Spectaculaire chatbot symbool voor AI-kloof

De nieuwe chatbot van OpenAI toont een indrukwekkend vermogen om taal te begrijpen en te produceren. Zulke technologische ontwikkelingen bereiken echter niet iedereen. Slechts acht procent van de kleinere bedrijven in Nederland maakt gebruik van artificial intelligence (AI).
ChatGPT, het onderliggende AI-model van de recent gelanceerde chatbot, kan overweg met de meest uiteenlopende verzoeken. Het kan de relativiteitstheorie uitleggen op een manier dat een 9-jarige het begrijpt, of een opzet maken voor een essay over de gevaren van de algoritmische filterbubbel. Maar de chatbot deinst evenmin terug voor meer creatieve opdrachten, zoals het schrijven van een liedtekst of tv-dialoog. Zo levert het verzoek om een "hysterisch grappige tv-dialoog" te schrijven voor een echtpaar dat helemaal klaar is met havermout als ontbijt een daadwerkelijk vermakelijk gesprek op.
Achter dit indrukwekkende model zit OpenAI, een onderzoekslaboratorium dat in 2015 werd opgericht met als doel om – in de woorden van het bedrijf zelf – "vriendelijke AI-technologie" te ontwikkelen. Via veilige en transparante oplossingen hoopt het laboratorium een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij. OpenAI is op meerdere manieren verbonden aan de grootste namen in de tech-industrie. De organisatie werd opgericht met een startkapitaal van maar liefst 1 miljard dollar, afkomstig van onder andere Tesla-baas en OpenAI-medeoprichter Elon Musk, cloudgigant Amazon, en durfkapitaal-icoon Peter Thiel. Sinds 2019 is ook Microsoft aan boord, dat nu een additionele investering van tien miljard dollar zou overwegen.
Worsteling om AI toe te passen
Via investeerders heeft het laboratorium een enorme ontwikkelcapaciteit kunnen opbouwen, zowel in termen van rekenkracht als schaarse AI-vaardigheden. Dit staat in schril contrast met de worsteling van het gemiddelde bedrijf om zulke technologie in hun dagelijkse praktijk in te bedden. In 2020 gebruikte slechts 13 procent van de Nederlandse bedrijven één of meerdere AI-technologieën, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Dit aandeel is onder de kleinste bedrijven nog beperkter, namelijk 8 procent.
Hoewel hier zich dus een kloof aftekent, leven de grote AI-ontwikkelaars en de rest van de organisaties niet in volledig gescheiden werelden. Veel van de 'state-of-the-art' AI-technieken worden met het publiek gedeeld. Zo wordt de technologie van OpenAI gebruikt in allerlei innovatieve toepassingen van derden, zoals een AI-copywriter of een programma waarmee een leek een jaarrekening kan opstellen. De manier waarop technologiebedrijven deze kennis beschikbaar stellen, verschilt overigens. De ene keer betreft het een losse dienst via een 'Application Programming Interface' (API), de andere keer wordt zelfs de volledige broncode van het model openbaar gemaakt. Een dergelijke, echte 'open source'-benadering is overigens nog uitzondering, zo weerklinkt kritisch vanuit de academische wereld.
AI-as-a-Service
Maar waar de gemiddelde wetenschapper gebaat is bij volledig inzicht in een model, is het gros van de ondernemers simpelweg op zoek naar een manier om AI op laagdrempelige wijze toe te passen. 'AI-as-a-Service', waarvan ChatGPT een voorbeeld is, kan daarin helpen. Het is AI die, in meer of mindere mate, kant-en-klaar wordt aangeboden. Veel van die diensten bieden een heel specifiek onderdeel uit de AI-gereedschapskist, bijvoorbeeld beeldherkenning, vertaling, of sentimentanalyse. Ook virtuele assistenten – programma's die in een chat klantvragen kunnen beantwoorden – zijn als dienst beschikbaar. De aanbieder van dergelijke assistenten verzorgt de generieke technologie, waarna deze verder kan worden afgestemd op de specifieke casus van de klant. Daarnaast zijn er de zogenaamde 'machine learning frameworks'. Deze bieden de bouwstenen om relatief gemakkelijk zelf AI-modellen te maken, waaronder algoritmes die nog kunnen worden 'getraind' op klant-eigen data.
Het feit dat kleinere bedrijven vooralsnog niet massaal aan het experimenteren zijn geslagen, komt doordat AI in de meeste gevallen niet zomaar een kwestie is van 'inpluggen'. Allereerst is technologische expertise essentieel om de mogelijke toepassingsgebieden van AI in een bedrijf te kunnen duiden, en vervolgens daadwerkelijk in de bedrijfsvoering te integreren. In een tijd waarin IT-personeel schaars is, zorgt dat voor uitdagingen. Daarnaast dienen veel AI-oplossingen eerst te worden 'gevoed' met data vanuit het specifieke bedrijf. Die data zijn in lang niet alle gevallen beschikbaar.
Grote bedrijven gebruiken meer AI
Logischerwijs kampen met name kleinere bedrijven met een gebrek aan IT-expertise en data. Dit is ook te zien bij nadere beschouwing van de CBS-cijfers; er bestaat een duidelijk verband tussen bedrijfsgrootte en AI-gebruik. Van de grootste bedrijven paste in 2020 maar liefst 48 procent AI toe – een groot verschil met de 8 procent van de kleinste bedrijven.
Deze cijfers weerspiegelen echter niet dat AI ongemerkt in allerlei alledaagse toepassingen terugkomt. Zo kun je tijdens een meeting in Microsoft Teams je achtergrond wazig maken of aanpassen doordat een gezichtsherkenningsalgoritme 'ziet' waar de omgeving eindigt en de persoon begint. LinkedIn doet suggesties voor reacties in privé-chats en op berichten van mensen uit je netwerk omdat het gebruikmaakt van een model dat taal 'begrijpt' en produceert. Ook de nieuwere auto's staan eigenlijk bol van de AI-snufjes, zoals automatische parkeerhulpen en -remsystemen. Om de Zweedse filosoof Nick Bostrom aan te halen: "Wanneer iets eenmaal voldoende nuttig en normaal is, wordt het geen AI meer genoemd."
Blijvende AI-kloof
De chatbot van OpenAI is van een hele andere orde, en symboliseert als zodanig de AI-ontwikkelkloof tussen de technologiegiganten en de rest van de wereld. Toch leert de alomtegenwoordigheid van minder spectaculaire AI – die we dus ook niet als zodanig herkennen – dat de futuristisch aandoende technologieën van nu uiteindelijk hun weg vinden naar de massa. Ook het feit dat nu op grote schaal met ChatGPT wordt geëxperimenteerd en men filosofeert over de manier waarop zulke technologie het onderwijs zal veranderen, is een aanwijzing in die richting. Wel zal er altijd een kloof blijven; zodra de ene AI-technologie is ingeburgerd en daardoor niet meer wordt gezien als AI, komt het volgende spectaculaire AI-model alweer van de band van 'big tech' gerold.
Mochten de grote tech-bedrijven ervoor kiezen dit open source te doen en daardoor meer diepgaande kennis te delen met wetenschap en bedrijfsleven, zou dit de AI-kloof in ieder geval iets minder diep maken. De kans dat OpenAI dit gaat doen, lijkt echter beperkt; vanuit de ambitie om AI "vriendelijk" te houden, acht het bedrijf het risico op misbruik te groot wanneer de broncode voor de hele wereld beschikbaar is.
Dit artikel verscheen eerder op Emerce.
Over de auteur
Julia Krauwer is sector banker TMT (Technologie, Media & Telecom) bij ABN AMRO. Zij houdt zich dagelijks bezig met de impact van technologie op bedrijfsmodellen.
Lees verder in de technologiesector
Technologie, Media & Telecom (TMT) is een van de snelst groeiende sectoren. Geholpen door de toenemende inzet van software, algoritmen en sensoren staat deze sector aan de basis van de digitale vernieuwing van andere sectoren.