‘Huisarts is het mooiste beroep dat er is’
Waarnemend huisarts Sietske Epema werkt in verschillende huisartspraktijken. Wat doet een waarnemend huisarts eigenlijk en hoe kijkt Sietske tegen het huisartsenvak aan? “Het werk is erg afwisselend, ik help mensen met grote én kleine problemen”.
Was het altijd je droom om geneeskunde te gaan studeren?
"Dat ik geneeskunde wilde studeren, wist ik al halverwege mijn middelbare school. Mijn moeder is arts en mijn zussen zijn dat ook. Ik wist aan het begin van mijn studie eigenlijk al dat ik huisarts wilde worden. Mijn coschap huisartsgeneeskunde bevestigde dat alleen maar.
Na mijn studie heb ik een tijdje op de spoedeisende hulp gewerkt en ook nog een jaar als arts in een verpleeghuis. Ik ben heel blij dat ik door deze banen een bredere achtergrond heb gekregen. Maar omdat ik graag huisarts wilde worden, heb ik gesolliciteerd voor de huisartsenopleiding.”
Waarom ben je aan de slag gegaan als waarnemer?
"Het is heel gebruikelijk om na je huisartsenopleiding te beginnen als waarnemer. Het overgrote deel van de afgestudeerden start als zzp’er. Zo kun je op meerdere plekken ervaring opdoen. Je kunt ook als vaste waarnemer aan de slag in een huisartspraktijk en je daarmee toch aan een praktijk verbinden. Het geeft de flexibiliteit om je werk in meerdere praktijken te combineren. Praktijkhouders zijn meestal ook zelfstandigen. Je ziet dat een deel van de waarnemend huisartsen uiteindelijk wel in loondienst gaan, maar dat is niet altijd voordeliger voor beide partijen.
Het eerste jaar werkte ik als waarnemer in veel verschillende praktijken. Zo verving ik langere tijd een huisarts die met zwangerschapsverlof was. En ik viel ook veel in bij ziekte. Na flink wat praktijken te hebben gezien, ging ik op zoek naar meer vastigheid.
Op een gegeven moment wil je namelijk een vaste werkplek hebben. Het is fijn om vanuit één locatie patiënten terug te zien en een band met ze op te bouwen. Dat maakt het vak leuker. Naarmate je ergens langer zit, vragen mensen ook of ze bij jou terecht kunnen. Inmiddels werk ik 1 en binnenkort 2 dagen per week vast in een praktijk. Op mijn overige werkdagen val ik bij andere praktijken in bij ziekte of vakantie."
Wat zijn je taken als waarnemer?
"Als waarnemend huisarts ben ik zelf verantwoordelijk voor de patiëntenzorg die ik lever. Ik bespreek de klachten van de patiënten dus niet met de praktijkhouder. Die is ook meestal niet aanwezig op de dagen dat ik voor hem of haar werk. Bij ingewikkelde problemen kan ik vaak wel even met een andere huisarts sparren. Daarnaast doe ik ook weekenddiensten en nachtdiensten op de huisartsenpost waar ik aan verbonden ben. Ik vind het waarnemerschap een ideale manier om een netwerk op te bouwen. Het is soms best hard werken, maar minder zwaar dan de verantwoordelijkheden van een praktijkhouder."
Hoe kijk jij tegen het huisartsentekort aan?
"Ik werk zelf in regio Midden-Nederland waar het tekort in verhouding beperkt is. Ik zie wel dat het ook hier voor praktijkhouders steeds moeilijker wordt om een opvolger te vinden. Het huisartsentekort is in provincies als Friesland en Zeeland echt een groot probleem. Daarnaast zijn veel huisartsen gebonden aan de schoolvakanties. Het is in die periode voor praktijkhouders dan moeilijk om vervanging te vinden. In heel Nederland zijn er veel praktijken met een patiëntenstop. Dat vind ik zorgelijk.
Een praktijkhouder heeft een uitgebreid takenpakket en draagt de eindverantwoording voor de praktijk. Voor veel huisartsen is de drempel om een praktijk te starten of over te nemen best hoog. Daarnaast werken de meeste huisartsen geen 5 dagen per week in de patiëntenzorg, dat was vroeger wel anders. Vijf dagen werken is te veel en te zwaar. Vooral gezien de lange dagen en alle extra diensten. Bovendien hebben veel huisartsen ook een gezin thuis. Ook daarom zijn er extra huisartsen nodig."
Overigens springen veel commerciële bedrijven in op het huisartsentekort. Die bedrijven kopen praktijken op en nemen personeel in dienst en proberen huisartsen aan zich te binden.”
Hoe zie jij je toekomst?
“Ik wil uiteindelijk, over 5 tot 10 jaar, zelf een huisartsenpraktijk overnemen. Als praktijkhouder ben je meer betrokken bij de praktijk en je hebt ook meer te vertellen. Er zijn dan verschillende opties. Ik kan zelf een praktijk overnemen of samen met iemand anders. Of ik kies voor een maatschap. Dan deel ik samen met andere huisartsen de assistenten die bij ons in dienst zijn.
Ik wil in elk geval als huisarts blijven werken. Het is het meest diverse vak in de geneeskunde. En ik vind het ook het allerleukste vak. Je staat dicht bij de mensen en je hebt met iedereen te maken. Het geeft me een goed gevoel dat ik door mijn werk zoveel voor mensen kan betekenen.”
