Javascript is required

Aanhouden of opheffen van uw bv?

Kennisartikel
Bedrijfsoverdracht

Als ondernemer kunt u diverse redenen hebben om voor een bv als rechtsvorm te kiezen. Bijvoorbeeld om de totale belastingdruk op bedrijfswinsten te beperken. Of om aansprakelijkheid van uw privévermogen zo veel mogelijk te vermijden. Maar wat als u stopt met ondernemen? Is het dan nog wel handig om de bv te behouden? Dit hangt met name af van de functie(s) die uw bv heeft vervuld. Maar ook van de omvang en samenstelling van het vermogen van de bv.

Functies van de bv

Ook als u gestopt bent met uw bedrijf, kan uw bv nog diverse functies hebben. Daarbij kunt u onder andere denken aan:

  • Beleggen van opgepotte winstreserves
  • Verstrekken van hypotheken aan uzelf of andere familieleden
  • Beheer van pensioen- en lijfrenteverplichtingen
  • Spaarpot voor privé-(spaar)gelden

Voordelen moeten opwegen tegen kosten

Aanhouden van een bv brengt jaarlijks terugkerende kosten met zich mee. Zoals voor het opstellen van de jaarrekening en aangifte vennootschapsbelasting. Zit er maar een beperkt vermogen in de bv en heeft de bv geen functies meer? Dan kunnen de extra kosten hoger zijn dat de fiscale voordelen die u heeft door de bv aan te houden. Opruimen van de bv vereenvoudigt bovendien uw financiële situatie. Dat kan voor sommigen de doorslag geven om de bv op te heffen.

Beleggen binnen de bv of privé?

Door bedrijfswinsten in de bv op te potten en/of door verkoop van uw bedrijf, neemt het eigen vermogen van de bv toe. Pas als u dit vermogen als dividend aan uzelf uitkeert, dient u hierover inkomstenbelasting in box 2 te betalen. De vraag die dan opkomt is of het misschien voordeliger is om dividend uit te keren en privé (box 3) verder te beleggen. Omdat u over het vermogen box 2-belasting heeft betaald, resteert er een lager vermogen in box 3 om rendement te behalen. Dit is alleen gunstig als u met dit vermogen een heel hoog rendement behaalt. Meestal is het fiscaal gunstiger om binnen de bv te blijven beleggen. Dividend uitkeren kan natuurlijk wel wenselijk zijn als u bepaalde grote uitgaven privé wilt doen en daarvoor privé de middelen niet beschikbaar heeft. Bijvoorbeeld als u grotere schenkingen wilt doen aan uw kinderen.

Oudedagsvoorzieningen in de bv

U mag al langere tijd geen pensioen meer opbouwen in uw eigen bv. Directeur-grootaandeelhouders hebben destijds het ‘pensioen in eigen beheer’ afgekocht, omgezet in een oudedagsverplichting of het opgebouwde pensioen ‘bevroren’. In de laatste twee gevallen heeft de bv dus nog de verplichting om (in de toekomst) uitkeringen te doen. Ook komt het voor dat de bv een (lijfrente)verplichting heeft, die is ontstaan bij omzetting van een vroegere eenmanszaak in de bv.

De aanwezigheid van dergelijke oudedagsvoorzieningen op de balans van uw bv betekent niet dat het daardoor onmogelijk is om de bv op te heffen. Maar de bv zal dan wel eerst de verplichting aan een derde partij moeten overdragen. Ingeval van een ‘bevroren’ pensioen kan dat alleen een verzekeringsmaatschappij zijn. Bij een oudedagsverplichting of lijfrente kan ook een bank als uitvoerder optreden. Hoe dan ook, de bv zal voldoende geld moeten hebben, bijvoorbeeld spaargeld of beleggingen, om de verplichting over te kunnen dragen. Maar ook in het geval dat de bv de verplichtingen zelf houdt en aan u moet uitkeren, moet er voldoende geld aanwezig zijn in de bv. In beide gevallen kan dat lastig worden als het vermogen grotendeels ‘vastzit’ in onroerend goed of leningen aan uzelf of familieleden.

Spaarpot voor privévermogen

Op het moment dat u meer dan € 57.000 (2024), bij fiscaal partnerschap € 114.000, privévermogen bezit (box 3), moet u in box 3 belasting betalen op basis van een forfaitair rendement. Voor spaartegoeden is dit 1,03% (schatting CPB) in 2024. Dan betaalt u effectief 0,37% (= 1,03% x tarief: 36%) aan inkomstenbelasting in box 3. Op dit moment is het meestal niet interessant om uw spaartegoeden over te hevelen naar uw bv omdat uw spaartegoeden tegen een relatief laag forfaitair rendement belast wordt in box 3.

Uw beleggingen vallen onder 'overige bezittingen' in box 3 en hiervoor geldt een forfaitair rendement van 6,04% (2024). Hierover betaalt u 2,17% (= 6,04% x tarief: 36%) aan inkomstenbelasting in box 3. Als u een (zeer) laag rendement behaalt met uw beleggingen, kan het gunstig zijn om dit privévermogen in uw bv onder te brengen. Dat kan bijvoorbeeld door een extra storting op uw aandelenkapitaal te doen. Maar ook door het vermogen als lening aan uw bv te verstrekken. Gevolg is dat het vermogen op de eerstvolgende peildatum (1 januari) niet meer in box 3 zit. U betaalt dan niet langer belasting over een relatief hoog forfaitair rendement over de ‘overige bezittingen’ in box 3, maar over het werkelijke, lage rendement.

Uw privévermogen kunt u onbelast als kapitaalstorting inbrengen in uw bv. Het werkelijk rendement wordt vervolgens in de bv belast als winst tegen 19% vennootschapsbelasting, zolang de winst niet hoger is dan € 200.000. Als u het geld nodig heeft, kunt u de nettowinst uit de bv als dividend laten uitkeren en betaalt u hierover nog 24,5% box 2-belasting voor de eerste € 67.000 (bij fiscaal partnerschap: € 134.000). De gecombineerde belastingdruk komt dan uit bij een winst tot € 200.000 op circa 38,8% over het werkelijke rendement. Zolang dat werkelijke rendement beneden ongeveer 5,6% blijft, is de totale belastingheffing over het vermogen gehouden in de bv minder dan de 2,17% box 3-heffing over het vermogen in privé.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad heeft in juni 2024 echter bepaald dat als het werkelijk rendement lager is dan het relatief hoge forfaitaire rendement in box 3, dat u mag opteren voor het werkelijke rendement. Als dat bij u het geval is, zou het niet meer interessant zijn om uw beleggingen onder te brengen in de bv. De belastingdruk in box 3 van 36% is namelijk lager dan de gecombineerde belastingdruk bij beleggingen in de bv van 38,8%.

Tot slot

Laat u goed adviseren als u overweegt om privévermogen in uw bv onder te brengen. Er zitten diverse haken en ogen aan, waardoor het minder eenvoudig is dan het lijkt. Als u bijvoorbeeld vermogen als kapitaal in uw bv heeft gestort, is een notariële statutenwijziging nodig om dat vermogen later weer onbelast uit de bv te kunnen halen. Privémiddelen aan uw bv uitlenen heeft tot gevolg dat de vordering bij u privé in box 1 valt onder de ‘terbeschikkingstellingsregeling’. Deze structuur kan wel relatief eenvoudig weer ongedaan gemaakt worden, door de bv de lening terug te laten betalen aan u privé.

Wat in uw situatie de beste keuze is, is een kwestie van maatwerk. Het is verstandig dit ook met uw accountant en/of fiscalist af te stemmen. Ook als bank denken we graag met u mee. Maak gerust een vrijblijvende afspraak met een van onze adviseurs.

Tags

Kennisartikel
Bedrijfsoverdracht
Bedrijfsstructuur

Lees ook

Je privézaken goed geregeld

Bij ondernemen lopen privé en zakelijk vaak door elkaar. Onze specialisten vertellen je graag meer over pensioenen, hypotheken en het opbouwen van vermogen.