Klimaatcrisis levert uiteindelijk alleen winnaars op

De aanpassingen die moeten worden gedaan om klimaatverandering tegen te gaan, worden veelal gezien als noodzakelijk kwaad. Dat zorgt ervoor dat de overheid en het bedrijfsleven zich afwachtend opstellen.
Gevolg: te laat ingrijpen, miljarden aan schade en nog meer weerstand. Beter is met een heldere visie vroegtijdig en stap voor stap aan de juiste knoppen draaien. Slaagt dit, dan levert de klimaatcrisis uiteindelijk alleen maar winnaars op. Dit is te lezen in het duurzaamheidsmagazine van ABN AMRO: Winst op alle fronten.
Het is niet gemakkelijk de natuur te beschermen en tegelijk de economie draaiende te houden, zo heeft het kabinet het afgelopen jaar ervaren. In januari 2019 oordeelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat het kabinet de verplichte CO2-reductie van 25 procent in 2020 ten opzichte van 1990 waarschijnlijk niet gaat halen. Later in het jaar geeft het PBL een onvoldoende voor het klimaatakkoord, omdat de geplande CO2-reductie van 49 procent in 2030 onhaalbaar wordt geacht. En dan is er nog de Raad van State die oordeelt dat de stikstofuitstoot moet worden verminderd.
Dit heeft alleen maar verliezers tot gevolg: de natuur is onvoldoende beschermd en de economie lijdt enorme schade. Zo moest de kolencentrale aan de Amsterdamse Hemweg nog hetzelfde jaar dicht. Voor tweehonderd medewerkers moest een nieuwe baan worden gezocht. En door de stikstofnoodmaatregelen is van de ene op de andere dag een rem gezet op de uitgifte van vergunningen voor bouw- en infraprojecten en andere uitbreidingsinvesteringen. Ook de agrarische sector heeft te maken met beperkingen, waardoor veel boeren hun uitbreidingen moeten staken.
De schade is groot. ABN AMRO berekende dat in de komende vijf jaar alleen al voor 14 miljard euro aan bouwprojecten op losse schroeven komt te staan door de stikstofaanpak. Tel daarbij de eveneens vorig jaar aangescherpte maatregelen rondom PFAS – een verzamelnaam voor 6000 synthetische stoffen die in de grond zitten en ook schadelijk zijn voor mens en natuur – en de crisis is compleet. Ondernemers in de industrie, de bouw en de transport en logistieke sector verwachten dat zij door de stikstof- en PFAS-regels in 2020 een omzetdaling moeten verwerken van liefst gemiddeld 8 procent. Dat komt neer op een derving van 16 miljard euro, in een jaar.
Het Malieveld op
Een enkel bedrijf in deze sectoren sluit hierdoor gelijk de deuren, omdat de volledige omzet wordt weggevaagd. Andere stoppen met investeren en zetten hun werknemers op straat – alleen al in de bouw raken naar verwachting zo’n 70.000 mensen werkloos – om zo de wervelstorm uit te zingen. Dat is reden voor de ABN AMRO-economen om de verwachte bbp-groei voor 2020 fors neerwaarts bij te stellen, met name voor de sectoren die direct worden geraakt. De maatschappelijke onrust achter deze koude cijfers kan niemand zijn ontgaan: bouwers en boeren trokken woedend op hun hijskranen, betonwagens en tractoren naar het Haagse Malieveld om met gebalde vuist aandacht te vragen voor hun misère.
Het heeft er alle schijn van dat de overheid de zaken te lang op hun beloop heeft gelaten. Zij wist al veel langer dat stikstof een probleem zou vormen. Journalisten van de Volkskrant ontdekten dat ambtenaren van ministeries als Landbouw en Infrastructuur in april vorig jaar hadden gewaarschuwd voor het gebrekkige stikstofbeleid. Desondanks is al die tijd weinig gedaan met deze constatering. Sterker nog, het ministerie van Economische Zaken zette in de periode 2011 tot 2015 ecologen onder druk om hun conclusies over de kans op herstel van Natura 2000-gebieden ten positieve aan te passen, zo schreef de NRC eind december. Het ministerie wilde zo “ruimte scheppen voor infrastructuurprojecten en bedrijfsuitbreiding”.
Eerder ingrijpen door de overheid had pijnlijke maatregelen niet kunnen voorkomen, maar de schade aan de natuur zou zijn beperkt en een economische implosie als de huidige zou zijn uitgebleven. Bij een meer gedoseerd klimaatbeleid had het bedrijfsleven veel meer tijd gehad om zijn werkwijze aan te passen en noodzakelijke innovaties door te voeren om zo de uitstoot van stikstof te verminderen. Nu worden ondernemers volledig verrast door de maatregelen en heerst vooral onzekerheid over wat verder komen gaat. CEO Rob van Wingerden van bouwbedrijf BAM hekelt in een gesprek met het FD het overheidsbeleid en stelt dat de bouwsector minder innoveert, omdat de overheid niet betrouwbaar is. Hij gaat er zelfs vanuit dat een stikstof- en PFAS-crisis zo weer kan gebeuren, omdat de overheid “doelen stelt zonder na te denken over de tussenstappen”.
Losse maatregelen
Ook de Raad van State stelt dat de overheid een onevenwichtig beleid heeft gevoerd en onvoldoende hervormingen heeft doorgevoerd. Het kabinet hanteert bij het behalen van de klimaatdoelen volgens het hoogste adviesorgaan van de regering een “veelheid aan losse maatregelen”, waar een “herordening van productie en consumptie in alle sectoren” nodig is. Dit vraagt om een “samenhangend pakket aan wetgeving, om ingrijpende veranderingen van de structuur van de economie en om innovatie op systeemniveau”. Kortom: aan de overheid de taak een duidelijke visie te formuleren en kaders te scheppen die nodig zijn om zowel de klimaatdoelen te halen als de economie weerbaar te maken.
Het devies is terug naar de tekentafel met als doel een samenhangend pakket aan maatregelen te nemen. En hoe graag het kabinet alle kiezers tevreden wil stellen, dat gaat niet altijd. Soms moet nu door een groep pijn worden genomen, om er later beter uit te komen voor iedereen. Maatregelen in het algemeen belang zijn namelijk niet per se in het belang van het individu. Zo is het beter voor het klimaat en dus de gezondheid van alle inwoners als er geen extra snelwegen worden aangelegd, maar wie elke dag in de file staat en zijn kinderen daardoor nauwelijks ziet, hoopt vooral dat zijn dagelijkse vertragingen onmiddellijk worden opgelost.
De overheid kan de schade per individu wel beperken door een meer geleidelijk en evenwichtig beleid. Een goed voorbeeld is de aanpak van Amsterdam bij de overgang naar volledig elektrisch vervoer. Ook hier kwam bij de lancering veel kritiek, maar die is nu al een tijdje verstomd. De gemeente biedt een duidelijk tijdspad en belooft financiële steun aan gedupeerden die de kosten niet kunnen dragen. Nu gloort het vooruitzicht van een stad waarin de Amsterdammer een schonere lucht heeft en langer leeft, want luchtvervuiling kost de Amsterdammer volgens wethouder Sharon Dijksma een jaar van zijn leven. Geen transporteur die over vijf jaar zijn bestelbus of vrachtauto niet heeft ingeruild voor een elektrische variant.
Buiten de boot
Economische groei en klimaat kunnen dan ook wel degelijk hand in hand gaan, stelt de Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz in de Britse krant The Guardian. Een voorwaarde is volgens hem wel dat de klimaataanpassingen goed moeten worden uitgevoerd en niet alleen aan de markt worden overgelaten. Door de tucht van de markt zouden te veel mensen buiten de boot vallen. Denk alleen al aan de medewerkers in vervuilende sectoren die hun baan verliezen. Daarvoor zal de overheid een oplossing moeten vinden.
Een mogelijke oplossing die vaak wordt genoemd is om de belasting op werk te verlagen en die op producten te verhogen, geheel in de geest van de Nederlandse denktank Ex’tax. Dit zorgt ervoor dat meer mensen kunnen werken en vervuilende consumptie tegelijk daalt. Ook VN-secretaris António Guterres is voorstander van een systeem waarin de vervuiler betaalt. Een dergelijke systeem geeft niet alleen de prikkel tot het verbruiken van minder grondstoffen, maak zorgt er ook voor consumenten op zoek te gaan naar alternatieven, zoals het delen van producten in plaats van ze zelf te bezitten. Een derde van de Nederlanders geeft nu al aan best over te willen stappen op deelvervoer als dit net zoveel gemak biedt als een auto bezitten. Het aanbod is alleen nog niet voldoende om dat gewenste gemak – denk aan een deelauto dichtbij huis – te kunnen bieden. Dat aanbod zou met een extra belasting op consumptie nog wel eens snel omhoog kunnen gaan.
De Raad van State noemt het ‘van groot belang’ dat de kosten en de baten bij de overgang naar een klimaatbestendige economie evenwichtig worden verdeeld. Het tijdig uitstippelen van een evenwichtige koers is daarbij de beste route naar duurzame productie en consumptie, en vooral naar het minimaliseren van maatschappelijke onrust en wantrouwen. Zonder vertrouwen blijven de noodzakelijke innovaties uit en die vormen juist de sleutel voor de transitie naar een duurzame economie. Bovendien zal met de nieuwe verdienmodellen vanuit het bedrijfsleven blijken dat natuur en economie elkaar niet hoeven te bijten.
Meer informatie
Lees het duurzaamheidsmagazine 'Winst op alle fronten'.