Javascript is required

Nieuw voor samenwoners: een finaal verrekenbeding

ABN AMRO

"Belasting betalen vind ik niet erg, maar graag niet meer dan nodig." Dit is een uitspraak die ik in de praktijk vaak hoor. Hebben we het over de erfbelasting voor een echtpaar of een stel? Dan is het relatierecht één van de thema’s om vanuit een fiscale invalshoek te bekijken. Samenwoners hebben er een nieuwe mogelijkheid bij: de mogelijkheid om een finaal verrekenbeding af te spreken in een notarieel samenlevingscontract.

Wat is een finaal verrekenbeding?

Een finaal verrekenbeding is de afspraak tussen partners om met elkaar af te rekenen alsof zij waren getrouwd in de algehele gemeenschap van goederen. Dat kan gelden bij elk einde van de relatie of alleen bij overlijden. Als je kijkt naar de erfbelasting, dan kan dit relevant zijn.

Voorbeeld van een situatie

Partners A en B zijn ongehuwd samenwonend en hebben samen een woning gekocht. Deze woning heeft inmiddels een overwaarde van € 400.000. Partner B heeft daarnaast beleggingen met een waarde van € 1 miljoen. Ze denken na over de gevolgen bij overlijden. De nalatenschap van partner A zou nu een omvang hebben van € 200.000 en de nalatenschap van partner B € 1,2 miljoen. Bij een finaal verrekenbeding laten beide partners € 700.000 na.

Als partner B als eerste overlijdt, dan is door het finale verrekenbeding de nalatenschap verminderd van € 1,2 miljoen tot € 700.000. Bij een tarief voor de erfbelasting voor partners van maximaal 20%, is direct duidelijk dat dit een groot voordeel kan opleveren.

Maar, de verrekening moet ook plaatsvinden als partner A als eerste overlijdt. Zonder die verplichting accepteert de Belastingdienst het niet. In plaats van € 200.000 laat partner A € 700.000 na. Bij deze getallen hoeft dat geen nadeel op te leveren. De partnervrijstelling is in 2025 namelijk maximaal ruim € 800.000.

Maar wat als het vermogen wat groter is en de nalatenschap boven de vrijstelling uitkomt? Een paar gedachten:

  • Het voordeel in de situatie dat partner B als eerste overlijdt is veel groter dan het nadeel als partner A als eerste overlijdt. De kans op winst is groter dan de kans op verlies?
  • Stel dat deze partners kinderen hebben. Naast partner B zijn dan ook de kinderen erfgenamen in de nalatenschap van partner A (hiervoor moeten ze wel een testament hebben gemaakt!). Die hebben eigen vrijstellingen en 10%-schijven, waardoor de erfbelasting wordt beperkt. Er treedt een ‘spreidingsvoordeel’ op.
  • Tot slot kunnen in een testament maatregelen worden getroffen die ook de erfbelasting kunnen beperken. Die maatregelen komen mogelijk beter tot hun recht als partner A een grotere nalatenschap heeft. Een rekenvoorbeeld hiervan vind je in ons artikel "Een berekening van de erfbelasting".

Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de fiscale gevolgen. Een finaal verrekenbeding moet ook passen bij de wensen. Stel dat partner B de beleggingen bij zijn of haar overlijden niet of voor minder dan 50% bij partner A terecht wil laten komen. Een finaal verrekenbeding past daar dan niet bij.

Een nieuwe mogelijkheid voor samenwoners

Echtparen en geregistreerde partners hebben al langer de mogelijk om een finaal verrekenbeding af te spreken. Samenwoners hebben de vrijheid om die afspraak ook te maken, maar de fiscale gevolgen waren onduidelijk. Door een voorgenomen wetswijzing op een ander vlak, werd het vraagstuk weer actueel. De Belastingdienst heeft inmiddels aangegeven dat op basis van een redelijke wetstoepassing voor samenwoners hier hetzelfde geldt als gehuwden. Dit betekent een nieuwe mogelijkheid voor samenwoners.

Samenwoners moeten fiscaal partner zijn

De Belastingdienst maakt nog wel een onderscheid tussen echtparen en samenwoners. Echtparen kunnen een finaal verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden vanaf de eerste dag van hun huwelijk laten gelden. Voor samenwoners geldt namelijk dat zij fiscaal partner van elkaar moeten zijn voor de schenkbelasting. Dit kan in 2 situaties zo zijn:

  1. De partners zijn al langer dan 5 jaar op hetzelfde woonadres ingeschreven, zijn meerderjarig, zijn geen bloedverwanten in de rechte lijn en er is geen sprake van een meerrelatie (bijvoorbeeld een polyamoreuze relatie).
  2. De termijn van 5 jaar wordt verkort tot 2 jaar, als de partners een samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben.

Kortom, samenwoners worden gelijkgesteld aan echtparen als één van deze 2 situaties aan de orde is en de samenwoners spreken dan een finaal verrekenbeding af. Er is dus toch geen sprake van volledige gelijkheid. Samenwoners moeten nadat zij 2 of 5 jaar samenwonen naar de notaris.

Per situatie kijken of finaal verrekenbeding gunstig is

Lang was onzeker wat de fiscale gevolgen zijn van een finaal verrekenbeding in een samenlevingscontract. Nu is er duidelijkheid en dat levert samenwoners een nieuwe planningsmogelijkheid op. Het is niet zo dat een finaal verrekenbeding in alle gevallen gunstig is. Dat zal per situatie bekeken moeten worden.

Dat toch geen volledige gelijkheid bestaat tussen echtparen en samenwoners, is minder handig. Gelijkheid zou makkelijker zijn geweest. Misschien krijgt dit tijdens de behandeling in de Tweede Kamer nog aandacht. Zo niet, dan is dat ook geen ramp. Na het lange wachten op duidelijkheid is een glas half vol al een grote stap vooruit.

Tags

Kennisartikel
Prinsjesdag

Lees ook