Javascript is required

Landbouw pion in internationale handelsspanningen

Na een halfjaar handelsoorlog is op 28 juli een deal gesloten de VS en de EU. De onzekerheid die boven de markt hing, lijkt voorbij. De EU manoeuvreert zich daarmee uit de handelsoorlog met de VS: een eenzijdig importtarief van 15 procent wordt de standaard, ook voor landbouwproducten. Eerder dreigde Amerika met een tarief van 30 procent.

Download het complete rapport

Lees alle feiten en ontwikkelingen in het rapport 'Landbouw pion in internationale handelsspanningen'.

Tijdens de handelsoorlog onder Trump I werden specifieke producten zoals Goudse en Edammer kaas nog uitgezonderd. Hoewel hier nog even op werd gerekend, zijn ditmaal voor de landbouw en voedingsmiddelenindustrie geen uitzonderingen bedongen.

Op basis van tarief- en prijselasticiteiten raamt ABN AMRO dat de Nederlandse export van landbouwproducten naar de VS tot 35 procent zal dalen. Met name vis (-152 miljoen euro), groente & fruit (-93 miljoen euro) en zuivel (-46 miljoen euro) worden geraakt, zie tabel 1. Dit is gelijk aan 0,5 procent van de totale landbouwexport.

De impact op de totale sector lijkt daarmee beperkt, al kunnen de gevolgen voor individuele bedrijven met een grote afhankelijkheid van export naar de VS groot zijn. Het zijn met name de Europese exporteurs van agrarische producten met afnemers in de VS die de klappen incasseren. De economische schade van een tarief bestaat uit de kosten van het importtarief en een daling van de afzet als gevolg van een hogere prijs. Exporteur en importeur zullen met elkaar onderhandelen over de prijs en proberen het tarief door te schuiven, achterwaarts of voorwaarts in de keten. De schade van het importtarief komt volgens onderzoek van Goldman Sachs – een Amerikaanse bank – voor 15 procent in rekening bij Europese exporteurs. Amerikaanse importeurs dragen ook 15 procent van de schade terwijl de Amerikaanse consument 70 procent betaalt. Ons onderzoek is breder van aard, voor voedsel of agrarische producten kunnen deze percentages anders uitvallen. Europese exporteurs kunnen namelijk, naast het gedeeltelijk absorberen van het tarief, de Amerikaanse vraaguitval gedeeltelijk opvangen door producten elders af te zetten. De EU zet daarom sterk in op nieuwe handelsverdragen met de Mercosur-landen en Mexico.

De effecten van de Amerikaans importheffing worden ook nog eens versterkt door de zwakke Amerikaanse dollar (USD). Sinds het aantreden van Trump heeft de dollar flink aan waarde ingeleverd. Momenteel staat de koers op 1,17 USD/EUR tegenover 1,04 USD/EUR tijdens zijn inauguratie. Amerikaanse importeurs hebben daardoor méér dollars nodig om eenzelfde product in Europa te importeren. Het Economisch Bureau van ABN AMRO verwacht dat de koers van de euro in 2026 verder oploopt tussen de 1,17 en 1,25 USD/EUR.

Europese waarden als wisselgeld

Naast het tarief van 15 procent zijn op 21 en 28 augustus verdere afspraken gepubliceerd over zogenoemde niet-tarifaire belemmeringen zoals regulering en quota’s. De EU heeft de intentie uitgesproken om Europese wetgeving af te schalen en te versimpelen zodat Amerikaanse landbouwproducenten gemakkelijker toegang krijgen tot de Europese markt. Concreet gaat het om:


  • Verruiming van Europese Tariff Rate Quota’s (TRQ) – waarbij tot een maximum aantal goederen geen importheffing betaald hoeft te worden – voor onder andere kaas, melkpoeders, sojaboonolie, zalm, koolvis en garnalen;
  • Afschaffing van importtarieven en quota’s voor zaden, gedroogde vruchten en groenten, aardappelen en kunstmest;
  • Afzwakking van Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) – een mechanisme voor een CO2-heffing aan de Europese grens – waarmee een opslag op Amerikaanse kunstmest per 1 januari 2026 voor kleinere bedrijven van tafel is;
  • Onderzoeken of versimpeling rondom certificering van voedselveiligheid voor varkensvlees en zuivel mogelijk is;
  • Onderzoeken of versimpeling rondom de anti-ontbossingswetgeving (EUDR) die invloed hebben op onder andere rundvee en soja mogelijk is.

Waar de Europese Commissie (EC) vaak trots is op het Brussel-effect – het effect van mondiale adaptatie van Europese regelgeving en standaarden – lijkt de EC nu concessies te doen aan zijn standaarden voor duurzaamheid en voedselveiligheid om de financiële schade op de economie te beperken. De EC verklaart echter dat het akkoord de duurzaamheidswetgeving niet aantast. Tegelijkertijd past deze ontwikkeling in een bredere trend waarin Europese duurzaamheidswetgeving wordt versimpeld en afgeschaald, de zogenoemde Omnibus-wetgeving.

Onzekerheid niet uit de lucht

Hoe ver de Europese ‘intentie’ gaat en met welk tempo de versoepelingen worden ingevoerd, is nog ongewis. De ervaring leert dat name afspraken rond certificeringen en technische productspecificaties lang kunnen duren waardoor afspraken voor specifieke producten maanden of jaren na invoering van een handelsdeal nog niet zijn vlot getrokken. De deal treedt overigens pas in werking als het Europese Parlement en de Europese Raad instemmen, wat nog enkele maanden kan duren.

Het is bovendien nog maar de vraag of er voldoende draagvlak is in het parlement om de deal definitief te sluiten nu de Socialist & Democrats – de tweede fractie in het Europese parlement – voornemens zijn tegen de handelsdeal te stemmen. Ook aan andere kant van de Atlantische oceaan blijft onzekerheid bestaan. In de VS lopen federale rechtszaken naar de legitimiteit van de importtarieven. Bovendien blijft Trump wispelturig, waardoor zaken zomaar kunnen kantelen.

Tegenmaatregelen van tafel

Rond de handelsdeal zijn ook positieve punten te melden: verruiming van de TRQ’s zorgt – naast meer aanbod en concurrentie op de Europese markt – voor lagere importtarieven voor Europese importeurs. Verder zijn Europese tegenmaatregelen uitgesteld door de handelsdeal. Dit voorkomt dat Europese importeurs importheffingen moeten betalen over soja en mais. Dat is goed nieuws is voor de Europese veevoerbranche en veehouders, grofweg 30 procent van de Europese soja wordt uit de VS geïmporteerd. Overigens worden niet alle Europese importtarieven afgeschaald. Voor tomaten, komkommers, courgettes, appels en peren blijven de bestaande tarieven in stand. Ook voor pluimvee- en rundveevlees zijn geen veranderingen aangekondigd.

Prijzen onder druk

De wens van de Amerikanen is om het Europese overschot op de handelsbalans voor goederen meer in evenwicht te brengen. Met de voorgestelde maatregelen lijken de beide handelsblokken een stap in die richting te zetten: het importtarief van 15 procent remt Europese export van goederen naar de VS en deregulering van EU-wetgeving stimuleert Amerikaanse export naar de EU. Door een toenemend aanbod van Amerikaanse landbouwproducten op de Europese markt zal een neerwaartse prijsdruk ontstaan. De Nederlandse boer wordt daarmee op de middellange termijn indirect geraakt.

Hoe sterk dit effect is, valt lastig te bepalen omdat gedetailleerde afspraken ontbreken. Zover bekend kan met name de zuivelsector extra concurrentie uit de VS verwachten terwijl de glasgroente-, rundvee- en pluimveesector buiten schot blijven. De impact op de totale land- en tuinbouwbedrijven lijkt daarmee beperkt. Een feit blijft dat lokale aangelegenheden, zoals een krimpende veestapel of een misoogst door weersextremen, de prijsvorming van Europese landbouwproducten sterker beïnvloeden. Ook de impact op Europese landbouwexporteurs blijft naar onze verwachting te overzien gezien de beperkte handelsvolumes en de tijdlijn waarmee de maatregelen in werking treden. Ook hier geldt dat andere factoren – zoals een lagere dollarkoers – een grotere invloed op het handelsvolume tussen de VS en de EU heeft.

Internationale handelssysteem verder onder druk: ook China en EU in de clinch

Niet alleen de handelsrelatie tussen de VS en de EU is verstoord, ook de relatie met de Chinezen staat onder spanning. De EU en China beschuldigen elkaar van oneerlijke concurrentie, waaronder staatssteun en dumping van goederen. Het afgelopen jaar legden de handelsblokken elkaar handelsbeperkingen op voor specifieke producten, zoals elektrische auto’s en cognac. De Chinese overheid voegt daar per 10 september een importheffing – variërend tussen 15,6 en 62,4 procent – op varkensvlees aan toe om ‘dumping’ door Europese exporteurs te voorkomen, aldus de Chinese overheid. De Europese Commissie noemt de aantijgingen twijfelachtig en zegt dat de heffingen niet in lijn zijn met regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De EC onderzoekt mogelijkheden om de Europese vleessector te beschermen tegen de heffingen.

De Europese varkensvleessector exporteert met name onderdelen van het varken die in Europa nauwelijks geconsumeerd worden zoals poten, oren of ingewanden. Deze producten vormen grofweg 15 procent van de totale exportwaarde van varkensvlees en wordt hoofdzakelijk afgezet in Azië, waaronder China. Voor Nederland gaat het om een exportwaarde van 520 miljoen euro in 2023. De importheffing kan de varkensvleessector flink raken, omdat het alternatieve afzetmarkten zich beperkt tot Zuidoost-Azië. Een andere mogelijkheid is om de onderdelen te verwerken in diervoeder, hoewel de prijzen daarvoor lager liggen.

Meer informatie

Lees alle feiten en ontwikkelingen in het rapport 'Landbouw pion in internationale handelsspanningen'.

Lees verder in de agrarische sector

De agrarische sector in Nederland kenmerkt zich door hoge productiviteit en kwaliteit. Veel landen en organisaties zien Nederland daarom als agrarisch gidsland. Met een export van ruim EUR 100 miljard draagt de Nederlandse land- en tuinbouw sterk bij aan onze economie.

Bekijk alle artikelen

Lees ook

Financieren van de agrarische onderneming

Wij helpen dromen en ambities waar te maken. Ontdek onze mogelijkheden en zoek de financiering die bij je past. Vraag direct online aan of maak een afspraak met een adviseur.

Meld je gratis aan voor onze Insights nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze inzichten, tips en trends

Aanmelden