Martine (39) is angel investor: “Er hoeft geen miljoen op je bankrekening te staan”

“In 2020 verhuisden we naar de Filipijnen voor het werk van mijn partner. Ik werkte in Nederland als interim-communicatieprofessional en dacht: hoe kan ik met mijn achtergrond in marketing en pr in een derdewereldland iets goeds doen, in plaats van rijke bedrijven nog rijker maken? Met dat idee ontmoette ik, voordat we vertrokken, de Nederlandse oprichter van tassenmerk Notadaydream. Een sociale onderneming leidt vrouwen uit de sloppenwijken van Manilla op tot tassenmaaksters. Zo verdienen ze een eerlijk, lokaal inkomen en kunnen hun kinderen naar school. 

De oprichtster ging terug naar Nederland en vroeg mij het merk met een compagnon voort te zetten. Met tijd en eigen geld hebben we het merk opgeschaald. Inmiddels is Notadaydream uitgegroeid tot een winstgevend merk en helpen we 10 vrouwen aan een goed inkomen. Dit was de eerste keer dat ik voelde: hey als ik ergens tijd en geld instop, wordt het beter en groter. Dan kun je winstgevend zijn én de wereld beter maken. Dat smaakte naar meer. 

In 2022 verhuisden we opnieuw voor het werk van mijn partner. Dit keer naar Kuala Lumpur. Notadaydream wordt nu gerund door iemand op de Filipijnen, ik ben nog betrokken als adviseur. Het was lastig om zo snel afscheid te nemen, maar het heeft me in korte tijd veel geleerd over de kracht van doing good by doing business. Daarom heb ik in 2022 JungleBird Agency opgezet. Een impact pr-bureau waarmee ik bedrijven in Nederland en Azië help een positieve impact te maken én geld te verdienen. 

Via JungleBird kwam ik in contact met een startende ondernemer. We raakten aan de praat over haar idee voor een family app die smartphonegebruik van kinderen en ouders verbetert. Een onderwerp dat mij – als moeder van twee jonge kinderen – na aan het hart ligt. In mijn omgeving merk ik dat veel ouders worstelen met het smartphonegebruik van hun kinderen. Waarom kan dat niet beter?  

We hadden zo’n goede klik en ik raakte zo enthousiast over haar idee dat ik co-founder werd. Onder de naam ChatLicense hebben we een smartphone diploma game op de markt gebracht die te downloaden is in de app stores. Via de game leren kinderen slim en veilig omgaan met de mobiel. De app bevat ook een informatieportaal voor ouders zodat zij beter inzicht krijgen in wat er speelt bij deze generatie. 

We zijn met een team van zes co-founders. Iedereen draagt bij vanuit zijn eigen expertise en we hebben alle zes eigen geld geïnvesteerd. De beslissing om co-founder te worden ging niet over een nacht ijs. Instappen in een start-up met je eigen spaargeld is risicovol en spannend. Bovendien is de investering heel persoonlijk. Je gaat echt een commitment aan voor de lange termijn. Je kunt dat denk alleen doen als je een klik met het team voelt. Ook moet je volledig geloven in waar het bedrijf voor staat. Dat klopte voor mij helemaal bij ChatLicense. Daarom ben ik er vol voor gegaan. 

Op dit moment besteed ik 75 procent van mijn tijd aan ChatLicense. We bereiden ons nu voor op een financieringsronde. En begin 2023 bezochten we de grootste techbeurs ter wereld. Fantastisch om deel van uit te maken, maar ik wil ook hier in Zuidoost-Azië impact blijven maken.  

Via een vriendin kwam ik in aanraking met een netwerk van zo’n 200 vrouwelijke angel investors die samen eigen geld investeren in start-ups in Azië-Pacific. Groot voordeel van het netwerk is dat je kennis en ervaringen deelt met de andere leden. Ik ken de lokale markt niet goed genoeg en wil mijn beslissingen niet alleen maken. 

Veel mensen denken dat angel investing gemoeid gaat met grote bedragen. Maar dit soort netwerken democratiseren deze manier van investeren omdat je als collectief instapt. Je kunt al individueel investeren vanaf $ 5.000. Samen met andere ‘angels’ breng je het hele bedrag bij elkaar. Meestal betreft het een totale investering tussen de $ 50.000 en $ 150.000 in een seed of Serie A ronde. Dat gebeurt wanneer het bedrijf al operationeel is en kapitaal nodig heeft om te groeien. We zijn nooit de lead investeerder, maar financieren altijd het laatste stukje.

Stel, een start-up heeft $ 700.000 nodig, dan moet er al $ 550.000 gefinancierd zijn door een investeringsfonds bijvoorbeeld. Dat biedt meer zekerheid dat de onderneming voor het grootste deel al gefinancierd is. 

Het netwerk wordt gerund door twee vrouwen die de deals selecteren. Elke week woon ik via calls verschillende pitches van bedrijven bij. Als ik geïnteresseerd ben, krijg ik toegang tot de hele dataroom. Bij pitches kijk ik vooral naar de mensen achter de start-up. Bij een beginnende onderneming staan de vaste structuren nog niet en valt of staat alles met het team. Maar ook de cijfers moeten kloppen. Voor mij is het beoordelen van het financiële gedeelte vrij nieuw terrein. Het is heel fijn dat ik kan vertrouwen op, en leren van, de andere vrouwen uit het collectief. Dat is een persoonlijke leerschool voor mij. Daarnaast overleg ik vaak met mijn partner, die een financiële achtergrond heeft. Ook luister ik veel naar podcasts over start-ups. Bijvoorbeeld naar Suits & Hoodies en Baanbrekende Businessmodellen van BNR. 

Ik heb bij het netwerk geleerd dat je goed moet inschatten of ondernemers niet verblind zijn door liefde voor hun eigen product of dienst. Dat kan in de beginfase namelijk nog wijzigen. Zijn ze bereid om die slag te maken en te focussen op het probleem dat ze uiteindelijk willen oplossen? 

Ik investeer in meerdere bedrijven, maar ik neem beslissingen altijd zorgvuldig. Voorwaarde is dat start-ups een positieve impact willen maken op de wereld. Dat is de rode draad in alles wat ik doe. Daarnaast moet het onderwerp – net als bij ChatLicense - dicht bij me staan. Denk aan tech start-ups in onderwijs, voedsel of familie. Ik ben bijvoorbeeld nu in gesprek met de Aziatische Too Good To Go. Een heel mooi product, maar kloppen de plannen die ze hebben? 

Via het netwerk zoek ik actief naar kansen om eigen geld in te zetten voor een betere wereld én voor mezelf. Als ondernemer moet ik tenslotte voor mijn eigen pensioen zorgen. Het rendement is meestal tussen de 20 en 30 procent. Maar je kunt je investering ook zomaar kwijtraken. Dat is zeker met startende ondernemingen een groter risico. Daarom bewaak ik de balans. Mijn doel is om 15 procent van mijn eigen vermogen in angel investing te stoppen. Daarnaast beleg ik sinds een paar jaar in aandelen en een aantal indextrackers. Maar met angel investing kan ik nu veel meer maatschappelijke impact maken. Daar wordt iedereen beter van. 

Veel angel investors zijn ondernemers, maar dat hoeft niet. In mijn collectief zit bijvoorbeeld ook een hoogleraar en een partner bij een advocatenkantoor. Het is wel belangrijk om ondernemend te denken. Je moet geïnteresseerd zijn in ondernemen, de drijfveren van ondernemers en de opbouw van een businessmodel. Anders kun je geen goede beslissingen nemen. Dat betekent niet dat je alles direct moet snappen. Dankzij dit soort collectieven ligt de drempel om te beginnen lager. Je doet gaandeweg kennis en ervaring op. 

Uiteindelijk hoop ik ook een voorbeeld voor andere vrouwen te zijn. Op dit moment bepalen vooral mannen waar het geld naartoe gaat. Terwijl er genoeg vrouwen met eigen geld zijn die ook aan die tafel kunnen. En dan hoeft er echt geen miljoen op je bankrekening te staan.” 

Beleggen brengt risico's met zich mee, je kunt (een deel van) jouw inleg verliezen.