Aan wie verkoop je je mondzorgpraktijk?

'Aan wie verkoop ik straks mijn tandartspraktijk?' Deze vraag houdt veel praktijkeigenaren bezig. In het 2e deel over de veranderingen in de mondzorgbranche vertelt sectorspecialist Medisch Thera Evers welke mogelijkheden er zijn voor tandartsen die hun praktijk willen verkopen.
Vergrijzing onder tandartsen
Per januari 2023 stonden er volgens branchevereniging KNMT 9.376 tandartsen in het BIG-register. 42% van deze tandartsen is 50+. Zij gaan de komende 10 jaar met pensioen. Een groot deel hiervan is man en heeft een eigen praktijk.
Veel praktijkeigenaren liggen ’s nachts weleens wakker van de toekomstige praktijkoverdracht. 'Zijn er nog jonge tandartsen of ketens die mijn praktijk willen overnemen?', vragen zij zich af. 'Wat is het beste moment om mijn praktijk over te dragen?' Ook melden veel ketens zich bij praktijkhouders met de vraag of ze hun praktijk willen overdragen. Is dat de oplossing?
Door alle succesverhalen van collega-tandartsen zijn veel praktijkhouders bang om buiten de boot te vallen. Kunnen zij hun praktijk nog wel verkopen? Het is logisch dat zij zich laten leiden door gevoelens en emoties. Zo ontstaat een gevoel van Fear Of Missing Out (FOMO).
Of een keten interesse heeft in een praktijk, hangt af van verschillende factoren. Maar wat is belangrijker dan de vraag of een keten interesse heeft? Neem afstand en plaats alle veranderingen in perspectief. Houd vast aan je eigen planning en aan je eigen juiste 'momentum'.
1. Overdragen aan een keten
'Ontzorgen', is vaak het belangrijkste woord van een keten. Na de overdracht neemt de keten al het werk uit handen. Dan kun jij je richten op de zorg voor je patiënten. De keten ziet jou vaak als sleutelfiguur voor een succesvolle praktijkovername. Voor de voortgang in de praktijk, als herkenbaar gezicht voor patiënten en uiteraard als behandelaar. Vaak vraagt de overnemende keten of je nog 2 tot 5 jaar aan wilt blijven.
Vanuit de zorggedachte zijn er binnen de praktijken mondzorgverleners nodig om patiënten te helpen en behandelingen te doen die gericht zijn op het voorkomen en genezen van klachten.
Zakelijk gezien, moeten er patiënten en behandelaren zijn om voldoende omzet te kunnen behalen om winst te maken. Om deze risico’s te beperken vragen ketens daarom vaak of de oude praktijkeigenaar een aantal jaren aan de praktijk blijft verbonden. Hierdoor is het zeker dat de praktijk wordt voortgezet en is de kans dat patiënten weglopen, kleiner.
Overnamesom
De overnamesom ligt vaak tussen de 3 tot 5 keer de EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation) met soms uitschieters naar boven. Wij zien grote verschillen en dit is vaak afhankelijk van de locatie, omvang, de investeringen die nodig zijn en de groeimogelijkheden van de praktijk. Regelmatig is er sprake van een ’up front fee‘ met ’earn out ’constructie. Dit betekent dat de verkoper een deel ineens ontvangt. Het restant van de koopprijs wordt uitgekeerd als de praktijk na de overdracht een bepaald minimum bedrijfsresultaat of omzet heeft behaald. Doordat ketens deze bedrijfsmatige benadering toepassen, sturen zij op verschillende zaken die te maken hebben met efficiënt en effectief werken. De vraag die je voor jezelf moet beantwoorden is of dit bij je past. Ontzorgen brengt met zich mee dat je niet meer de koers bepaalt. En dat je niet meer helemaal zelf kunt bepalen hoe je je praktijk wilt organiseren.
Buy-and-build-strategie
Ook zien we vormen waarbij een (minderheids)belang onderdeel uitmaakt van de overnamevorm. Dit kan interessant zijn, omdat de verkopende tandarts zo voordeel kan hebben van de buy-and-build-strategie van de keten. Besef wel dat je hiermee investeerder wordt en geen invloed hebt op de koers van de keten. Als minderheidsaandeelhouder heb je weinig invloed, bijvoorbeeld in stemmingen tijdens de algemene vergaderingen
2. Aansluiten bij een groepspraktijk
Denk je dat het lastig kan zijn om een opvolger voor je praktijk te vinden? Bijvoorbeeld omdat je een kleine praktijk hebt? Dan kun je samenwerken met andere tandartsen in de buurt. Door de praktijken samen te voegen ontstaat een grotere praktijk die mogelijk wel interessant is om overgenomen te worden.
Maar wat gebeurt er als je geen opvolger voor je praktijk kunt vinden? De deur sluiten lijkt dan de enige mogelijkheid. Maar weet dan dat je alle werknemers die bij jou in dienst zijn, moet ontslaan en een vergoeding moet betalen. Dit kost kleine ondernemingen veel geld. Daarom regelt de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) dat kleine ondernemingen vanaf 2021 een speciale een vergoeding kunnen krijgen voor de deze transitiebetalingen.
3. Overdragen aan jong talent
Veel praktijkeigenaren willen hun praktijk overdragen aan een jonge tandarts, maar denken dat hiervoor weinig interesse is. Ook zijn ze bang dat zij dit niet gefinancierd krijgen. Daar waar vroeger bijna iedereen een eigen praktijk had, is het ondernemerschap onder beginnende tandartsen de laatste jaren afgenomen. Hier zijn verschillende redenen voor.
- De vraag naar tandarts-zzp’ers is gegroeid doordat praktijken gemiddeld groter zijn geworden.
- De zzp’er heeft een goed inkomen. Daardoor ontbreekt vaak de financiële prikkel om te ondernemen.
- Een zzp’er is flexibel en dit vinden tandartsen van de jonge generatie (millennials) belangrijk.
- In het verleden werden tandartsen vaak 'vanzelf' ondernemers, terwijl deze keuze nu bewust wordt gemaakt.
Gelukkig zien wij dat er nog steeds veel jonge tandartsen zijn die de ambitie hebben om een eigen praktijk te starten of over te nemen. Er zijn nog volop kansen om te ondernemen en banken zijn bereid om hen te financieren. De ideale praktijk van deze nieuwkomers bestaat uit een moderne praktijkvoering en deze heeft minstens 3 tot 4 kamers. Zij kiezen hierbij vaker voor duo-ondernemerschap.
De zoektocht naar een geschikte overnamepraktijk wordt moeilijker doordat ook ketens zich op deze praktijken richten. En deze laatste hebben meer geld en tegen deze ‘diepe zakken’ kunnen jonge tandartsen vaak niet opbieden.
Lees ook het eerste artikel over de veranderingen in het dentale speelveld waarin sectorspecialist Thera Evers ingaat op de toename van ketens binnen de mondzorg.