Prinsjesdag 2024: 6 belangrijke veranderingen voor particulieren

Kabinet-Schoof voert een derde belastingschijf in. De eerste schijf gaat tot € 38.441, met een belastingtarief van 35,82%. De tweede schijf loopt van € 38.441 tot € 76.816, met een tarief van 37,48%. Het hoogste tarief blijft 49,5%.

De eerste twee schijven vervangen de huidige eerste schijf. Het gemiddelde tarief van deze nieuwe schijven is lager dan het oude tarief van de eerste schijf. Hierdoor kan elke Nederlander hiervan profiteren.

Het tarief in box 3 blijft volgend jaar hetzelfde, namelijk 36%. Toch is er veel te vertellen over deze belasting. De Hoge Raad heeft namelijk recent besloten dat als je rendement lager is dan het rendement dat je fiscaal wordt geacht te maken, de belasting moet worden berekend over het lagere, werkelijke rendement. Dit is een belangrijke uitspraak, omdat dit nu al invloed kan hebben op je belastingaangifte. In het artikel Box 3: belasting over inkomen uit sparen en beleggen lees je hier meer over.

Het is soms ook nieuws als een geplande wetswijziging niet doorgaat! Dat geldt zeker voor de giftenaftrek. Regering Schoof wilde de giftenaftrek beperken. Dit ging over de aftrek voor de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de vrijstelling in box 2. De regering heeft nu besloten om deze wijziging deels niet door te voeren. Het gaat hierbij om ‘gewone’ giften en periodieke giften.

Volgens het kabinet zijn de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en de regeling ‘geven uit de vennootschap’ niet nodig. Daarom stelt het kabinet voor om deze regelingen per 1 januari 2025 af te schaffen. Dit betekent dat giften door een vennootschap weer worden gezien als een dividenduitkering en niet langer vrijgesteld zijn van heffing in box 2 en de dividendbelasting. Zie ook het artikel Hoe zit het met de schenkingsaftrek?

Koop je nu een woning waarin je zelf niet woont, dan is de overdrachtsbelasting hoog. De afgelopen jaren is dat tarief verhoogd van 6% naar 10,4%. Het kabinet vindt deze verhoging niet terecht en verlaagt het tarief vanaf 2026 weer naar 8%. Dit geldt voor woningen, niet voor bijvoorbeeld bedrijfspanden. Natuurlijk blijven de uitzonderingen bestaan waarbij een verlaagd tarief van 2% geldt of zelfs een vrijstelling.

De 30%-regeling is bedoeld voor buitenlandse werknemers. Zij kunnen 5 jaar lang belastingvrij een vergoeding krijgen, onder bepaalde voorwaarden. Deze regeling zou de komende jaren flink worden versoberd, met een afbouw van 30 naar 0 procent in 60 maanden.

Onder druk van werkgevers die buitenlands talent nodig hebben, is deze versobering nu deels teruggedraaid. Er komt nu alleen nog een verlaging naar 27 procent per 1 januari 2027. Daarna wordt het niet verder verlaagd. In 2025 en 2026 blijft de 30%-regeling zoals die is. De salarisnorm wordt wel verhoogd van € 46.107 naar € 50.436, ook voor werknemers onder de 30 jaar met een masteropleiding.

Over het verbruik van aardgas wordt energiebelasting geheven. De energierekening voor aardgas is de afgelopen jaren gestegen door hogere leveringstarieven, netbeheerkosten en energiebelastingtarieven. Het kabinet wil de energierekening voor huishoudens verlagen en stelt daarom voor om de energiebelasting op aardgas te verlagen.

Deze verlaging geeft een huishouden met een gemiddeld verbruik per jaar een financieel voordeel van ongeveer € 29 in 2025, oplopend naar ongeveer € 50 in 2030. Of dit een duurzame maatregel is, valt te betwijfelen. In het artikel 7 duurzaamheidsmaatregelen in 2025 lees je meer over de plannen van het kabinet op het gebied van duurzaamheid.