Opeens vermogend: schulden aflossen of niet?

Een schuld heb je meestal omdat je het geld voor een aankoop zelf niet hebt. Zoals een hypotheek voor je huis. Maar wat als je opeens een groot bedrag krijgt, bijvoorbeeld na een erfenis? Is het dan voordeliger om de schuld af te lossen? We laten je zien hoe je dit berekent.
Vergelijk je kosten met het rendement
Schulden hebben financiële én emotionele kanten. Niet iedereen voelt zich prettig bij het hebben van schulden. Sommige mensen beginnen er liever helemaal niet aan. Of gebruiken elke cent die zij over hebben om schulden direct af te betalen.
Als we alleen naar de financiële kant van schulden kijken, dan gaat het vooral om 2 zaken. Deze zaken bepalen of het aflossen van een schuld voordelig is:
- De nettokosten die je betaalt voor het hebben van de schuld. Dat is de betaalde rente minus je belastingvoordeel.
- Het nettorendement op je eigen vermogen. Dat is de netto-opbrengst die je kunt behalen met het geld, als je jouw schuld er niet mee aflost.
Schat hierbij je kosten en rendement in de toekomst in. En vergelijk deze met elkaar:
- Is het nettorendement hoger dan je nettokosten? Dan is de schuld houden voordeliger.
- Is het nettorendement lager dan je nettokosten? Dan is de schuld aflossen voordeliger.
Nettorendement op je vermogen berekenen
Om je nettorendement te bepalen, schat je eerst je verwachte rendement in. Daarna trek je van dit bedrag de belasting af die je moet betalen. Over het rendement op je vermogen betaal je inkomstenbelasting in box 3. Voor 2025 is het tarief 36%.
Bestaande situatie
De belasting in box 3 wordt berekend met het forfaitair systeem. Dat betekent dat de Belastingdienst rekent met een vast forfaitair percentage (forfait), in plaats van met je echte rendement. Het forfait is voor iedereen hetzelfde.
Is het forfait hoger dan je echte rendement? Dan betaal je met de tegenbewijsregeling misschien minder belasting.
Mogelijke verandering vanaf 2028
In 2028 komt er mogelijk een nieuw box 3-systeem: de Wet werkelijk rendement box 3. Gaat dit systeem door, dan wordt de belasting in box 3 berekend met je echte rendement. Als het tarief gelijk blijft, dan hou je dus 64% van je rendement over na belasting.
Nettokosten van je schuld berekenen
De nettokosten van een schuld bereken je door eerst te checken hoeveel rente je over de schuld betaalt. Die rente trek je dan af van het belastingvoordeel dat de schuld oplevert.
Hierbij maakt het uit in welke box je belasting betaalt over de schuld: box 1 of box 3. Ook maakt het uit of je rekent met het forfait of het echte rendement in box 3.
- Reken je met het forfait? Dan kan er een groot verschil zijn tussen het belastingvoordeel van een schuld in box 3 en het voordeel van een schuld in box 1.
- Reken je met je echte rendement en kosten? Dan is dat verschil kleiner. Maar alleen als de tarieven voor het verrekenen van de rente dichtbij elkaar blijven, zoals nu het geval is: box 1 (ongeveer 37%) en box 3 (36%).
We leggen dit verder uit met rekenvoorbeelden.
Eigenwoningschuld in box 1
Heb je een eigen woning? Dan moet je jaarlijks een bepaald percentage van de WOZ-waarde optellen bij je inkomen in box 1. Dit heet het eigenwoningforfait.
In 2025 gelden deze percentages voor de bijtelling:
- Tot een WOZ-waarde van € 1.330.000: 0,35%.
- Over het bedrag boven deze grens: 2,35%.
De betaalde rente op een eigenwoningschuld mag je aftrekken van je inkomen in box 1. Hier gelden voorwaarden voor.
Doe je een beperkte aflossing op je hypotheek? En is de betaalde rente op de overgebleven schuld hoger dan de bijtelling van het eigenwoningforfait? Dan bespaar je meestal ongeveer 37% op de belasting. Je nettokosten van de schuld komen hiermee uit op ongeveer 63% van de hypotheekrente.
Rekenvoorbeeld
Charlotte heeft een woning met een WOZ-waarde van € 400.000 en een hypotheekschuld van € 300.000 met 4% rente. Haar inkomen in box 1 is € 70.000. En haar beleggingsportefeuille is € 500.000.
Charlotte overweegt om € 50.000 op te nemen uit haar beleggingsportefeuille (box 3). Hiermee wil ze extra aflossen op haar hypotheek. De nettokosten van haar schuld zijn 63% x 4% = 2,52%.
Aflossen is in Charlottes geval dus alleen voordelig als het nettorendement op haar eigen vermogen in box 3 lager is dan 2,52%. Om te bepalen of dit zo is, maken we 2 berekeningen:
- Berekening met 36% belasting op het werkelijk rendement: aflossen kan voordelig zijn als Charlottes vermogen minder dan 3,94% rendement oplevert. De berekening is als volgt: 3,94% × ( 1 – 0,36 ) = 2,52%.
- Berekening met forfaitaire heffing: het minimale rendement moet zo’n 4,63% zijn. Bij deze berekening is het financieel voordeliger om de schuld te houden. De berekening is als volgt: 4,63% - ( 5,88% × 0,36 ) = 2,52%.
Risico’s van de schuld behouden
Een schuld houden levert meer risico’s op. Het is belangrijk dat Charlotte dit beseft. Het rendement op haar beleggingen kan tegenvallen. En de rente op haar hypotheek kan in de toekomst hoger zijn.
Verder is het goed om een rekensom te maken in euro’s. Is het voordeel uit de rekensom in euro’s de moeite waard? Of weegt dat niet op tegen de hogere risico’s? Tot slot zorgt het aflossen van schulden mogelijk voor een situatie met meer overzicht. Dat kan ook wat waard zijn.
Eigenwoningschuld helemaal aflossen
De berekening wordt iets lastiger als Charlotte haar hypotheekschuld helemaal of bijna helemaal wil aflossen. Door de ‘Hillen-aftrek’ (Wet Hillen) betaalt ze dan namelijk minder belasting over het eigenwoningforfait. Voor een goede vergelijking moeten we dit voordeel meenemen in onze berekening.
Lost Charlotte de hypotheek helemaal af in 2025? Dan betaalt ze door de Hillen-aftrek alleen belasting over 23,33% van het eigenwoningforfait. Daar komen elk jaar 3,33%-punten bij. De Hillen-aftrek wordt afgebouwd tot nul. Dit gebeurt tussen 2019 en 2049. Dit voordeel vermindert dus elk jaar.
Dit betekent het volgende:
- Met het aflossen van haar hele hypotheekschuld bespaart Charlotte per jaar zo’n 0,12% extra door het eigenwoningforfait.
- De totale nettokosten die ze hiermee bespaart zijn zo’n 2,64% (2,52% +0,12%).
- Conclusie: aflossen is voordelig als het verwachte nettorendement op Charlottes beleggingen lager is dan 4,13% (belasting op werkelijk rendement) of 4,75% (forfait).
Schuld in box 3
Berekening met werkelijk rendement
Zit de schuld in box 3 en betaal je belasting over het echte rendement van je vermogen? Dan is de besparing van je schuld ook 36% van de verschuldigde rente. De rekensom is dan: de schuld aflossen is voordelig als je rendement lager is dan de rente over je schuld.
Berekening met forfait
Bij het forfaitair systeem hangt het belastingvoordeel van je schuld in box 3 af van het forfaitair percentage voor schulden. In 2025 is dit 2,61%.
Stel dat het gemiddelde forfait voor 2026 weer 2,61% is. En we de invloed van het heffingsvrije vermogen even buiten de berekening houden. Dan betekent dit het volgende:
- Met het forfait bespaar je 36% x 2,61% = 0,94%.
- De belasting over je eigen vermogen waarmee je de schuld kunt aflossen, is 2,11% (forfait ‘overige bezittingen’ = 5,88% maal 36%).
- Er is dus een ‘belastinglek’ van 2,11% -/- 0,94% = 1,17%. Een belastinglek is een deel van het extra inkomen dat je als belasting betaalt aan de overheid.
Met andere woorden: het rendement op je eigen vermogen moet minimaal 1,17% hoger zijn dan de rente die je over de schuld betaalt. Anders is het voordeliger om de schuld af te lossen.
Rekenvoorbeeld
Hamza heeft een schuld in box 3 van € 100.000 met een rente van 4%. Zijn beleggingsportefeuille is € 300.000. In de afgelopen jaren was zijn rendement met deze beleggingen zo'n 6%. Hij wil weten of het voordeliger is om de schuld af te lossen of te houden.
Om dit te bepalen maken we weer 2 berekeningen:
- Berekening met werkelijk rendement: het is voordeliger om de schuld met een rente van 4% te houden. Maar alleen als de beleggingen gemiddeld minimaal 4% rendement opleveren. Is het rendement lager? Dan is aflossen voordeliger.
- Berekening met forfait: de schuld houden is pas aantrekkelijk als de beleggingen minimaal 5,17% opleveren (rente 4% + ‘belastinglek’ 1,17%).
Punten om op te letten
Extra aflossen en vergoeding
Meestal mag je jaarlijks een bepaald percentage aflossen van je oorspronkelijke leensom, zonder dat je daar een vergoeding voor moet betalen.
Wil je extra aflossen op je hypotheek? Dan betaal je mogelijk een vergoeding over het extra bedrag. Vooral als de rente op de lening die je wilt aflossen hoger is dan de actuele rente voor vergelijkbare leningen. Informeer vooraf bij je bank of hypotheekaanbieder hoe dit voor jou zit.
Moet je een vergoeding betalen voor het aflossen van je eigenwoningschuld in box 1? Dan kun je dat bedrag aftrekken in box 1 van je aangifte inkomstenbelasting.
Heb je een (bank)spaarhypotheek?
Bij een (bank)spaarhypotheek is extra aflossen vaak niet voordeliger. Dat heeft vooral 2 redenen:
- Aan je hypotheek is een geblokkeerde bankrekening of spaarverzekering gekoppeld.
- Met maandelijkse (premie)stortingen bouw je belastingvrij vermogen op. Daarmee los je jouw hypotheekschuld uiteindelijk af.
Een hypotheekadviseur kan voor je uitrekenen of extra aflossen in jouw situatie voordelig is.
Je geld in stenen
Als je aflost op je hypotheek of een andere lening voor je eigen woning, dan komt je geld 'vast te zitten in stenen'. Dat betekent dat je moeilijk bij dit geld kunt. Vaak kun je het pas weer gebruiken wanneer je jouw woning verkoopt.