
Europa wil meedoen in de AI-race
Europa wil grip krijgen op kunstmatige intelligentie, maar is nog geen serieuze tegenstander in de wereldwijde AI-race. De meeste rekenkracht, investeringen en toonaangevende bedrijven zitten in de Verenigde Staten of China. Toch ontstaan er ook in Europa initiatieven om terrein terug te winnen, met eigen infrastructuur, investeringen en AI-startups die uitblinken in niches.
Europese AI-startups halen veel minder kapitaal op dan hun Amerikaanse concurrenten. In 2024 ging zo’n 90 miljard dollar naar Amerikaanse AI-startups en -scale-ups, zo blijkt uit gegevens van Dealroom. In Europa bleef dat bedrag steken op nog geen 16 miljard. Volgens Maarten Cleeren van Techleap is dat problematisch. “Over tien jaar is er geen bedrijf meer dat geen AI gebruikt. Als we geen geld steken in de tech-bedrijven die dit ondersteunen, hebben we een probleem.”
Enorme investeringen
Vooralsnog vissen Europese AI-startups dus in een veel kleinere vijver qua financiering en groeien ze minder snel uit tot zwaargewichten. De investeringen die zulke AI-zwaargewichten op hun beurt doen, zijn niet van de lucht. Het Amerikaanse OpenAI, bekend van de slimme chatbot ChatGPT, verenigde zich begin dit jaar met landgenoot Oracle en het Japanse SoftBank onder de naam Stargate. In deze joint venture gaan de technologiebedrijven de komende jaren minimaal 500 miljard dollar investeren in AI-infrastructuur.
Dat het aandeel van China in de wereldwijde AI-investeringen relatief laag uitvalt, komt vooral doordat innovatie daar grotendeels wordt gedragen door grote technologiebedrijven als Baidu, Tencent en Alibaba, die nauw samenwerken met de overheid. Door beperkte transparantie op de kapitaalmarkt blijven veel investeringen daarnaast buiten beeld.
De resultaten van China’s inspanningen krijgen echter steeds meer aandacht. Zo lanceerde de Chinese startup Butterfly Effect onlangs de AI-agent Manus, die complexe taken van begin tot eind uitvoert met minimale menselijke input. Het AI-model DeepSeek oogstte eind 2024 verbazing doordat het met veel minder rekenkracht was ontwikkeld, maar wel resultaten boekte vergelijkbaar met de bekende taalmodellen van onder andere OpenAI en Meta. Daarmee is de AI-race niet alleen een wedstrijd tussen Amerikaanse tech-giganten, maar eerder een wereldwijde wedloop met de Verenigde Staten en China als middelpunt. Het is Europa vooralsnog niet gelukt om in deze race een serieuze positie te verwerven.
Kritiek op AI-wetgeving
De in maart 2024 aangenomen AI Act van de Europese Commissie is ’s werelds eerste uitgebreide wetgevingspakket voor kunstmatige intelligentie. De verordening legt strenge eisen op aan zogeheten hoogrisico-toepassingen en stuit op weerstand in delen van de tech-sector. “Potentially disastrous”, noemde branchevereniging EU Tech Chamber de AI Act; de regels zouden “stringente verplichtingen” opleggen die innovatie verstikken.
Sommige AI-ondernemers vrezen hoge compliance-kosten en juridische onduidelijkheid. “Founders weten niet precies waar de grenzen liggen”, zegt Cleeren van Techleap. “Bedrijven zullen terughoudend zijn bepaalde AI-functies op de Europese markt te brengen, die wel in de Verenigde Staten worden gelanceerd.”
Investeren in AI-fabrieken
Toch doet Europa nu een poging om terrein te winnen. In februari 2025 lanceerde de Europese Commissie het InvestAI-initiatief, bedoeld om 200 miljard euro aan investeringen in kunstmatige intelligentie los te trekken. Op 10 april werd het AI Continent Plan gepresenteerd, waarin dertien ‘AI-fabrieken’ en zelfs vijf ‘giga-fabrieken’ staan opgenomen. Met deze faciliteiten wordt hoogwaardige infrastructuur beschikbaar gemaakt voor het trainen van grote modellen.
Ook vanuit technologiebedrijven is er volop initiatief. De Iliad Group, een Frans tech- en telecomconglomeraat, kondigde in februari een investering aan van 3 miljard euro in soevereine AI-infrastructuur. Het investeert in de grote datacenters van dochterbedrijf OpCore en bedient via cloudbedrijf Scaleway de markt met AI-rekenkracht. Mistral, een Frans bedrijf dat zelf geavanceerde AI-modellen ontwikkelt, is een van de klanten van Scaleway. Frankrijk wil een belangrijke hub voor kunstmatige intelligentie worden.
Plek binnen de waardeketen
Een analyse van consultant McKinsey laat zien dat Europa binnen verschillende schakels van de AI-waardeketen een belangrijke plek heeft verworven. Dat geldt bijvoorbeeld voor de machines waarmee geavanceerde chips worden gemaakt, waarin het Eindhovense ASML praktisch een monopolie heeft. Ook de IT-dienstverleners, waaronder Capgemini, Ordina en Tietoevry, die bedrijven helpen om AI in hun processen in te bedden, hebben een relatief groot marktaandeel. Hoewel Europa achterligt met de ontwikkeling van de zogenoemde foundation models – de AI-modellen die zijn getraind op enorme hoeveelheden data en op basis daarvan nieuwe content kunnen produceren – is het marktaandeel van Europa volgens de consultant groeiende. Hetzelfde geldt voor de applicaties die op basis van deze modellen worden ontwikkeld.
In Nederland ziet Cleeren van Techleap eveneens hoe AI-bedrijven op specifieke onderdelen uitblinken en daardoor een belangrijke positie verwerven binnen de waardeketen. “Weaviate gebruikt AI om informatie te vinden en te begrijpen op basis van wat je bedoelt, niet alleen wat je typt,” vertelt hij. “En Deeploy is een platform dat bedrijven helpt met een verantwoorde implementatie van AI.”
Europa doet mee aan de ontwikkeling van foundation models, maar de grootste spelers zitten in de VS en China. Het Europese potentieel ligt nu vooral in gespecialiseerde toepassingen, verantwoord gebruik van AI en een groeiend netwerk van startups en infrastructuurprojecten. Met initiatieven als INvestAI en de opkomst van bedrijven als Mistral wordt een basis gelegd, al blijft de weg naar een gelijkwaardig speelveld lang.
Lees verder in de technologiesector
Technologie, Media & Telecom (TMT) is een van de snelst groeiende sectoren. Geholpen door de toenemende inzet van software, algoritmen en sensoren staat deze sector aan de basis van de digitale vernieuwing van andere sectoren.