Javascript is required Ondernemers - Eenmanszaak - Vof - Belastingtips 2026 - ABN AMRO

Inkomstenbelasting 2026: tips voor ondernemers met een eenmanszaak of vof

De inkomstenbelasting is per 1 januari 2026 op een aantal punten veranderd. Lees onze belangrijkste tips en aandachtspunten. Zodat je het nieuwe jaar goed voorbereid in kunt gaan. Lees ook de tips voor ondernemers met een bv.

1. Houd je uren al vanaf januari goed bij

Voor een aantal fiscale aftrekposten moet je laten zien dat je minstens 1.225 uur per jaar aan je onderneming hebt besteed. Dit heet het urencriterium. Je moet niet alleen bijhouden hoeveel uren je hebt gewerkt, maar ook waaraan je de uren hebt besteed.

Alle uren die je voor je bedrijf hebt gewerkt, mag je meetellen. Denk aan reistijd, de tijd die je besteedt aan het werven van klanten en het bijhouden van administratie. Als je je uren niet goed bijhoudt, kun je aftrekposten mislopen. Zoals de zelfstandigenaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk en de meewerkaftrek.

Ben je geen startende ondernemer meer en doe je naast je onderneming ander werk, bijvoorbeeld omdat je in loondienst werkt? Dan moet je ook aantonen dat je meer dan de helft van je beschikbare tijd hebt besteed aan je onderneming.

Start je later in het jaar een onderneming? Ook dan moet je toch minimaal 1.225 uur aan je onderneming hebben besteed.

2. Houd rekening met de versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek

Als je voldoet aan het urencriterium, kun je als zelfstandig ondernemer gebruikmaken van de zelfstandigenaftrek. Je mag dan een vast bedrag van je winst aftrekken. 

Let op: de zelfstandigenaftrek gaat de komende jaren fors omlaag. Het tijdpad voor het verlagen van de aftrek ziet er als volgt uit.

2025€ 2.470
2026€ 1.200
2027€ 900

Daarnaast is de zelfstandigenaftrek maximaal aftrekbaar tegen het tarief in de tweede schijf van box 1 in de inkomstenbelasting. In 2026 is dat 37,56%.

3. Benut eerder niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek is nooit hoger dan de winst. Maak je in een kalenderjaar weinig winst of heb je verlies, dan kun je de zelfstandigenaftrek misschien niet (helemaal) gebruiken. 

Heb je in 2025 de zelfstandigenaftrek (€ 2.470) niet volledig benut? Dan kun je in 2026 het bedrag aan gemiste zelfstandigenaftrek alsnog verrekenen met je winst uit onderneming. Dat kan de komende 9 jaar.

Let op: ook in het jaar waarin je de aftrek wilt verrekenen moet je aan het urencriterium voldoen.

4. Vergeet de startersaftrek niet

De startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Je krijgt de startersaftrek maximaal 3 keer in de eerste 5 jaar dat je ondernemer bent.

Een voorwaarde is dat je recht hebt op de zelfstandigenaftrek. Als je recht hebt op de startersaftrek, mag je in 2026 een bedrag van € 2.123 optellen bij de zelfstandigenaftrek.

5. Maak gebruik van de mkb-winstvrijstelling

In 2026 heb je als ondernemer recht op de mkb-winstvrijstelling. Deze vrijstelling verlaagt je fiscale winst, waardoor je minder belasting betaalt.

De Belastingdienst past deze vrijstelling automatisch toe bij je aangifte inkomstenbelasting. Je hoeft voor deze aftrekpost niet te voldoen aan het urencriterium.

In 2026 is de mkb-winstvrijstelling 12,7% van de winst, na aftrek van de ondernemersaftrek. Het belastingvoordeel wordt berekend met een tarief van 37,56%. 

6. Zo benut je de investeringsaftrek optimaal

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een aftrekpost op je winst. Je hebt recht op de KIA als je in 2026 meer dan € 2.900 en maximaal € 398.235 investeert in bedrijfsmiddelen die daarvoor in aanmerking komen.

De KIA is in 2026 maximaal € 20.071. De aftrek vermindert als je meer investeert dan € 132.746. Overweeg je investeringen uit te stellen naar 2027 als je boven dat bedrag komt en daarmee in 2026 en 2027 per saldo een hogere KIA krijgt.

Blijf je dit jaar met de investeringen onder de drempel van € 2.900? Dan doe je er verstandig aan de geplande investeringen voor 2027 in 2026 te doen. Zeker als je met de investeringen in 2027 onder de drempel zou blijven. 

De KIA wordt per onderneming berekend. Heb je meerdere bedrijven? Dan kun je voor alle ondernemingen apart de KIA berekenen. Dit betekent dat een investering van bijvoorbeeld € 50.000 in 2 aparte ondernemingen meer kan opleveren dan een investering van € 100.000 in 1 onderneming.

7. Duurzaam beleggen: MIA en EIA in 2026

Bij een investering in nieuwe bedrijfsmiddelen die als milieu-investeringen gelden, kun je de milieu-investeringsaftrek (MIA) aanvragen. In 2026 is deze aftrek 27%, 36% en 45%, afhankelijk van de categorie. Dit geldt bij een investering van meer dan € 2.500.

Ook kan een investering in bepaalde energiezuinige bedrijfsmiddelen uitzicht bieden op de energie-investeringsaftrek (EIA). Deze is 40% bij een investering van meer dan € 2.500.

Let op: de MIA en de EIA kunnen voor dezelfde investering niet samenlopen.

8. Pas op met desinvesteren

Heb je in 2022 of in de jaren daarna de investeringsaftrek gebruikt voor een bedrijfsmiddel, zoals een machine of gereedschap? Let dan op met het afstoten van dat bedrijfsmiddel in 2026. Dit kan namelijk leiden tot een desinvesteringsbijtelling en daarmee een verhoging van je belastbare winst in 2026. 

De desinvesteringsbijtelling is een bijtelling bij de winst van de onderneming als je een bedrijfsmiddel verkoopt waarvoor je eerder investeringsaftrek kreeg. Dit geldt als de waarde van die verkochte bedrijfsmiddelen gezamenlijk hoger is dan € 2.900.

Het gaat hierbij om een verkoop binnen 5 jaar waarbij je het kalenderjaar van aankoop meetelt. De desinvesteringsbijtelling geldt ook als je het bedrijfsmiddel weggeeft, verhuurt, of naar je privévermogen verplaatst.

9. Vorm een herinvesteringsreserve

Verkoop je in 2025 een bedrijfsmiddel? Dan kun je de winst opnemen in een herinvesteringsreserve (HIR). Hiermee stel je de belastingheffing over die winst uit.

Een van de voorwaarden is dat je op de balansdatum kunt aantonen dat je van plan bent om opnieuw te investeren. Het is daarom verstandig op tijd maatregelen te nemen om je herinvesteringsvoornemen te bewijzen. Denk aan het opvragen van offertes.

10. Herinvesteer op tijd

De herinvesteringstermijn is maximaal 3 jaar na het jaar van verkoop van het bedrijfsmiddel. Je moet dan wel de reserve in mindering brengen op de aanschafkosten. Dit verlaagt de afschrijvingsbasis van het nieuwe bedrijfsmiddel. Het is dus belastinguitstel, geen afstel.

De termijn voor de herinvesteringsreserve die in 2023 is gevormd, loopt dus af op 31 december 2026. Om te voorkomen dat de reserve vrijvalt in de winst, moet je in 2026 een verplichting tot herinvestering zijn aangegaan. Als je dat niet doet, betaal je alsnog belasting over de boekwinst op het bedrijfsmiddel.

De toepassing van de herinvesteringsreserve bij staking van een gedeelte van een onderneming (gedeeltelijke staking) als gevolg van overheidsingrijpen is in 2024 ruimer geworden. Hierdoor wordt het makkelijker om gebruik te maken van de herinvesteringsreserve.

In 2026 kan herinvestering zowel in een nieuwe onderneming als in een (andere) bestaande onderneming van de betreffende ondernemer.

11. Innoveer ook in 2026 fiscaal voordelig

Je krijgt als ondernemer aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk als je voldoet aan het urencriterium. Ook heb je een Speur- en ontwikkelingswerkverklaring van rvo.nl nodig. En moet je zelf minimaal 500 uren aan erkend speur- en ontwikkelingswerk besteden.

De aftrek is € 15.979. Voor starters geldt een extra aftrek van € 7.996.

12. Bekijk of je willekeurig kunt afschrijven

Als je in 2026 investeert in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, kun je met de VAMIL-regeling tot 75% willekeurig afschrijven. Door sneller af te schrijven, verlaag je je fiscale winst en betaal je minder belasting.

Als je voldoet aan de voorwaarden van de startersaftrek, mag je onder voorwaarden zelf bepalen hoe en wanneer je bedrijfsmiddelen afschrijft. Dit geldt voor bedrijfsmiddelen die je kocht in de jaren dat je recht had op startersaftrek of in het jaar ervoor, het aanloopjaar.

13. Benut je verrekenbaar verlies

Check of je je verliezen uit het verleden dit jaar nog kunt verrekenen. Dit kan met winst van de laatste 3 jaar en de komende 9 jaar.

Dreigt je verlies uit het verleden verloren te gaan? Onderzoek of je je winst in 2026 kunt verhogen door uitgaven uit te stellen of door omzetten eerder te halen.

14. Werk met hulp van de fiscus aan inkomen voor later

Als ondernemer moet je zelf zorgen voor je pensioen. Dit kan via een lijfrente. Een lijfrente is vergelijkbaar met een pensioenregeling voor werknemers.

Met belastingvoordeel kun je sneller sparen voor later. Sinds 2023 kun je meer aftrekken dan de jaren daarvoor. De storting op een lijfrente spaar- of beleggingsrekening kun je van je inkomen aftrekken. Je betaalt tot 49,5% minder belasting over het geld dat je stort.

Laat je het opgebouwde vermogen uitkeren? Dan betaal je belasting, maar mogelijk tegen een lager tarief. Tijdens de looptijd betaal je over het rendement geen belasting.

Om in 2026 deze aftrekpost te gebruiken, moet je in 2026 de storting doen. Let op dat je inkomen hoog genoeg is om optimaal belastingvoordeel te krijgen.

15. Vraag op tijd een nieuwe voorlopige aanslag aan

Is je winst over 2025 hoger dan verwacht? Dien dan voor 1 mei 2026 je aanvraag inkomstenbelasting in. Of vraag voor 1 mei 2026 een nieuwe voorlopige aanslag aan. Zo voorkom je dat je belastingrente van 6,5% moet betalen.

Let op: belastingwetgeving kan lastig zijn. Overleg daarom met je fiscalist en adviseur over je plannen.

Lees ook