Het woningkort leidt tot verschillende situaties.
- Jongeren blijven langer 'thuis', bij hun ouders, wonen, wat voor beiden partijen voor ongemak kan zorgen.
- Mensen verhuizen minder snel voor werk naar dure gebieden, wat het voor werkgevers lastig maakt om personeel te vinden.
- Betaalbare woningen worden duurder. De prijzen van huizen en huur blijven stijgen, vooral voor kleinere woningen in landelijke gebieden.
Regionale verschillen
De vraag naar woningen verschilt per regio. Dit heeft invloed op waar je welk soort woning bouwt. In grote steden zijn er veel eenpersoonshuishoudens, maar ook in provincies als Limburg en Drenthe is het aantal eenpersoonshuishoudens sinds 2000 met ongeveer 30% gestegen. Hoewel jonge mensen vaak alleen wonen, zien we dat nu ook steeds vaker bij ouderen. De grootste groepen alleenwoners zijn tussen de 25 en 70 jaar. In Zeeland zijn vooral ouderen alleenwonend, terwijl in Limburg ook veel jongeren alleen wonen. Het aantal eenpersoonshuishoudens neemt dus toe, maar het woningaanbod is nauwelijks aangepast. De meeste woningen zijn te groot, terwijl er behoefte is aan meer kleine woningen in de landelijke gebieden.
De toekomst van de woningmarkt
Er is weinig hoop dat het woningaanbod snel zal toenemen. De overheid wil graag 100.000 nieuwe huizen per jaar bouwen, maar dat lukt nog niet. Hierdoor blijven de huizenprijzen en huren stijgen. Thuiswerken maakt wonen buiten de stad aantrekkelijker, wat ook daar de prijzen kan opdrijven. De vergrijzing kan zorgen voor meer beschikbare huizen, maar het splitsen en verduurzamen van deze woningen is vaak ingewikkeld en duur. Ook zijn er belastingnadelen voor ouderen als ze overwaarde gebruiken om te verhuizen. Daardoor blijven ze vaker in hun grote huis wonen. Kortom, er zijn genoeg mogelijkheden, maar die vragen wel om betere plannen van de overheid.
Het laatste nieuws over de huizenmarkt
Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op de huizenmarkt? Bekijk dan het laatste woningmarktnieuws.