
Corona wakkert digitalisering kunst aan
Maatregelen om de verspreiding van corona in te dammen hebben de kunstsector hard geraakt. Naar voorlopige cijfers hebben musea maar 20 procent van het aantal bezoekers in 2019 gehad, meldt de Museum Vereniging. Maar het doorzettingsvermogen is sterk; wereldwijd stappen kunstinstellingen over op technologische middelen om klanten te binden.
Insight
De pandemie heeft de digitalisering van de kunst aangewakkerd. Noodgedwongen door de slinkende bezoekersaantallen versnelt het gebruik van technologie om de kunstminnende klant toch te kunnen laten genieten. Zo organiseren het Londense Victoria en Albert-museum, Het Mexicaanse Frida Kahlo-museum en het Amsterdamse Rijksmuseum virtuele rondleidingen met beeld, tekst en geluid. Andere instellingen gaan een stap verder door het digitale museumbezoek in 3D aan te bieden. Het Metropolitan Museum of Art (MET) zag het streamingdataverkeer meer dan verveertigvoudigen met de komst van het MET 360 Degree Project. Dit project maakt het mogelijk de Tempel van Dendur en de MET-Kloosters te beleven met gebruik van ‘virtual reality’ en 3D-brillen.
Een bijkomend voordeel is dat musea zich met deze digitale initiatieven kunnen presenteren aan een groter publiek; technologie als de toegangspoort voor nieuwe klantengroepen om met de kunstsector kennis te maken. Digitale tentoonstellingen zijn vaak kosteloos of worden tegen een kleine vergoeding ter beschikking gesteld. Dit maakt de museumkunst financieel meer toegankelijk. Daarnaast wordt kunst met deze technologische toepassingen ook buiten de landsgrenzen makkelijker deelbaar. Dit is goede publiciteit, ook voor wanneer reizen weer mogelijk wordt.
Bovendien kan kruisbestuiving tussen technologie en kunst interesse voor beeldende kunst aanwakkeren bij jongeren die doorgaans sterk technologisch georiënteerd zijn. Zo kunnen zij via de Art Generator kunstwerken in het Nintendo-videospel Animal Crossing betrekken. Volgens de Erfgoedmonitor van de overheid zijn 13- tot 19-jarigen goed voor slechts 8,6 procent van de bezoekerspopulatie in 2018. Zij vormen dus een grote potentiële klantengroep die met technologie naar het virtuele museum kan worden getrokken. Niet voor niets staan individuen van deze zogenoemde generatie Z bekend als ‘digital natives’. Via het voor hen zo vertrouwde portaal van technologie kunnen zij op een gemakkelijke manier kennismaken met de Nederlandse kunstcultuur.
De pandemie kan de springplank zijn voor de beeldende kunst om zich verder bloot te stellen aan technologische integratie. Technologie kan deel uitmaken van de tentoonstellingen zelf, zoals in de exposities van TeamLab in Japan. Hier belanden bezoekers letterlijk in een kunstwerk in plaats van dat ze het enkel toeschouwen. Zij kunnen deel uitmaken van de kunst. Doordat de verlichting en sculpturen uitgerust zijn met kunstmatige intelligentie kan bijvoorbeeld een holografische bloem verwelken na aanraking door een bezoeker. Dit zorgt voor een nieuwe, interactieve wijze van publieksbeleving die aantrekkelijk is voor jongeren.
De boodschap is duidelijk: corona heeft technologie op de voorgrond geplaatst in de kunstsector. Musea die nog twijfelen, doen er goed aan om deze overstap te maken als zij het meeste uit de mogelijkheden willen halen die het technologische tijdperk te bieden heeft. Misschien wordt de volgende stap wel om virtuele rondleidingen te geven. Nog even, en kunstliefhebbers hoeven niet altijd meer het huis uit voor een dagje in een museum.
In Headlines & Insights geeft ABN AMRO duiding bij het nieuws.
Meer informatie
- The Guardian, ‘Beginning of a new era’: how culture went viral in the face of crisis
- ABN AMRO publicatie, 'Identiteit van groot belang voor musea'
- Kamalika Patra, ABN AMRO sectoranalist TMT & ZDV, kamalika.patra@nl.abnamro.com