Javascript is required

Belasting betalen in box 3: hoe zit het met vermogensbelasting?

Belasting
Artikel

Bezit je privé spaargeld of beleggingen? Of andere bezittingen, zoals een tweede huis? Als de totale waarde hiervan hoger is dan een bepaald bedrag (het 'heffingsvrije vermogen'), dan betaal je belasting in box 3. De belasting in box 3 werd altijd berekend met het forfaitair rendement. Dit is een vast percentage. Maar bij de belastingaangifte van 2024 kun je ook kiezen voor een berekening met je echte rendement. Lees hoe dit werkt.

Direct je belasting in box 3 berekenen? Scroll dan door naar het rekenvoorbeeld. 

Aangifte belasting op basis van forfaitair of werkelijk rendement

Je doet aangifte op basis van de wet inkomstenbelasting. In deze wet is geregeld dat je belasting betaalt over de inkomsten uit vermogen op basis van forfaitaire – voor iedereen gelijk verondersteld – rendementspercentages. In je aangifte geef je jouw vermogensbestanddelen aan volgens deze wettelijke regeling. Hoe dat werkt, lees je hierna.

Als je op basis van de wettelijke regeling meer belasting betaalt dan je op basis van je werkelijke rendement verschuldigd bent, heb je recht op compensatie. Hoe dat werkt, lees je onder het kopje tegenbewijsregeling. 

Vermogen op de peildatum is bepalend voor heffing

Voor de belastingheffing in box 3 is de stand van je vermogen op 1 januari van het belastingjaar bepalend. Dit is de peildatum. De belasting die je dat jaar moet betalen wordt berekend over het vermogen op de peildatum. Dit vermogen geef je aan in je aangifte. Op basis hiervan wordt een forfaitair rendement bepaald. Dit is voor de aangifte je inkomen uit vermogen. Over dit inkomen betaal je 36% inkomstenbelasting. 

Welke bezittingen en schulden tellen mee in box 3?

Wat precies wel of niet in box 3 valt, is te veel om hier op te sommen. In het kort gaat het over alles van waarde dat niet in box 1 of box 2 valt en niet duidelijk is vrijgesteld. Bijvoorbeeld bepaalde groene beleggingen tot een zeker bedrag. De precieze regels over wat bezittingen en schulden zijn, lees je op de website van de Belastingdienst.

Veelvoorkomende box 3-bezittingen

De meest voorkomende box 3-bezittingen zijn spaargeld, beleggingen (zoals aandelen, obligaties en beleggingsfondsen) en onroerend goed (zoals beleggingsvastgoed en een vakantiehuis). Ook contant geld of cryptovaluta tellen mee. Net als geld dat je hebt uitgeleend (vorderingen), behalve als dit vordering zijn aan je eigen bv.

Belangrijke bezittingen die niet in box 3 vallen zijn: je eigen woning en je onderneming. Deze zitten namelijk in box 1. Ook aandelen in je eigen bv tellen niet mee in box 3. De inkomsten uit je eigen bv worden belast in box 2. 

Veelvoorkomende box 3-schulden

Veel voorkomende schulden in box 3 zijn leningen voor bijvoorbeeld een auto, tweede huis of beleggingsvastgoed. Ook de meeste studieschulden tellen mee. Of een rekening-courantschuld aan je eigen bv. 

Van het totale bedrag aan box 3-schulden is in 2024 een bedrag van € 3.700 (fiscaal partners samen € 7.400) niet aftrekbaar, de zogeheten schuldendrempel. Het forfaitair rendement over het bedrag dat overblijft, mag je aftrekken van je vermogen in box 3. 

Een belangrijke schuld voor veel huishoudens is de hypotheekschuld voor de eigen woning. Net als de eigen woning zelf, telt de hypotheekschuld meestal niet mee in box 3 maar in box 1. Lees hiervoor de regels over een eigenwoningschuld op de site van de Belastingdienst.

Forfaitaire percentages per categorie

Het vermogen in box 3 is ingedeeld in 3 categorieën: ‘banktegoeden’ (spaargeld, deposito’s, contant geld), ‘overige bezittingen’ (alle bezittingen die geen ‘banktegoeden’ zijn) en ‘schulden’.

Elke categorie heeft een eigen forfaitair percentage:

CategorieForfaitair percentage 2024Forfaitair percentage 2025
Banktegoeden1,44%1,44% (niet definitief)
Overige bezittingen6,04%5,88%
Schulden2,61%2,62% (niet definitief)

 

In 2025 betaal je uiteindelijk 36% belasting over je forfaitair inkomen in box 3. Dit is je voordeel uit sparen en beleggen.

Zo bereken je jouw belasting in box 3

Je kunt zelf berekenen hoeveel belasting in box 3 je moet betalen. Volg hiervoor deze 4 stappen.

Stap 1

Bereken het forfaitair rendement over de verschillende categorieën van je vermogen. Voor 2025 is dat: 1,44% voor banktegoeden + 5,88% voor overige bezittingen − 2,62% voor schulden.

Heb je een negatief rendement? Dan ziet de Belastingdienst dat als 0% rendement.

Stap 2

Bereken het effectieve rendementspercentage (ERP). Dit doe je door je rendement te delen door je totale vermogen in box 3.

Stap 3

Bereken je grondslag sparen en beleggen. Dat doe je zo:

  • Trek het heffingsvrije vermogen af van je vermogen in box 3.
  • Vermenigvuldig dit bedrag met je ERP.

Het resultaat is je voordeel uit sparen en beleggen.

Stap 4

Tot slot: vermenigvuldig je voordeel uit sparen en beleggen (stap 3) met het belastingtarief van 36% .

Rekenvoorbeeld: vermogensbelasting box 3

Stel, je hebt dit vermogen:

  • Banktegoeden: € 100.000
  • Overige bezittingen: € 500.000
  • Schulden: € 153.800
  • Heffingsvrij vermogen: € 57.684

De bijbehorende percentages en rendementen zien er dan zo uit:

 Categorie

Bedrag

Forfaitair percentage

Forfaitair rendement

Banktegoeden

€ 100.000

1,44%

€ 1.440

Overige bezittingen

€ 500.000

5,88%

€ 29.400

Schulden (na drempel)

 € -150.000

-2,46%

 € -3.930

Totaal box 3

€ 450.000

-

€ 26.910

Nu kun je jouw belasting in box 3 berekenen. Dat doe je zo:

  • Het effectief rendementspercentage (ERP) is: € 26.910 / € 450.000 = 5,98% (afgerond).
  • Het inkomen uit sparen en beleggen is: 5,98% * (€ 450.000 - € 57.684) = € 23.460.
  • De belasting in box 3 is 36% * € 23.460 = € 8.445.

Tegenbewijsregeling: heffing op basis van werkelijk rendement

Heb je het afgelopen jaar in werkelijkheid minder rendement behaald en ben je minder belasting verschuldigd dan op basis van het forfait is berekend? De Hoge Raad heeft bepaald dat je in dat geval recht hebt op een teruggaaf van te veel betaalde belasting.

Bij het vaststellen van het werkelijk behaalde rendement gelden wel een aantal regels. 

  • De keuze voor belastingheffing over het werkelijk rendement geldt voor het gehele vermogen; je kunt niet voor een bepaalde categorie kiezen voor het forfaitair rendement en voor een andere vermogenscategorieën voor het werkelijk rendement. 
  • Het werkelijk rendement wordt berekend inclusief ongerealiseerde waardemutaties van je vermogen. 
  • Bij bepaling van het werkelijk rendement mag je betaalde rente aftrekken. 
  • Kosten mag je niet aftrekken bij het bepalen van het werkelijk behaalde rendement. 
  • Investeringen mag je optellen bij de waarde van de vermogenscategoriën; zij zijn geen onderdeel van rendement. 

Je kunt je werkelijk rendement opgeven met een formulier dat waarschijnlijk half 2025 beschikbaar komt. In deze aangifte kun je het werkelijk rendement nog niet kwijt. Je kunt ook voor eerdere jaren een verzoek voor compensatie indienen als je in die jaren te veel box 3-belasting hebt betaald.

Tags

Artikel
Belasting

Lees ook

De uitleg op deze pagina is een korte toelichting. Je kunt hieraan geen rechten ontlenen. We geven geen advies over wat je moet doen bij je belastingaangifte. Raadpleeg voor advies je belastingadviseur of accountant. 

Heb je een vraag over je financiële situatie?

Ben je benieuwd wat dit artikel voor jou betekent? Of heb je een andere financiële vraag? Bijvoorbeeld over pensioen, eerder stoppen met werken of slim vermogen opbouwen? De adviseurs van Team Preferred Banking helpen je graag, gratis en vrijblijvend.

Bekijk de contactopties