Javascript is required

Consument wil gezond eten, maar stuit op prijs en gemak

Gezonde voeding is cruciaal voor de gezondheid van individuen en de samenleving als geheel. Consumenten willen gezonder eten maar lopen tegen belemmeringen aan: gezonde voeding is duurder en minder makkelijk en snel te verkrijgen dan ongezonde voeding. Dit blijkt uit het consumentenonderzoek uitgevoerd door Panelwizard in opdracht van ABN AMRO.

Omdat de verantwoordelijkheid voor gezonde voeding versnipperd is, is nog meer samenwerking tussen supermarkten, producenten en overheid nodig.

Uit het onderzoek van Panelwizard blijkt dat bijna 89 procent van de ruim 1.000 respondenten gezonde voeding (zeer) belangrijk vindt. De Schijf van Vijf is voor de definitie van gezonde voeding in dit onderzoek als uitgangspunt opgenomen. Ondanks deze intentie stuiten consumenten op verschillende belemmeringen. Prijs vormt een belangrijke factor; bijna 38 procent van de ondervraagden geeft aan dat gezonde producten te duur zijn. Opvallend is dat met name huishoudens met jonge kinderen (44,9 procent) en de leeftijdsgroep 18 tot 30 jaar (53,6 procent) gezond eten te duur vindt.

Daarnaast speelt gemak en snelheid een rol, met 21,3 procent van de respondenten die aangeven dat gezonde voeding moeilijker te verkrijgen en minder snel te bereiden is dan ongezonde voeding. Ook hier geldt dat huishoudens met jonge kinderen (31,5 procent) en de groep tussen 18 en 30 jaar (37,3 procent) relatief hoog scoren.

Andere belangrijke redenen zijn dat de consument gezond eten minder lekker vindt (16,7 procent) of het lastig vindt om te achterhalen of producten gezond zijn vanwege slechte informatievoorziening (15,5 procent).

Terwijl gezonde voeding geassocieerd wordt met complexe en lange bereidingstijden, zijn ongezonde keuzes – producten die buiten de Schijf van Vijf vallen – overal beschikbaar: in supermarkten, op stations en bij fastfoodketens. Ongezond voedsel wordt als relatief goedkoop gezien, gemakkelijk te ‘snacken’, vaak aantrekkelijk gepresenteerd en is op veel plekken beschikbaar.

Gedeelde verantwoordelijkheid nodig

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) schat dat ruim 8 procent van de ziektelast in Nederland is toe te schrijven aan ongezonde voeding. Dit bleek in een eerder verschenen rapport van ABN AMRO over de rol van bedrijven in een gezonde samenleving. Met het vaker voorkomen van overgewicht en gerelateerde aandoeningen zoals diabetes type-2, is het bevorderen van gezonde eetgewoonten een belangrijke uitdaging. De overgrote meerderheid van de consumenten vindt dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid, maar staan sterk onder invloed van prijs, marketing en productaanbod. Producenten en supermarkten beïnvloeden het eetgedrag via assortiment, prijs en reclame. Overheid zet in op voorlichting, maar is terughoudend in de inzet van meer dwingende prijsmaatregelen, zoals een suiker- of vettaks, mede omdat de effectiviteit van deze maatregelen sterk betwist wordt. Samenwerking is nog harder nodig om gezonde voeding makkelijker, goedkoper en aantrekkelijker te maken voor iedereen.

Emeritus hoogleraar Voeding en Gezondheid Jaap Seidell refereerde dan ook tijdens zijn afscheidsrede aan een ‘wicked problem’: het zo lang mogelijk gezond houden van iedereen is een complex en moeilijk oplosbaar probleem dat tegenstrijdigheden in zich huist. Consumenten begeven zich vaak in een omgeving die stimuleert om veel en ongezond te eten en weinig te bewegen. Elke partij met invloed op die omgeving is aan zet, is zijn pleidooi.

Dit blijkt ook uit het consumentenonderzoek door Panelwizard. Consumenten vinden weliswaar in de eerste plaats dat zij zelf moeten zorgen voor gezond eten en dat in het geval van kinderen die taak bij de ouders en verzorgers ligt. Maar net als Jaap Seidell onderschrijven consumenten dat ook andere actoren van invloed zijn. Zo worden voedingsproducenten door 37 procent van de respondenten als verantwoordelijke aangewezen, met vlak daarachter overheid (35,3 procent) en supermarkten (34,7 procent). De horeca (5,5 procent) wordt minder vaak een rol toegedicht.

Supermarkten dragen verantwoordelijkheid

Ruim 80 procent van de consumenten brengt een bezoek aan de supermarkt om boodschappen te doen voor het avondeten, blijkt uit ons onderzoek. Supermarkten hebben daarmee een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze bepalen in belangrijke mate wat consumenten aangeboden krijgen, tegen welke prijs, en hoe zichtbaar die producten zijn. De inrichting van supermarkten is vaak zodanig dat consumenten worden gestuurd in hun keuze, bijvoorbeeld door kassapromoties, volumedeals of opvallende plaatsing van producten op het schap. Meestal komt de consument weliswaar eerst in aanraking met de groente- en fruitafdeling, wat een gezonde keuze stimuleert, maar critici beargumenteren dat circa 80 procent van het supermarktaanbod buiten de Schijf van Vijf valt. Voor veel consumenten wordt het hierdoor lastiger om structureel gezondere keuzes te maken, zelfs wanneer de intentie er wel is.

Voedingsspeciaalzaken, zoals slagers, groenteboeren of bakkers, bereiken slechts een beperkt deel van de bevolking vanwege doorgaans hogere prijzen en een minder bereikbare ligging. Consumenten doen het grootste deel van hun boodschappen in de supermarkt (one-stop-shopping). Dit onderstreept dat juist supermarkten, die een breed publiek bedienen, een sleutelpositie innemen om gezonde voeding voor iedereen toegankelijk te maken.

Ook voedingsbedrijven aan zet

Voedingsbedrijven dragen ook een grote verantwoordelijkheid in het bevorderen van een gezonde leefomgeving. De druk op de sector neemt toe naarmate de ontwikkeling van obesitas niet wordt gekeerd. Respondenten in het onderzoek van Panelwizard geven aan vooral op voedingswaarde (suikers, vetten, zout, eiwitten), energie en ingrediënten te letten om te bepalen welke voeding gezond is. Een op de drie respondenten zegt hiervoor gebruik te maken van de Schijf van Vijf. De veelbesproken Nutri-score, het voedsellogo dat met kleuren aangeeft hoe gezond een product is binnen een productgroep, wordt minder gebruikt. Een op de zes respondenten kijkt naar de Nutri-score. Omdat veel producten buiten de Schijf van Vijf vallen en consumenten deze kopen omdat ze vooral lekker zijn, is de Nutri-score bij uitstek geschikt om de consument het ‘betere alternatief’ binnen een productgroep te laten kiezen en de voedingsindustrie te stimuleren de samenstelling van deze producten te verbeteren.

Deze verbetering werd al eerder ingezet met het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Verdere verbetering van producten – bijvoorbeeld door het blijven verlagen van suikers, vetten en zout – kan consumenten helpen gezonder te eten. Ook de betaalbaarheid van gezonde voeding is cruciaal; met het aanbieden van betaalbare, gemakkelijke, gezondere opties kan de voedingsindustrie de consument eveneens helpen.

Horeca vooral gezien als moment van genieten

Ook horecagelegenheden dragen verantwoordelijkheid voor het aanbieden van gezonde voeding. Steeds meer mensen eten buiten de deur of laten maaltijden bezorgen. Het aanbod binnen met name de fastfood bestaat voor een groot deel uit energierijke, bewerkte producten met een lage voedingswaarde. Vooral in de buurt van scholen is fastfood om die reden niet wenselijk. Veel respondenten in ons onderzoek (64 procent) vinden het (zeer) belangrijk dat restaurants gezonde opties aanbieden op het menu. Toch zien consumenten uiteten gaan ook als een moment om te genieten van een maaltijd zonder bezig te zijn met de vraag of de gerechten al dan niet gezond zijn, blijkt uit de enquête.

Positieve ontwikkelingen

Er zijn ook positieve ontwikkelingen. Enkele supermarkten nemen concrete stappen om gezondheid toegankelijker en aantrekkelijker te maken. Zo verwijderde Dirk van den Broek als eerste grote keten alle snoepwaren bij de kassa’s en verving deze door gezondere alternatieven. Albert Heijn ontwikkelde een app waarbij klanten inzicht krijgen in de voedingswaarde van hun winkelmandje. Ekoplaza biedt naast louter biologische producten ook een vitaal weekmenu op de website. Lidl richt zich in toenemende mate op het stimuleren van groenten en fruit, ook voor mensen met een kleiner budget.

Ook producenten zijn in ontwikkeling. Zo introduceerden verschillende leveranciers van pindakaas de 100% variant. Magioni biedt gezondere alternatieven van onder andere pizzabodems en pancakes en Ella’s Kitchen positioneert zich met gezonde en gemakkelijke voeding voor baby’s en jonge kinderen. Het Nederlandse Hak zet zich in voor groei in groente- en peulvruchtconsumptie met innovatieve gemaksoplossingen.

Restaurants zitten ook niet stil. Zo zijn er zaken die fastfood opnieuw uitvinden door gezondere versies aan te bieden van populaire gerechten, zoals volkoren wraps en groenteburgers (‘healthy fast service’). Of door de introductie van farm-to-table-concepten, waarbij verse, seizoensgebonden producten rechtstreeks van de boerderij naar het bord worden gebracht. Het Voedingscentrum geeft praktische tips hoe horecaondernemers het kindermenu gezonder kunnen maken in de richting van de Schijf van Vijf.

De rol van de overheid

Daarnaast grijpt de overheid in met diverse beleidsinstrumenten zoals communicatie, organisatie, juridische sturing en financiële prikkels. Zo wordt via JOGG-teams (gestart als Jongeren op Gezond Gewicht) al vanaf 2010 lokaal gewerkt aan een gezondere leefomgeving door kennis te delen met gemeenten, die vervolgens hun beleid kunnen aanpassen en dit met JOGG in de praktijk kunnen brengen.

In het Nationaal Preventieakkoord, dat in 2018 werd gesloten, zijn bindende afspraken gemaakt met onder andere maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven ter preventie van overgewicht. Op basis van het akkoord zijn diverse acties genomen, zoals de reductie van suiker in frisdranken en de beperking van marketing gericht op kinderen. In 2024 ging de verbruiksbelasting omhoog op alcoholvrije danken, zoals vruchten- en groentesappen, limonade en alcoholvrij bier, om een gezondere keuze te stimuleren. De verbruiksbelasting op mineraalwater werd juist afgeschaft. Toch leiden bovengenoemde maatregelen vooralsnog niet tot een gewenste afname van overgewicht.

Help de consument met gezonder voedselaanbod

De oproep aan de verschillende partijen – supermarkten, voedingsbedrijven, horeca – is helder: help de consument door bij te dragen aan een gezonder voedselaanbod en neem gezondheid nog vaker mee in het bedrijfsmodel, in samenwerking met elkaar en met de overheid. Opties zijn het herformuleren van productsamenstellingen en het uitbreiden van het productaanbod, het stimuleren van gezonde keuzes en het transparant maken van de kwaliteit van voedsel.

Zo vergt het van voedingsproducenten behoorlijk wat inspanning om de hoeveelheid suiker en vet in producten te verlagen, maar ze tegelijkertijd ‘lekker’ te houden zodat consumenten niet weglopen. Supermarkten hebben dezelfde uitdaging, in samenwerking met hun leveranciers en als verkoper van huismerken. Zo werkt Albert Heijn met zijn leveranciers aan de reductie van suiker in huismerkproducten.

Supermarkten en voedingsproducenten kunnen bovendien juist profiteren door samen gemakkelijke en gezonde maaltijden te ontwikkelen. Consumenten geven in de enquête immers aan dat meer variatie in de beschikbare gezonde voeding zou helpen om gezonder te eten. Ook blijkt een toenemende behoefte van consumenten dat voedsel gemakkelijk en snel beschikbaar moet zijn. Gezond eten wordt vaak geassocieerd met het nodig hebben van meer kennis, kookvaardigheden en tijd.

Daarnaast helpen voedingsproducenten consumenten met transparante voedselinformatie op verpakkingen en in reclame-uitingen, die eenduidig de voedingswaarde van producten aangeven. Ook kan via apps of verpakkingen inspiratie gegeven worden aan consumenten voor gezonde maaltijden. Supermarkten kunnen daarnaast gezonde keuzes stimuleren, bijvoorbeeld door de vindbaarheid te vergroten, een bonus op groenten te geven of door snoepwaren bij de kassa te vervangen door gezondere alternatieven.

Gezondheids- en voedingsclaims op voeding moeten sowieso voldoen aan wettelijke verplichtingen. De Reclame Code Commissie speelt een belangrijke rol in het beschermen van consumenten tegen misleidende claims.

Sociale media betrekken

Het inzetten van influencers loont met name om jongere doelgroepen te bereiken. Ruim 22 procent van alle ondervraagden is door sociale media (via influencers) bewuster geworden van voeding en gezondheid; voor de leeftijdsgroep 18-30 jaar is dit met 37 procent een stuk hoger. En ruim 17 procent heeft weleens het eetpatroon of voedingsstijl aangepast, zoals de keuze voor vegan eten of minder suiker gebruiken. Ook hier geldt dat het aandeel jongeren met 30 procent een stuk hoger ligt.

Conclusie

Gezonde voeding is een complex probleem waarbij de consument wordt geholpen door een gezamenlijke aanpak van alle belanghebbenden. Door te focussen op betaalbaarheid, gemak, variatie en voorlichting kunnen zowel voedingsbedrijven, horeca als supermarkten een significante bijdrage leveren aan het bevorderen van een gezondere levensstijl voor iedereen. De overheid kan hier belangrijke randvoorwaarden voor scheppen.

Lees verder in de retailsector

De winkel van vandaag is meer dan alleen een voorraadkast. Het biedt klanten advies en inspiratie en is de plek om in contact te zijn met klanten. Door de Oekraïne crisis en forse inflatie is het consumentenvertrouwen sterk gedaald en dit beïnvloedt het consumentengedrag. Retailers kampen daarnaast met forse kostenstijgingen op het gebied van inkoop, huur, personeelskosten, covid herstelbetalingen en energie. De omstandigheden blijven ook na covid voor veel retailers uitdagend.

Bekijk alle artikelen

Lees ook

Meld je gratis aan voor onze Insights nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze inzichten, tips en trends

Aanmelden