
De directe invloed van importheffingen tussen de VS en Europa is beperkt, maar ondernemers in retail en leisure kunnen indirect getroffen worden. Amerikaanse heffingen op Chinese producten verhogen het risico van dumping op de Europese markt. Een dalende dollar beïnvloedt export en import van producten en reizen tussen VS en Nederland. Economische groei neemt af door afkoeling van de wereldhandel. Consumenten stellen mogelijk grote uitgaven uit.
Ondanks de ingelaste pauze van 90 dagen, blijft het universele tarief van 10 procent van kracht op alle goederen die de VS importeren, net als de afzonderlijke tarieven van 25 procent voor staal en aluminium en auto’s en auto-onderdelen. Het directe effect op de Nederlandse retailers van deze Amerikaanse importheffingen is beperkt. Consumptiegoederen als kleding en meubels maken slechts een klein deel uit van de totale export van Nederland naar de VS, die ruim 38 miljard euro in 2024 bedroeg. Retailondernemers die deze producten naar de VS exporteren, kunnen de importheffingen van 10 procent gaan merken.
Vice versa heeft de EU ook een 90 dagen pauze ingesteld voor de tegenheffingen op Amerikaanse producten. Mochten deze Europese importheffingen alsnog in werking treden, dan zijn ze van beperkte invloed op de Nederlandse retailers. Hoewel we niet exact weten hoeveel Nederland aan retailproducten importeert uit de VS, blijkt uit data van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) wel duidelijk dat het merendeel van de bijna 60 miljard euro aan importgoederen in 2024 bestaat uit andere producten, zoals ruwe aardolie, aardgas en medische instrumenten en apparaten. Het aandeel retailproducten is dus zeer klein.
Vrees voor dumping Chinese producten op de Europese markt
Door de zeer hoge Amerikaanse importheffingen op Chinese producten van 145 procent, vrezen Europese beleidsmakers en ondernemers dat zeer laaggeprijsde Chinese producten de Europese markt zullen overspoelen. Dumping, zoals dit genoemd wordt, kan de marktdynamiek verstoren. Consumentelektronica is (tijdelijk) vrijgesteld van importheffingen. De kans op dumping van deze producten op de Europese markt verkleint daarmee. De vrijstelling is bedoeld om Amerikaanse bedrijven zoals Apple, die veel van hun productie in China hebben, te ontzien. Deze vrijstelling beperkt daarnaast prijsstijgingen voor de Amerikaanse consument.
Recente Chinese exportcijfers wijzen nog niet op dumping op de Europese markt, maar dit kan snel veranderen laat het Economisch Bureau van ABN AMRO weten. Detail- en groothandelaren die artikelen zoals speelgoed of kleding uit China importeren, kunnen baat hebben bij dumping; ze kunnen immers tegen lagere prijzen hun producten inkopen. Nederlandse retailers importeren relatief veel uit China. Vooral elektronica, zoals modems en computers, worden relatief veel aangekocht: samen goed voor bijna 21 procent van de totale import. Maar ook kleding (5,5 procent) en meubels (2,5 procent) komen vaak uit China. Deze producten zijn populair vanwege hun lage prijzen.
Tegelijk kan prijsdumping nadelig zijn voor detail- en groothandelaren die zelf tevens consumentenproducten produceren (verticale integratie). Voorbeelden zijn Rituals of SuitSupply, die hun eigen producten fabriceren en deze via hun eigen winkels of onlineplatforms verkopen. Of HEMA, dat een breed assortiment aanbiedt van eigen merkproducten via een traditionele winkelformule. Als producent kunnen dergelijke ondernemingen moeite hebben om te blijven concurreren met laaggeprijsde Chinese producten, zoals dat overigens voor alle ‘zuivere’ productiebedrijven geldt. We zagen dit eerder al bij elektrische auto’s (EV’s) waar een Chinese exportgolf tot forse prijsdruk in Europa leidde. Dat was gunstig voor consumenten, maar ondermijnend voor Europese autoproducenten. EU-beleidsmakers zijn zich bewust van deze risico’s, bereiden mogelijke maatregelen voor en zijn hierover in gesprek met Beijing.
Overigens is het wel de vraag in hoeverre Nederlandse detail- en groothandelaren daadwerkelijk kunnen profiteren van goedkopere producten uit China. Al langer kampen Nederlandse retailers met directe concurrentie uit China. Zo overspoelen Chinese platforms als Shein en Temu de Europese markt met goedkope producten, soms zelfs onder kostprijs om marktaandeel te winnen. Ze omzeilen de Nederlanders detail- en groothandelaren en verkopen rechtstreeks aan de consument. Uit de Thuiswinkel Markt Monitor blijkt dat Nederlandse consumenten van alle online cross-border aankopen de meeste aankopen bij Chinese webshops doen. Het aantal online-aankopen bij Chinese webshops is in 2024 met 37 procent gestegen ten opzichte van 2023. De Europese Commissie pleit al langer voor maatregelen om het speelveld gelijker te maken, bijvoorbeeld door het heffen van belastingen op alle kleine pakketjes onder 150 euro. China moet momenteel zijn relaties met belangrijke handelspartners, zoals de EU, goed beheren. Dit geeft Brussel mogelijk een sterke onderhandelingspositie tegenover Beijing om gunstige handels- en investeringsvoorwaarden te verkrijgen en Chinese dumping op de Europese markt te voorkomen.
Zolang China op grote schaal en tegen lage kosten blijft produceren en in de detailhandel aan marktaandeel wint, moeten retailers in Nederland alert blijven. Zeker is dat de prijzen in Europa onvoorspelbaar blijven en de markt niet alleen afhankelijk is van geopolitieke ontwikkelingen, maar ook van Chinese exportstrategieën.
Impact dollarkoers op export en import van producten
De dollarkoers is de afgelopen maanden gezakt van 98 eurocent op 12 januari 2025 naar 88 eurocent op 1 mei. Hierdoor wordt de export vanuit Nederland naar de VS duurder, en de import goedkoper. Zoals we zagen importeren en exporteren Nederlandse retailers relatief weinig van en naar de VS. Maar Nederlandse merken die kleding en meubels naar de VS exporteren, kunnen deze lagere dollarkoers gaan merken boven op het universele heffingstarief van 10 procent. Zij moeten vanwege de lagere dollarkoers dus ‘dubbel’ concurreren met de relatief goedkope producten van Amerikaanse bodem. De mate waarin hangt af van de prijselasticiteit: is er een substituut voor handen of is sprake van een meer luxe of uniek product?
Voor retailers die relatief veel uit China importeren kan de lagere dollarkoers meer impact hebben. Indien deze in dollars wordt betaald, wordt de inkoop voor retailers goedkoper. Ook het zeetransport in containers wordt met een lagere dollarkoers goedkoper; deze vindt vrijwel altijd in dollars plaats. Het betekent overigens niet dat de consument deze lagere inkoop- en transportkosten direct gaat merken. Vaak gaat het om langetermijncontracten en kan pas onderhandeld worden over de prijs bij een nieuw contract.
Vrijetijdssector: sentiment rond reizen
Hoewel de importheffingen op goederen geen directe impact hebben op de reisbranche, merkt de branche wel de indirecte effecten. Door alle onzekerheid rondom de Amerikaanse importheffingen – er wordt al gesproken over terugval van economische groei wereldwijd – heeft marktonderzoeker Skift zijn groeiverwachtingen voor de wereldwijde reisbranche naar beneden bijgesteld. Aan het begin van het jaar werd nog een groei van 6 tot 9 procent verwacht, nu is dat verlaagd naar een bescheiden groei van 2 tot 5 procent.
In Nederland zien we al tekenen dat minder Amerikanen het land komen bezoeken. De verwachte toename in inflatie kan de koopkracht van Amerikaanse huishoudens stevig aantasten. Een zwakkere dollar maakt vakanties voor Amerikaanse toeristen in Europa bovendien duurder. Nederland wordt dus minder aantrekkelijk als bestemming. Minder dollars per euro betekent minder koopkracht en dus lagere bestedingen in horeca, musea en winkels.
Dit heeft voor de Nederlandse vrijetijdseconomie tot gevolg dat minder Amerikanen dit jaar ons land bezoeken, evenals een afname van de bestedingen per Amerikaanse bezoeker. Voordat Trump president werd, verwachtte het Nederland Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) nog een stijging van het aantal toeristen uit de VS met 5 procent naar bijna 1,6 miljoen verblijfsgasten. Dit betreft ongeveer 7 procent van alle inkomend toerisme.
Een lagere groei van het toerisme uit de VS raakt hotels, en dan met name Amsterdamse die gericht zijn op de internationale (zakelijke) gast. Een groot deel van de zakelijke gasten komt uit de VS. In hun kielzog gaan musea, pretparken en de restaurants de pijn voelen. Amerikaanse gasten geven bovengemiddeld geld uit aan vertier, winkelen en de horeca.
We verwachten ook geen sterke groei van het Chinese toerisme. De economische vooruitzichten voor China zijn immers iets naar beneden bijgesteld door de export-shock die het land ondergaat. Het Economisch Bureau van ABN AMRO verwacht een groei van het bruto binnenlands product (bbp) van 4,1 procent dit jaar. Al voor de importheffingen verwachtte het NBTC dat het aantal gasten van 2019 pas in 2033 weer wordt geëvenaard. Tijdens de coronapandemie daalde het Chinese toerisme in Europa sterk en de groei blijft sindsdien traag. Vooral groepsreizen, die voor de grootste volumes zorgden, herstellen langzaam. De focus ligt nog steeds op korte reizen binnen Azië.
Omgekeerd daalt ook de vraag naar reizen van Nederland naar de VS door de politieke onrust, onvrede over het beleid van Trump en strengere grenscontroles, gaf het FD half april aan. Korte stedentrips naar bijvoorbeeld New York blijven populair, maar interesse in langere rondreizen neemt af. Amerikaanse en internationale vliegmaatschappijen en hotelgroepen voelen de impact van de verminderde vraag, maar ook Nederlandse reisorganisatie die een groot deel van hun omzet halen uit het organiseren van reizen naar de VS kunnen het gaan merken. Kennelijk wegen de genoemde bezwaren niet op tegen de lagere dollarkoers, waardoor verblijven in de VS juist goedkoper wordt.
Horecaondernemers zouden ondanks de afname van toerisme buiten Europa wel baat kunnen hebben van de lagere dollar. Grondstoffen als koffie en cacao worden vaak in dollars afgerekend, en die die producten worden dan in theorie relatief goedkoper voor Nederlandse horecaondernemers. In theorie, want hoewel een zwakke dollar grondstoffen goedkoper maakt, merkt de horecaondernemer dat niet meteen. Tussen de internationale grondstoffenmarkt en een kopje koffie in het café zitten vaak drie tot vier schakels, zoals handelshuizen en groothandelaren die vaak met langetermijncontracten werken. Tot slot spelen bij de prijs van een kopje koffie ook andere kosten een rol, zoals die voor personeel.
Wat doet onzekerheid met de Nederlandse consument?
Indirect kan alle onzekerheid in de wereld ook leiden tot voorzichtige consumenten, ondanks de buffers die zij hebben opgebouwd. De koopkracht van veel Nederlanders is het afgelopen jaar flink verbeterd door loonsverhogingen en een lagere inflatie. Daarnaast hebben huishoudens in 2024 maar liefst 24 miljard euro gespaard tot een totaal banktegoed van 600 miljard euro. Aan de andere kant blijft de consument voorzichtig, wat terug te zien is in het lage en zelfs dalende consumentenvertrouwen in de afgelopen maanden, tot -37 in april. Hoogstwaarschijnlijk spelen geopolitieke onzekerheden hierin een rol.
In tijden van onzekerheid zijn consumenten geneigd niet-noodzakelijke aankopen uit te stellen, vaker te kiezen voor huismerken en discounters en grote uitgaven aan bijvoorbeeld reizen of een verbouwing te heroverwegen. Consumenten zijn minder geneigd impulsaankopen te doen; ze wachten liever even af. Daarnaast kan meer behoefte ontstaan aan zekerheid in reizen en vrije tijd. Mensen gaan dan later hun vakantie boeken, zeker bij geopolitieke onrust. Daarmee winnen korte, meer lokale uitstapjes het van verre reizen.
Onzekerheid ondernemer en alternatieve bedrijfsstrategieën
Alle geopolitieke onzekerheden kunnen voor ondernemers reden zijn om maatregelen te nemen. Zo kunnen ze uit vrees voor nog hogere importheffingen of vertragingen in de levering extra voorraad aanleggen. Tijdelijk extra inkopen vraagt uiteraard wel om beschikbare opslagruimte, cashflow en een stukje risicoacceptatie. Sommige producten zijn bovendien lastig om vooruit in te kopen, zoals mode en versproducten.
Onzekerheid rondom leveringen kan er daarnaast voor zorgen dat retailers liever kiezen voor een iets duurdere maar stabiele leverancier in plaats van partijen die het goedkoopst zijn. Detailhandelaren kunnen ook meerdere leveranciers kiezen voor dezelfde producten. Hierdoor verkleinen ze de negatieve gevolgen bij een daadwerkelijke leveringsonderbreking.
Zoals aangegeven, heeft een deel van de retailers ook eigen productie in huis. Als reactie op de geopolitieke ontwikkelingen zouden ze kunnen inzetten op ‘reshoring’ en ‘friendshoring’, waarbij ze de productie dichterbij huis of in ‘veilige landen’ onderbrengen. Dit geeft hogere kosten, maar vermindert de afhankelijkheid op langere termijn.
Vooralsnog lijken Nederlandse retailers nog niet op grote schaal op andere bedrijfsstrategieën in te zetten, blijkt uit de Conjunctuurenquête van het CBS gemeten begin maart 2025. Bijna de helft van de ondernemers zegt de bedrijfsstrategie niet aan te passen of dit niet van plan te zijn en rond een derde geeft aan alleen binnenlandse activiteiten te hebben. Reshoring en friendshoring vindt opgeteld bij 4,3 procent van de detailhandelaren en 1,5 procent bij autohandelaren plaats. Verandering van landen waar goederen, zoals grondstoffen, vandaan worden gehaald of van landen waar producten naar toe gaan, geldt voor bijna 6 procent van de ondervraagde ondernemers. Met betrekking tot het aanleggen van extra voorraad tenslotte, geldt dit voor 4 procent van de detailhandelaren en ruim 2 procent van de autohandelaren.
Conclusie: risico's en kansen
Hoewel de directe impact van geopolitieke spanningen en handelstarieven op de Nederlandse retail- en leisuresector vooralsnog beperkt lijkt, is het vooral de indirecte invloed die ondernemers niet moeten onderschatten. Fluctuerende valutakoersen, risico op dumping, verschuivend consumentengedrag en veranderende reisintenties vragen om alertheid en flexibiliteit. Vooruitdenken, spreiding van toeleveranciers, scenarioanalyses en aanpassing van inkoop- en prijsstrategieën kunnen helpen om risico's te beperken én kansen te benutten in een steeds onvoorspelbaardere wereld.
Lees verder in de retailsector
De winkel van vandaag is meer dan alleen een voorraadkast. Het biedt klanten advies en inspiratie en is de plek om in contact te zijn met klanten. Door de Oekraïne crisis en forse inflatie is het consumentenvertrouwen sterk gedaald en dit beïnvloedt het consumentengedrag. Retailers kampen daarnaast met forse kostenstijgingen op het gebied van inkoop, huur, personeelskosten, covid herstelbetalingen en energie. De omstandigheden blijven ook na covid voor veel retailers uitdagend.