Javascript is required

Onderbetaling een blijvend maatschappelijk probleem

Onderzoek van ABN AMRO en Impact Institute laat zien dat onderbetaling een maatschappelijk probleem is. Onderbetaling vindt grotendeels plaats bij buitenlandse ketenpartners zoals in de kledingindustrie, maar ook in Nederland komt onderbetaling voor zoals via uitzendbureaus. Certificeringen en bepaalde samenwerkingen kunnen onderbetaling helpen verminderen.

Onderbetaling een blijvend maatschappelijk probleem

Uit het rapport ‘Verborgen prijskaartje van sociale impact Nederlandse bedrijfsleven’ van ABN AMRO en Impact Institute blijkt dat onderbetaling een maatschappelijk probleem is. Onderbetaling vindt grotendeels plaats bij buitenlandse ketenpartners, maar ook in Nederland komt onderbetaling voor. De onderbetaling van werknemers geeft de kloof weer tussen een landelijk vastgesteld leefbaar loon en het daadwerkelijke salaris dat een werknemer ontvangt voor uitgevoerde arbeid. Het rapport gaat dieper in op de methode en definitie van onderbetaling.

Met een leefbaar loon kunnen werknemers zich een fatsoenlijke levensstandaard veroorloven voor zichzelf en hun gezin. Dit omvat niet alleen de basisbehoeften zoals voedsel, water, en onderdak, maar ook andere essentiële zaken zoals toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en transport. Bij het berekenen van het leefbaar loon worden ook in natura-vergoedingen meegenomen, zoals transportvergoeding, huisvesting en gratis maaltijden.

Het leefbare loon verschilt per land. Zo blijkt uit de Global Living Wage Coalition dat bijvoorbeeld het leefbaar loon in de Ivoorkust per maand 317 dollar is en in Bangladesh 197 dollar per maand. Binnen een land verschilt het leefbaar loon ook per regio, bijvoorbeeld vanwege het verschil tussen stedelijke versus plattelandsgebieden. Het leefbare loon moet niet verward worden met het wettelijk minimumloon, omdat dit laatste vastgesteld is door de overheid en, in veel gevallen, lager ligt dan het leefbare loon.

Zowel vanuit moreel als juridisch oogpunt is het als bedrijf essentieel om ervoor te zorgen dat werknemers, ook in de toeleveringsketen, zich een fatsoenlijke levensstandaard kunnen veroorloven. Betaling van leefbare lonen helpt namelijk bij het beperken van andere sociale risico’s, zoals buitensporige werkuren, oneerlijke werkomgevingen, dwangarbeid en kinderarbeid.

Onderbetaling bij uitzendbureaus

In de sector Zakelijke dienstverlening vindt het grootste risico op onderbetaling plaats, met name bij klanten in de keten (downstream) (zie Figuur 1). Een groot deel daarvan zijn klanten van uitzendbureaus, zoals tuinbouwbedrijven waar arbeidsmigranten werken. Uitzendbureaus vertegenwoordigen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van toegevoegde waarde ongeveer een vijfde van de sector. De sociale kosten van onderbetaling zouden op basis hiervan 0,72 miljard euro zijn. Dit is gebaseerd op de aanname dat de impact onderbetaling gelijk verdeeld wordt over de branches binnen de sector Zakelijke dienstverlening. Deze negatieve sociale impact valt onder de verantwoordelijkheid van zowel de uitzendbureaus als de inlenende bedrijven.

Hoewel een groot deel van de uitzendbureaus wet- en regelgeving naleeft, blijkt uit schattingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie dat in 2022 ongeveer 15 procent van de uitzendbureaus de wet zou hebben overtreden. Het gaat dan meestal om uitzendbureaus die bemiddelen in ongeschoolde en laaggeschoolde arbeid, waarbij buitenlandse werknemers steeds vaker worden ingezet.

Uit de monitor van de Nederlandse Arbeidsinspectie over 2023 blijkt dat de meeste meldingen over arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling uit de sector Zakelijke dienstverlening kwamen. Het merendeel van deze meldingen betroffen uitzendbureaus en in mindere mate ondernemingen in de schoonmaaksector. Deze uitzendbureaus verlenen werknemers aan allerlei andere sectoren. Zo vindt bijna de helft van de misstanden over ernstige benadeling via uitzendbureaus plaats in de sector Industrie. Dit betreft bijvoorbeeld Roemeense en Poolse uitzendkrachten die werken in de vleesverwerkingsindustrie.

Sinds 1 januari 2025 ziet de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) erop toe dat gelijk werk gelijk betaald wordt. In de uitzendcao’s is dat vertaald naar de ‘inlenersbeloning’. Een uitzendkracht hoort hetzelfde te verdienen als de personeelsleden die rechtstreeks in dienst zijn.

Andere onregelmatigheden die spelen in de branche en niet in onze indicator onderbetaling worden meegenomen, zijn bijvoorbeeld illegale tewerkstelling, te lange werktijden en gefingeerde dienstverbanden. Vaak vervullen uitzendbureaus ook de rol van huisbaas, waardoor arbeidsmigranten bij ontslag hun onderkomen verliezen. Sinds 1 juli 2023 is de wetgeving veranderd, waardoor werk- en wooncontracten gescheiden zouden moeten zijn om deze afhankelijkheid te verminderen. Enkele uitzendbureaus maken voor financieel gewin misbruik van ontslag op staande voet bij arbeidsmigranten, zo blijkt uit onderzoek van de Arbeidsinspectie. Bij ontslag op staande voet ontvangen werknemers geen betalingen meer en verliezen ze hun recht op een WW-uitkering.

Certificering van uitzendbureaus

Diverse keurmerken kunnen zowel inleners als uitleners helpen bij het voorkomen dat ze met malafide uitzendbureaus in zee gaan.

Inleners doen er goed aan te kiezen voor SNA-gecertificeerde bureaus (Stichting Normering Arbeid). Dit keurmerk biedt zekerheid dat een uitzendbureau voldoet aan wettelijke verplichtingen, zoals het correct afdragen van loonheffingen. Daarnaast is het goed om te controleren of het uitzendbureau een actuele WKA-verklaring (Wet Ketenaansprakelijkheid) heeft. Dit document bewijst dat een uitzendbureau de loonheffingen correct aan de Belastingdienst heeft betaald, waardoor de inlener geen risico loopt aansprakelijk te zijn voor eventuele achterstanden. Als arbeidsmigranten worden gehuisvest, controleer dan als inlener of het uitzendbureau het SNF-keurmerk (Stichting Normering Flexwonen) heeft, wat jaarlijkse controles op huisvestingsnormen garandeert.

Tot nu toe draait de uitzendbranche op zelfregulering, zoals het SNA-keurmerk. Omdat de misstanden nog niet verholpen zijn, heeft het kabinet een voorstel tot de Wet Toelating Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten (WTTA) ingediend. De essentie van deze wet is dubbele verantwoordelijkheid. Alle uitzendbureaus moeten gecertificeerd zijn om arbeidskrachten te kunnen uitzenden. Daarnaast moeten bedrijven die deze krachten inhuren controleren of ze samenwerken met een gecertificeerd bureau. Hoewel de WTTA is uitgesteld, is het verstandig om als uitzendbureau hierop voor te bereiden; ervoor te zorgen dat het kan voldoen aan de eisen zoals het storten van een waarborgsom en het bewijzen van correcte arbeidsvoorwaarden en afdrachten.

Door deze stappen te volgen, kunnen zowel inleners als uitleners bijdragen aan een transparante en eerlijke uitzendbranche, en beschermen zij zichzelf tegen juridische en financiële risico's.

Onderbetaling in Transport & Logistiek

Ook in andere sectoren komen misstanden voor. In de transportsector worden buitenlandse vrachtwagenchauffeurs met enige regelmaat onderbetaald of moeten ze weken in hun vrachtwagen doorbrengen, aangewakkerd door de druk om goedkoop en flexibel transport te bieden. Dit blijkt uit controles van de Arbeidsinspectie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en is ook gesteld door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Chauffeurs, soms ook van buiten de EU, worden via in het buitenland gevestigde uitzendbureaus of transportondernemingen ingehuurd vanuit landen met lagere loonkosten, zoals Litouwen of Polen. Hoewel ze in Nederland werken, worden hun arbeidsvoorwaarden gebaseerd op de regels van het land van herkomst, wat vaak resulteert in lagere lonen en minder bescherming.

In de pakketbezorging, waarin veel wordt gewerkt met onderaannemers, was volgens de Arbeidsinspectie sprake van onder meer onderbetaling. De Arbeidsinspectie onderzocht zowel het transport tussen distributiecentra als de levering aan huis en ontdekte problemen als onderbetaling, illegale arbeid en te lange werkuren. Na interventie van de Arbeidsinspectie hebben de onderzochte bedrijven hun werkwijzen verbeterd. (Onder)aannemers gaven aan dat hun opdrachtgevers stappen hadden ondernomen om eerlijkere arbeidspraktijken te waarborgen en illegale arbeid te verminderen.

De Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) is tussen 2015 en 2017 in fases ingevoerd om misstanden op de arbeidsmarkt tegen te gaan, zoals schijnconstructies waarbij werknemers worden onderbetaald of arbeidsrechten worden omzeild. Een belangrijk element in de wet is de ketenaansprakelijkheid; hoofdaannemers kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van het juiste loon aan werknemers van onderaannemers. Hoofdaannemers zijn dus medeverantwoordelijk voor correcte loonbetalingen in de keten. De wet heeft bijgedragen aan bewustwording en naleving van arbeidsvoorwaarden, vooral door de verhoogde aansprakelijkheid van hoofdaannemers. Overtredingen komen soms nog wel voor, maar het lijkt erop dat het overgrote merendeel van de bedrijven in de sector Transport & Logistiek de zaken op orde heeft.

Onderbetaling in de mondiale waardeketen

De International Labour Organisation (ILO) schat dat wereldwijd ongeveer 665 miljoen mensen minder dan 3,65 dollar per dag verdienden in 2023, waarvan de laagste economische klasse, zo’n 241 miljoen werknemers, zelfs onder de door de Wereldbank gedefinieerde armoedegrens viel van 2,15 dollar per dag. Dit worden ook wel de ‘werkende armen’ genoemd; mensen met een baan die te weinig verdienen om zichzelf en hun gezinnen uit extreme of gematigde armoede te halen.

De kledingbranche wordt vaak genoemd wanneer gesproken wordt over onderbetaling in de waardeketen. In onze analyse is deze onderdeel van de sector Industrie. Industrie heeft het een na hoogste risico op onderbetaling (zie Figuur 1). In 2022 bedroegen de bestedingen aan kleding en textiel in Nederland bijna 17 miljard euro, zo blijkt uit CBS-data. Veel kledingmerken en -winkels hebben zich ontwikkeld tot internationale spelers die delen van hun productieproces zoals inkoop van materialen, naaien en verpakken uitbesteden aan verschillende leveranciers en producenten wereldwijd via allerlei complexe en ondoorzichtige ketens. Veel van de kleding wordt dus geproduceerd in lagelonenlanden als Bangladesh, India, Cambodja en China. In die landen zijn de arbeidsomstandigheden vaak slecht en liggen de lonen onder het leefbare loon. Uit onderzoek van Schone Kleren Campagne uit 2020 bleek maar liefst dat 93 procent van de 108 ondervraagde kledingmerken in Europa, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, geen bewijs kon leveren dat in een van hun fabrieken leefbare lonen werden betaald.

Verbeter arbeidsomstandigheden in kledingindustrie door inzet Fair Wear Foundation

Fair Wear, opgericht in 1999, zet zich in om de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie wereldwijd te verbeteren. Dit initiatief brengt merken, fabrieken, arbeiders, vakbonden, ngo’s en andere belanghebbenden uit de sector bij elkaar. Deze ambitieuze samenwerking is van belang om afstemming mogelijk te maken en de kledingsector eerlijk te maken voor iedereen. Fair Wear hanteert hierbij standaarden die gebaseerd zijn op de due diligence-richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor de textiel en kledingindustrie.

“Het kunnen betalen van een leefbaar loon aan kledingarbeiders gaat over centen in de werkelijke consumentenprijs, en samenwerking tussen merken die produceren in dezelfde fabriek is hierbij essentieel”, aldus Jesse Bloemendaal, Beleidcoördinator bij Fair Wear. Fair Wear faciliteert samenwerking tussen merken, bijvoorbeeld door merken die in dezelfde fabrieken produceren te koppelen om gezamenlijke doelen te stellen en acties te coördineren. Door middel van gezamenlijke acties kunnen merken hun invloed vergroten, wat resulteert in betere arbeidsomstandigheden en effectievere naleving van Fair Wear’s richtlijnen.

Daarnaast biedt Fair Wear trainingen en tools aan waar merken praktische kennis en ‘best practices’ kunnen delen over zaken als duurzame inkooppraktijken, leefbaar loon, veiligheid op de werkvloer en arbeidersrechten. Dit maakt het mogelijk voor merken om samen sterker te staan in hun streven naar eerlijke productie.

Lees meer sectoroverstijgende artikelen

Naast de ontwikkelingen en kansen die zich in specifieke sectoren voordoen, zijn er ook volop actuele zaken die effect hebben op alle sectoren. Van klimaatbeleid en verkiezingen tot personeelstekorten en grondstoffenprijzen.

Bekijk alle artikelen

Lees ook

Meld je gratis aan voor onze Insights nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze inzichten, tips en trends

Aanmelden