
Eigen chip-industrie is voor Europa nog ver weg
Zonder halfgeleiders ligt de digitale economie stil. Juist op dit terrein blijkt Europa kwetsbaar. De productie is grotendeels uitbesteed aan Aziatische foundries, en ook het ontwerp van geavanceerde chips ligt grotendeels buiten Europa. De Europese Chips Act moest dat tij keren, maar stuit op een complexe realiteit.
In de chipsector leunt Europa zwaar op buitenlandse productiecapaciteit. Slechts 6 procent van de wereldwijde chipproductie vindt plaats in Europa en het Midden-Oosten. Azië neemt meer dan 80 procent van de productie voor zijn rekening. De Verenigde Staten levert 8 procent van alle chips, maar heeft wel de meeste grip op ontwerp, patenten en software. Europa mist die controle. De meeste chips die hier worden gemaakt, zijn relatief eenvoudig: voor auto’s, huishoudelijke apparaten en industriële toepassingen. Geavanceerde chips – nodig voor smartphones, AI of militaire technologie – komen vooral uit Taiwan en Zuid-Korea.
Grote afhankelijkheden ondanks sterke lokale spelers
ASML is Europa’s troefkaart. Het bedrijf uit Veldhoven is het enige ter wereld dat machines levert voor ‘extreme ultraviolet lithografie’ (EUV), de technologie waarmee de meest geavanceerde chips worden gemaakt. Maar ASML levert aan de wereld, niet alleen aan Europa.
Duitsland heeft met Infineon en Bosch sterke posities in vermogenselektronica; chips die elektrische energie efficiënt schakelen en regelen, bijvoorbeeld in auto’s en zonnepanelen. Spelers als het Nederlandse NXP en het Frans-Zwitserse STMicroelectronics focussen op ‘embedded chips’. Dit zijn microchips die ingebouwd zijn in apparaten of voertuigen om één specifieke taak uit te voeren, zoals het aansturen van een motor of het uitlezen van een sensor. Voor de meest geavanceerde chips heeft Europa geen fabrieken en is het afhankelijk van met name Taiwan en Zuid-Korea.
Het Draghi-rapport uit 2024 noemt het gebrek aan productiecapaciteit een strategisch risico. Taiwan, waar ’s werelds grootste chipfabrikant TSMC is gevestigd, wordt door China beschouwd als een afvallige provincie en leeft al jaren onder dreiging van een militaire inlijving. In een crisis kan de toevoer van chips abrupt stoppen. Zelfs in segmenten waarin Europa traditioneel sterk is, zoals autochips, blijkt de kwetsbaarheid groot. Zo kwamen tijdens de coronapandemie autofabrieken stil te liggen door een tekort aan eenvoudige chips. Grote Europese chipbedrijven zijn grotendeels afhankelijk van ‘foundries’ in Azië. Daar zijn automerken relatief kleine klanten, waardoor ze lager op de prioriteitenlijst stonden toen de vraag na de eerste lockdowns terugkeerde.
Chips als prioriteit in Brussel
Met de European Chips Act zette Europa in 2023 een eerste stap om zijn afhankelijkheid op het gebied van halfgeleiders verminderen. Met 43 miljard euro aan publieke en private investeringen wil Europa het eigen marktaandeel in chipproductie verdubbelen tot 20 procent in 2030. Enerzijds probeert Europa de achterstand op het gebied van geavanceerde chips in te lopen, anderzijds wil het zijn bestaande sterkte op het gebied van eenvoudiger chips verder uitbouwen.
In die tweede categorie lopen de nodige initiatieven. Lokale kampioen STMicroelectronics breidt zijn productie uit, onder meer door de bouw van een nieuwe fabriek in Italië. In Dresden komt een fabriek van het Taiwanese TSMC in samenwerking met Europese spelers Bosch, Infineon en NXP. De productie van geavanceerde chips is daarentegen nog niet van de grond gekomen. De geplande megafabriek van GlobalFoundries en STMicroelectronics in Frankrijk is stilgelegd, en de bouw van Intels geavanceerde fabriek in Duitsland is vooruitgeschoven naar 2029.
Chip Act 2.0
Omdat de Chips Act onderaan de streep dus nog niet voldoende heeft opgeleverd, beraadt de Europese Commissie zich op een ‘Chips Act 2.0’. De chipindustrie ziet heil in een programma waarin de gehele keten wordt ondersteund, van ontwerp en materiaal tot machines en fabrieken. Vanuit het Europees Parlement klinkt de roep om investeringen in AI-chips, maar de industrie zelf pleit ervoor om ook de oudere chiptechnologie te blijven stutten, zodat ook de chips voor auto’s, machines en stroomnetten uit Europa kunnen komen. Voor de zomer zal het nieuwe programma worden gepresenteerd.
De weg naar strategische autonomie in chips is weerbarstig. De toeleveringsketen is wereldwijd vertakt en zeer kapitaalintensief. Nieuwe fabrieken kosten tientallen miljarden en worden pas na jaren operationeel. De herziening van de Chips Act markeert de ambitie voor een serieuze koerswijziging. Europa hoeft niet alles zelf te kunnen – iets wat sowieso onmogelijk is – maar wel genoeg om bij geopolitieke schokken niet machteloos toe te kijken.
Lees verder in de technologiesector
Technologie, Media & Telecom (TMT) is een van de snelst groeiende sectoren. Geholpen door de toenemende inzet van software, algoritmen en sensoren staat deze sector aan de basis van de digitale vernieuwing van andere sectoren.