Een goed begin van 2025: 8 vragen aan de dga

Om als directeur-grootaandeelhouder (dga) 2025 privé en zakelijk goed te starten, hebben wij 8 veelgestelde vragen op een rij gezet. Zo zie je waar je op moet letten bij je financiële keuzes. Lees ook de tips voor ondernemers met een eenmanszaak of vof.
1. Voldoet je salaris aan de wettelijke regels?
Voor een dga wijzigt elk jaar de hoogte van het gebruikelijk loon, het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid. Beoordeel of je salaris voldoet aan de eisen van 2025:
- Je salaris is minimaal gelijk aan dat van iemand in een vergelijkbare functie.
- Dit bedrag moet ook minimaal gelijk zijn aan het hoogste salaris van een medewerker van je bv of van een bedrijf dat hieraan verbonden is.
- Je salaris mag niet lager zijn dan € 56.000 bruto per jaar.
Er is geen maximumsalaris bepaald. Pas je salaris zonodig aan.
2. Gebruik je je auto privé of zakelijk?
Regel je vervoer goed. Rijd je in een auto van de eigen vennootschap en gebruik je deze auto ook privé? Of rijd je liever in een privéauto en declareer je de zakelijk gereden kilometers? Je mag belastingvrij maximaal € 0.23 per kilometer declareren.
Als je de auto van je bv alleen gebruikt voor zakelijke doeleinden, moet je dit aan kunnen tonen. Start het nieuwe jaar goed en houd vanaf het begin een kilometeradministratie bij. Die kun je gebruiken als bewijs. Door de auto niet privé te gebruiken, of in elk geval minder dan 500 kilometer privé in een jaar, bespaar je een fiscale bijtelling. Daarmee bespaar je belasting.
3. Is je bedrijfsstructuur op orde?
Als dga heb je een scheiding aangebracht tussen je privévermogen en het vermogen van je bv. Het is verstandig om na te gaan of de risico’s die de bv loopt voldoende zijn afgeschermd. Een holdingstructuur kan je helpen om risico’s te beperken. Je bent bij een holdingstructuur aandeelhouder van de holding, en de holding is aandeelhouder van de werkmaatschappij. Een holdingstructuur kan ook helpen als je activiteiten (deels) verkoopt.
Heb je al een holdingstructuur? Dan is het de vraag of de holding en de werkmaatschappij(en) een fiscale eenheid moeten vormen of juist niet. Bij een fiscale eenheid worden de resultaten van de dochtervennootschappen aangegeven in de aangifte van de holding bv. Het voordeel daarvan is dat je verliezen van de ene bv kunt compenseren met winsten van een andere bv. Een mogelijk nadeel is dat het lage vennootschapsbelastingtarief dan geldt voor de groepswinst tot een bedrag van € 200.000. Als er geen fiscale eenheid is, past elke vennootschap het lage tarief toe over de eerste € 200.000 winst.
4. Keer je in 2025 dividend uit aan privé?
In 2025 zijn er 2 inkomsten-belastingtarieven in box 2. De verschuldigde inkomstenbelasting over dividend (inkomen uit aanmerkelijk belang) is als volgt: over de 1e € 67.804 aan inkomen in box 2 is het tarief 24,5%. Over het meerdere is het tarief 31%. Het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) behoort voor fiscale partners tot de ‘gemeenschappelijke inkomensbestanddelen’. Dat betekent dat partners door een 50/50-verdeling in de aangifte inkomstenbelasting samen tot maximaal € 135.608 per jaar aan box 2-inkomen tegen het lage tarief kunnen genieten.
Beoordeel samen met je fiscalist of het in jouw situatie verstandig is om in 2025 (extra) dividend uit te keren. Je kunt dan optimaal gebruikmaken van het lage tarief. Belangrijk is om samen met je fiscalist ook te beoordelen wat de eventuele invloed van heffingskortingen is op de verschuldigde belasting.
5. Heb je de huwelijkse voorwaarden uitgevoerd?
Ben je als dga getrouwd onder huwelijkse voorwaarden? In dat geval is de kans groot dat hierin een periodiek verrekenbeding is opgenomen. In zo’n beding staat meestal dat jaarlijks de gespaarde inkomsten moeten worden verdeeld. Ga na of je dit beding over 2024 al hebt uitgevoerd. Heb je dit nog niet gedaan? Doe dit dan in het begin van 2025. Als je in het verleden vergeten bent je periodiek verrekenbeding uit te voeren, kun je dat repareren. Dit doe je door samen met je partner een vaststellingsovereenkomst op te stellen en deze overeenkomst te ondertekenen. Als je dit niet doet, wordt het gezamenlijke vermogen van beide echtgenoten gezien als te verrekenen vermogen. Bij een eventuele scheiding moet het vermogen alsnog worden verrekend.
6. Begin je 2025 met een schenking aan je (klein)kinderen?
In onze eindejaarstips over 2024 hebben we aangegeven dat het slim is om een bedrag belastingvrij te schenken. We krijgen regelmatig de vraag of dit per se aan het einde van het kalenderjaar moet. Dit is niet zo. Je mag gedurende het hele jaar een bedrag belastingvrij schenken. Als ouder mag je in 2025 belastingvrij € 6.713 aan elk kind schenken. Aan anderen, zoals bijvoorbeeld je kleinkinderen, mag je in 2025 belastingvrij € 2.690 schenken.
7. Wat bouw je op aan inkomen voor later?
Je kunt fiscaal voordelig pensioen opbouwen. Dit kan via een lijfrente. Pensioenopbouw kan je een belastingvoordeel opleveren.
De premie die je betaalt voor een lijfrente of de storting op een speciale bankrekening kun je van je inkomen aftrekken. Dit betekent dat je maximaal 49,5% minder belasting betaalt over het bedrag dat je als premie inlegt. Bij uitkering betaal je belasting, mogelijk tegen een lager tarief. Je betaalt geen box 3-belasting over de ingelegde gelden. Ook is het goed om te bekijken wat de financiële gevolgen zijn als je arbeidsongeschikt zou worden. Is het nodig dat je daarvoor een aanvullende verzekering afsluit of heb je dat al goed geregeld? Daarnaast adviseren wij je ook om in kaart te brengen of je voldoende hebt geregeld voor je nabestaanden als je zou overlijden.
8. Kan je gebruikmaken van aftrekposten in verband met investeringen?
Investeer je als ondernemer in een bedrijfsmiddel? Dan kun je mogelijk gebruikmaken van een fiscale aftrekpost. Je hebt recht op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) als het bedrag van je investeringen in 2025 minimaal € 2.901 is. Daarnaast mogen je investeringen in 2025 niet hoger zijn dan € 392.230. Investeer je in bedrijfsmiddelen voor een doelmatig gebruik van energie? Dan levert je dit mogelijk een extra aftrekpost op: de energie-investeringsaftrek (EIA). Een laatste aftrekpost die je zou kunnen gebruiken is de milieu-investeringsaftrek (MIA). Door goed te plannen kun je optimaal gebruikmaken van deze aftrekposten.
Belastingwetgeving kan lastig zijn. Overleg daarom met je fiscalist en adviseur over je plannen.