
Zorgaanbieders krijgen ruimte voor nodige investeringen
De zorgsector groeit met 3 procent dit jaar en met 3,5 procent in 2026, verwacht ABN AMRO. Deze groei geeft zorgaanbieders financiële ruimte voor nodige investeringen in verouderd vastgoed en innovatieve zorgdiensten. Daarmee kunnen zorgverleners ook goede zorg leveren als een volgend kabinet besluit te bezuinigen.
De zorgsector toonde vorig jaar al een flinke resultaatverbetering dankzij uitgestelde bezuinigingen van de overheid en verbeterde inzetbaarheid van zorgverleners. In 2024 behaalden zorgaanbieders gemiddeld een rendement van 2,4 procent, blijkt uit cijfers van adviesbureau EY. In 2023 was het resultaat gemiddeld 1,4 procent van de omzet en in 2022 slechts 1 procent.
ABN AMRO verwacht dat zorgaanbieders ook in 2025 en 2026 een goed rendement behalen. Dankzij het ruime budget van de overheid groeien de volumes naar verwachting met 3 procent dit jaar en met 3,5 procent in 2026. Ook stijgen een aantal tarieven die aanbieders ontvangen harder dan de inflatie.
Dat is goed nieuws, want de doorgaans krappe marges van zorgaanbieders laten weinig ruimte om te investeren. Door het uitblijven van investeringen in zorgvastgoed en innovatie leunen zorgaanbieders zwaar op duur personeel. Zo tonen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de personeelsinzet in de zorgsector sinds 2017 met ruim 17 procent is toegenomen, terwijl die toename in andere sectoren beperkt bleef tot 13 procent. Krapte op de arbeidsmarkt en hoge personeelskosten vertragen de groei van personeelsinzet in de komende jaren, waardoor zorgaanbieders vooral zijn aangewezen op het verhogen van de arbeidsproductiviteit.
Daarnaast wil de overheid waarschijnlijk vanaf 2027 de stijgende zorguitgaven remmen om ruimte te vinden voor andere uitgaven zoals aan defensie, blijkt uit de doorrekeningen van partijprogramma’s door het Centraal Planbureau (CPB). Het is de vraag of alle besparingen haalbaar zijn. Zo lijkt het bevriezen van het basispakket onrealistisch. Wel kan een nieuw kabinet besluiten om de halvering van het eigen risico te schrappen en om te bezuinigen op de ouderenzorg.
Zorgaanbieders kunnen, ondanks een tekort aan personeel en eventuele bezuinigingen, goede zorg blijven leveren met een efficiënte bedrijfsvoering en het verhogen van de arbeidsproductiviteit. Het relatief ruime resultaat in de afgelopen en komende jaren biedt ruimte om te investeren in innovatie en vastgoed. Met de inzet van innovatieve hulpmiddelen hoeven zorgverleners minder zorgtaken te verrichten en met de uitbreiding van digitale systemen wordt de administratielast verlicht. Vernieuwd vastgoed kan zorgtaken verlichten, patiënten en personeel aantrekken, en de onderhouds- en energiekosten verlagen.
Forse volumegroei in langdurige zorg
De langdurige zorg groeit volgend jaar naar verwachting met 5 procent. De groei is te danken aan verhogingen van het overheidsbudget voor de gehandicaptenzorg, de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de ouderenzorg. In de gehandicaptenzorg en ggz moeten extra middelen vooral bijdragen aan lagere wachtlijsten en verbeterde kwaliteit van zorg. In de ouderenzorg moet het ruimere budget voorzien in zorgverlening voor meer ouderen.
Om de groei te realiseren moeten zorgaanbieders naast voldoende personeel ook voldoende patiënten en cliënten kunnen aantrekken. Doorgaans is de vraag naar zorg geen remmende factor als de overheidsbudgetten meer groei toelaten. Toch kampen verpleeghuizen vaker met lege kamers door een achterblijvende vraag. De bezetting van verpleeghuisbedden is het afgelopen jaar licht gedaald.
Uit een rondgang onder zorgaanbieders blijkt dat vooral verouderde verpleeghuizen moeite hebben om voldoende bewoners aan te trekken. Wanneer verpleeghuizen gerenoveerd en verduurzaamd worden, zullen ze waarschijnlijk weer vol zitten. Het is wel belangrijk om bij renovatie rekening te houden met wensen van ouderen en met de opkomst van nieuwe woonzorgvormen, zoals beschreven in onze eerdere analyse over het afschaffen van intensieve thuiszorg. Verpleeghuisaanbieders kunnen leegstaande ruimtes ook tijdelijk verhuren als zelfstandige ouderenwoningen.
Hogere tarieven voor zorg en vastgoed in de langdurige zorg
Zorgaanbieders in de langdurige zorg kunnen naast volumegroei volgend jaar rekenen op een goed resultaat. Eerder aangekondigde tariefbezuinigingen zijn grotendeels geschrapt, al stijgen de tarieven die zorgaanbieders ontvangen voor ouderenzorg iets minder hard dan de inflatie. De tarieven voor de gehandicaptenzorg en de ggz stijgen na kostprijsonderzoek juist harder dan de inflatie. Zorgaanbieders kunnen gemiddeld rekenen op een extra tariefsverhoging van 2,5 procent.
Naast de stijging in zorgtarieven is ook de vergoeding voor vastgoed in de langdurige zorg met 13 procent naar boven bijgesteld. De verhoging in de vastgoedvergoeding compenseert voor zorgaanbieders de toegenomen bouwkosten. Zorgaanbieders in de langdurige zorg kunnen de verhoging inzetten om hun bouwplannen te realiseren.
Groei huisartsenzorg moet dure zorg voorkomen
De eerstelijnszorg heeft volgend jaar ook ruimte voor 5 procent volumegroei. De groei wordt vooral gedreven door een toename van huisartsenzorg en wijkverpleging. Eerstelijnszorgverleners worden in zorgakkoorden aangewezen om de toenemende zorgvraag van vergrijzing zoveel mogelijk op te vangen. Met meer financiële middelen wordt ingezet op een toereikend aanbod van eerstelijnszorg om behandelingen bij duurdere ziekenhuizen te verminderen. De uitdaging voor groei zit vooral in beperkte instroom van zorgverleners.
Het ruime overheidsbudget maakt meer zorgdiensten in de eerstelijnszorg mogelijk. Zo vergoeden zorgverzekeraars vanaf 2026 het zogenoemde meedenkadvies. Daarbij stemt de huisarts met een medisch specialist van een ziekenhuis af welke zorg een patiënt nodig heeft, zodat een doorverwijzing naar het ziekenhuis voorkomen wordt.
Kleine ziekenhuizen vrezen voor volumenormen
De ziekenhuiszorg kan rekenen op de minste groei van alle zorgsectoren. Zorgverzekeraars die ziekenhuiszorg inkopen sturen op minder ingrepen en proberen kostenstijgingen te voorkomen. Met name kleinere ziekenhuizen hebben daardoor moeite om een positief resultaat te behalen. Hun financiële situatie kan komende jaren verder verslechteren doordat zorginkopers volumenormen hanteren om de concentratie van zorg te versnellen.
Met volumenormen mogen ziekenhuizen alleen een bepaalde behandeling verrichten als ze die behandeling in een jaar vaak genoeg uitvoeren. Ziekenhuizen moeten behandelingen die niet voldoen aan de volumenorm afstaan aan andere ziekenhuizen. Ziekenhuizen die behandelingen verliezen krijgen in principe patiënten voor minder complexe behandelingen terug om het omzetverlies te dempen.
De vraag is of die ruil in de praktijk daadwerkelijk plaatsvindt. Daarnaast vrezen kleine ziekenhuizen dat artsen vertrekken door een smaller behandelaanbod. Dat raakt op den duur ook de omzet van deze ziekenhuizen. Wat de omzet komende jaren wel stimuleert, is de beoogde invoering van budgetbekostiging voor de spoedeisende hulp die vooral de kleinere ziekenhuizen ten goede komt.
Zorgaanbieders zien schaalvoordelen voor groei
Zorgaanbieders in andere zorgsectoren proberen ook schaalvoordelen te realiseren. Vorig jaar steeg het aantal goedgekeurde aanvragen voor fusies en overnames in de zorg naar 214, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dergelijke vormen van schaalvergroting worden daar alleen gemeld voor goedkeuring als ten minste een van de betrokken organisaties meer dan 50 zorgverleners in dienst heeft.
Met fusies en overnames willen zorgaanbieders hun marktaandeel versterken. Een groter marktaandeel versterkt de positie van zorgaanbieders in contractonderhandelingen met inkopers van zorg. Daarnaast kunnen administratie en andere ondersteunende diensten efficiënter worden uitgevoerd. Ook geven zorgaanbieders aan dat ze met een fusie of overname meer financiële mogelijkheden hebben voor digitalisering en renovatie van vastgoed.
Commerciële ketens nemen steeds vaker kleine aanbieders over om schaalvoordelen te realiseren in zorgsegmenten waar winst mag worden uitgekeerd. Zo kende de mondzorg met 62 overnameaanvragen bij de NZa vorig jaar de meeste concentraties. Tandartsen die hun praktijk verkopen geven vooral als reden dat ze bijna met pensioen gaan. Andere tandartsen noemen het realiseren van synergievoordelen vaak als reden voor verkoop.
Na de mondzorg waren de meeste concentraties vorig jaar te zien in de langdurige zorg. In 2024 diende de langdurige zorg 41 aanvragen in bij de NZa, een verdubbeling van 2023. In de langdurige zorg betreft het ook stichtingen die fuseren om zorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden. Vijf organisaties werden vanuit financiële noodzaak overgenomen.
Naast de voordelen kan een grotere schaal het voor zorgaanbieders lastig maken om personeel aan te trekken en te behouden. Zo verdwijnt het zelfstandige ondernemerschap als een zorgketen een zorgpraktijk opkoopt. De zorgverlener die voorheen eigenaar was van de praktijk is vervolgens mogelijk niet meer bereid om evenveel uren te werken, of meldt zich vaker ziek. Zorgaanbieders die opschalen moeten rekening houden met de wensen van personeel, zodat overnames daadwerkelijk leiden tot een meer toegankelijke zorg.
Lees verder in de zorgsector
In de komende jaren verandert de sector om meer zorg te kunnen leveren met minder middelen. De vraag naar zorg neemt verder toe door vergrijzing terwijl nauwelijks meer zorgpersoneel aangetrokken kan worden. Innovatie en samenwerking maken het werk makkelijker en leuker, waardoor de zorgverlening houdbaar en van hoge kwaliteit blijft.