
Ziekenhuizen hebben 2,35 miljard euro nodig voor inhaalzorg
In 2020 en 2021 is vanwege de coronapandemie veel zorg in de ziekenhuizen afgezegd. De Nederlandse Zorgautoriteit verwacht dat 12,5 procent van deze zorg ingehaald moet worden. De zorgverzekeraars zijn vooralsnog niet bereid deze extra zorg voor 2022 in te kopen. De ziekenhuizen luiden de noodklok. Zij geven aan extra budget nodig te hebben om achterstallige zorg te kunnen leveren en zelf financieel gezond te blijven.
Insight
De jaarlijkse inkoop van zorg is een complexe klus met veel belanghebbenden, waarbij bovendien de vraag altijd groter is dan het aanbod binnen de beschikbare budgetten. De zorgverzekeraars kopen namens de burger de zorg in op een vrije markt. Zij concurreren daarbij met elkaar en houden daarom de teugels strak.
De overheid bepaalt vooraf hoeveel geld er aan zorg mag worden uitgegeven en heeft met de ziekenhuizen hoofdlijnenakkoorden gesloten om gezamenlijk de zorg zo efficiënt mogelijk te verlenen. De zorgpremies zijn immers al hoog. Het huidige hoofdlijnenakkoord geldt voor de periode 2019-2022 en stelt dat de hoeveelheid zorg voor 2022 maximaal gelijk mag zijn aan die van 2021. Geen volumegroei betekent ook geen ruimte voor inhaalzorg. Het akkoord is echter gesloten voordat de pandemie de zorg op zijn kop zette en vervolgens resulteerde in een enorme onverwachte extra zorgvraag.
In 2020 en 2021 zijn de extra kosten voor de zorg opgevangen door de concurrentie tussen de verzekeraars in de zorg tijdelijk uit te schakelen en solidariteit voorop te stellen. De hoop was dat in 2022 weer teruggekeerd zou kunnen worden naar de normale verhoudingen in de markt. De huidige golf aan besmettingen doorkruist dit echter.
De schatting van de Nederlandse Zorgautoriteit is dat er 12,5% aan inhaalzorg is. Dat resulteert volgens een eigen berekening van ABN AMRO in een kostenpost van ongeveer 2,35 miljard euro, uitgaande van 70 procent variabele kosten op een jaarbudget van 26,7 miljard euro. (Berekening: 26,7 x 0,125 (percentage inhaalzorg) x 0,7 (variabele kosten aan extra personeel inhuur e.d.) = 2,335)
Het bedrag is voor de zorgsector immens. Geen van de partijen kan deze extra kosten dragen. De inkoop van deze zorg als coronasteun bestempelen zou voor de hand liggende oplossing kunnen zijn, andere sectoren krijgen immers ook steun.
Maar met geld alleen is de zorg er nog niet. De complexiteit ligt tevens in de vraag wie die extra zorg zou moeten leveren, aangezien iedereen al op zijn tandvlees loopt. Onzeker is bovendien wanneer de pandemie de zorg niet langer in zijn greep heeft. Wanneer niet van tevoren kan worden bepaald wanneer en waar dan eindelijk de inhaalzorg geleverd kan worden, kan ook niet van tevoren worden ingekocht. Een dergelijke onzekerheid past niet in het strakke ‘zorginkoop-korset’ waar de sector al een aantal jaar ingesnoerd zit.
Overheid, verzekeraars en zorgaanbieders zullen creatief om moeten gaan met het strakke keurslijf waarin de sector zit en op schuivende panelen moeten handelen om iedereen tijdig goede zorg te kunnen blijven bieden.
In Headlines & Insights geeft ABN AMRO duiding bij het nieuws.
Meer informatie
- ABN AMRO publicatie, Zorgpremie stijgt harder dan uitgaven
- Nederlandse Zorg Autoriteit, Schatting inhaalopgave: 170 tot 210 duizend operaties
- FD, Ziekenhuizen willen ruimte voor nieuwe ronde financiële Coronasteun
- Anja van Balen, Sector Banker Healthcare
- David Bolscher, Sectoranalist Healthcare, Transport & Logistiek