Is het einde van de pensioendiscussie in zicht?

Na jaren van politieke discussie is de nieuwe pensioenwet ingegaan op 1 juli 2023. We gaan dus naar een nieuw pensioenstelsel. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis wordt het totale pensioenkapitaal (zo’n 1500 miljard euro) opnieuw verdeeld. Wat gebeurt er met de pensioenopbouw uit het bestaande stelsel? En wordt de pensioenopbouw meegenomen in het nieuwe stelsel?
In dit artikel lees je over:
- de overgang van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel
- wat ‘invaren’ precies is
- de politieke discussies die oplaaien
- de mogelijke uitkomsten
- de voor- en nadelen
Wat is invaren en wat zijn de voordelen?
Invaren betekent dat de opgebouwde pensioenkapitalen naar het nieuwe pensioenstelsel worden overgebracht. Dit geldt voor mensen met eind- en middelloonregelingen bij pensioenfondsen, niet bij verzekeraars.
Het idee is dat de solidariteit behouden blijft als iedereen naar het nieuwe stelsel gaat. Net als in het oude stelsel moeten werkgevers in bepaalde sectoren alle werknemers laten deelnemen.
Het collectief invaren van het pensioenkapitaal per fonds heeft voordelen:
- Het totale pensioenkapitaal (zowel opgebouwd als nog op te bouwen) wordt één geheel, wat administratief makkelijker is.
- Het opgebouwde pensioen kan waarschijnlijk eerder worden verhoogd door soepelere regels in het nieuwe stelsel.
In het huidige stelsel is er, net als in het nieuwe pensioenstelsel, overigens geen sprake van volledige zekerheid op een gegarandeerde uitkering.
De kenmerken, voordelen en nadelen van de pensioenstelsels
Het huidige pensioenstelsel:
- De pensioenkapitalen voor alle deelnemers worden samen belegd.
- Er is een belofte gedaan over de hoogte van de pensioenuitkering. De deelnemers weten dus voor pensioeningangsdatum welk pensioen zij mogen verwachten.
- Door vooraf een belofte te doen over de hoogte van pensioenuitkering moet het pensioenfonds hoge buffers aanhouden, om zoveel mogelijk zekerheid te bieden aan de deelnemers.
Het nieuwe pensioenstelsel:
- Iedereen heeft een 'eigen pensioenpotje'.
- De toekomstige pensioenuitkering is afhankelijk van ingelegde premies en de behaalde rendementen van het betreffende pensioenfonds.
Er zijn dus belangrijke verschillen tussen het oude en het nieuwe pensioenstelsel. En het is nog niet duidelijk of invaren een voordeel is voor alle deelnemers. Wat zijn de mogelijke gevolgen als er niet wordt ingevaren?
Politieke discussie laait weer op
Sinds de verkiezingen in 2023 is er weer veel discussie over het pensioenstelsel. Als deelnemer kun je geen bezwaar maken. Partijen als NSC en BBB wilden dat deelnemers instemmingsrecht krijgen. Dat zou betekenen dat elke deelnemer moet instemmen met invaren. NSC, BBB en SP wilden al eerder een pensioenreferendum.
Er is ook discussie over invaren zonder instemming van deelnemers. Mogen sociale partners (vertegenwoordigers van deelnemers aan een pensioenfonds) zomaar instemmen? Volgens sommige deskundigen zou dit in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Mogelijk gevolg: 2 pensioenstelsels in 1 pensioenfonds
Het voorstel van BBB en NSC is om per pensioenfonds een referendum te houden onder de deelnemers voordat er wordt overgegaan tot invaren. Invaren is ook geen wettelijke verplichting. Als blijkt dat een bepaalde groep deelnemers er flink op achteruit gaat in het nieuwe pensioenstelsel, kunnen sociale partners besluiten om af te zien van invaren.
Het gevolg is dat er 2 pensioenstelsels naast elkaar bestaan in één pensioenfonds. Beide systemen moeten dan door de pensioenuitvoerders nog tientallen jaren in de lucht worden gehouden. Dit zorgt voor hogere administratieve kosten, waardoor het rendement lager wordt.
Mogelijk gevolg: (eerder) indexeren
Pensioenfondsen die wél invaren, profiteren van de voordelen van het nieuwe pensioenstelsel. Ze mogen lagere buffers aanhouden en kunnen daardoor het pensioen eerder indexeren. Zo kunnen pensioenen eerder worden verhoogd.
Hoe nu verder?
In het voorjaar van 2025 diende NSC een voorstel in voor een individueel bezwaarrecht. Bij dit voorstel mogen pensioendeelnemers zelf bepalen wat zij doen met het pensioen dat zij tot nu toe hebben opgebouwd: meenemen naar het nieuwe stelsel óf in het oude stelsel laten.
De partijen BBB en PVV steunden dit voorstel. Maar verschillende externe partijen waren bezorgd over de gevolgen van het voorstel. En denken dat het lastig uit te voeren is.
Op 20 mei stemde de Tweede Kamer over dit voorstel. Een kleine meerderheid stemde toen om het voorstel te verwerpen. Daarmee lijkt het erop dat de eerder aangenomen nieuwe pensioenwet volgens plan kan worden uitgevoerd.
Alle pensioenfondsen moeten voor 1 juli 2025 een ‘transitieplan’ indienen bij De Nederlandsche Bank. Hierin moet staan hoe ze de overgang naar het nieuwe stelsel maken. Vanaf 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen aan de nieuwe regels voldoen.
We blijven dit onderwerp volgen.