Javascript is required

Een kredietafwijzing voorkomen doe je zo

Stef Driessen

Een stapeltje bonnetjes, een technisch faillissement, onduidelijke plannen of een bedrijfsstructuur die als een kerstboom is opgetuigd: allemaal mogelijke redenen om bij de bank een kredietafwijzing te krijgen. Maar door precies op deze punten in te grijpen, kan zo’n afwijzing juist worden voorkomen.

De derde harde lockdown kostte de Nederlandse horeca minstens 1 miljard euro aan omzet. Voor compensatie komen om technische redenen lang niet alle ondernemers in aanmerking, en de compensatie is nooit volledig. Wat moeten bijvoorbeeld de diep teleurgestelde restauranthouders met hun voorraden nadat ze half december van de ene op de andere dag hebben moeten sluiten?

Na de lange reeks van hele en halve lockdowns neemt het aantal noodkredietaanvragen nog steeds toe. Een derde van deze zogeheten coronakredieten komt bij de horeca terecht. De kredieten worden door banken verstrekt aan ondernemers die aantoonbare schade lijden onder de overheidsbeperkingen. De overheid staat voor 67,5 procent garant bij wanbetaling, maar dat betekent niet dat kredietverleners zonder meer de geldkraan open kunnen zetten. Zij hebben de wettelijke plicht, jegens de overheid en op grond van hun eigen zorgplicht, om coronakredieten aan een reguliere kredietbeoordeling te onderwerpen.

De kans op een noodkrediet is groot voor gevestigde ondernemers die hun terugbetaalcapaciteit kunnen onderbouwen. Toch kunnen ook zij voor verrassingen komen te staan wanneer ze bepaalde facetten, die hieronder aan de orde komen, niet voor elkaar hebben.

Zo valt uit de praktijk een top vier op te maken van redenen voor een kredietafwijzing. Ondernemers die deze redenen kennen, weten daarmee tegelijk hoe ze deze kunnen voorkomen.

Gebrekkige boekhouding

De eerste reden is een gebrekkige boekhouding. Niet zelden komen ondernemers met losse velletjes aanzetten waar hun balanspositie en resultaten uit zouden moeten blijken. Dit in het slechtste geval in combinatie met een stapel bonnetjes waaruit met geen mogelijkheid is op te maken of het incidentele kosten of serieuze ‘bleeders’ betreft. Een ordelijke balans en winst- en verliesrekening die inzicht verschaffen in de huidige situatie en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren is cruciaal. Een accountant die de sector goed kent, kan hierbij helpen.

Meer schuld dan bezit

Zijn de cijfers op orde, dan kan een tweede drempel zijn dat er meer schuld is dan bezit. De onderneming is dan technisch failliet. Toch hoeft dit geen reden van afwijzing te zijn, want zoals gezegd is vooral de terugbetalingscapaciteit van belang. Wanneer de onderneming levensvatbaar is, kan de ondernemer afspraken te maken over de volgorde waarin schuldeisers worden terugbetaald. In het algemeen krijgen nieuwe schulden krijgen voorrang op oude schulden. De Belastingdienst en de banken staan als ‘preferente schuldeisers’ vaak sterker in de onderhandelingen dan leveranciers of verhuurders.

De bank is ermee geholpen wanneer de horecaondernemer en een schuldeiser bereid zijn om een standaard achterstellingsakte te tekenen. Hierin staat dat de rente- en aflossingen aan de bank voorrang krijgen op de verplichtingen aan de schuldeiser. Uiteraard kan deze afspraak opnieuw worden bekeken als de onderneming weer een gezond eigen vermogen en goede financiële vooruitzichten heeft.

Ook kan schuldsanering uitkomst bieden. Transparantie leidt vrijwel altijd tot het beste resultaat. Iedere schuldeiser wil weten wat er gedaan is om de schade te beperken en wat de alternatieven zijn. De oplossing kan verschillen. De bank overweegt een korting als zij daarna geen omkijken meer heeft naar de schuldenaar. Andere schuldeisers hebben vaak belang bij meer zekerheid voor hun resterende vordering, bestaande uit bijvoorbeeld aanbetalingen, pandrechten of periodieke financiële rapportages. Wanneer de schulden zitten bij partners in de keten, is het een overweging om deze schulden tijdelijk om te zetten naar een winstrecht of zelfs een belang in de horecaonderneming.

Onvoldoende terugbetaalcapaciteit

De derde barrière ontstaat wanneer de terugbetaalcapaciteit onvoldoende is. Allereerst is van belang dat de ondernemer of zijn accountant goed onderscheid weet te maken tussen incidentele en meer structurele kosten. Wanneer blijkt dat op vooral op dat laatste kan worden bespaard, geeft dat verlichting. De bank ziet maar wat graag wat het effect is van procesverbeteringen. Minstens zo belangrijk is natuurlijk de ontwikkeling van toekomstige inkomsten.

Er zijn veel argumenten waar een welwillende bank gevoelig voor is. Heeft de ondernemer onderbouwde plannen om met betere marketing of een aantrekkelijker aanbod meer omzet uit zijn klanten te halen? Blijft het personeelsverloop de komende jaren laag? In dat geval neemt de arbeidsproductiviteit doorgaans toe, wat wel tot 6 procent van de omzet aan extra terugbetaalcapaciteit op kan leveren. Maakt de ondernemer werk van voedselverspilling, koopt hij efficiënter in, betalen energiebesparende maatregelen zich uit? Het zijn allemaal zaken die de terugbetaalcapaciteit helpen onderbouwen. Licht het toe, idealiter in dit sjabloon van de bank.

Structuurrisico

Een vierde reden voor een kredietafwijzing betreft, tot slot, het zogeheten structuurrisico. De bank kan dan niet beoordelen of er geld weglekt naar andere bedrijven waar de ondernemer bij betrokken is. Dit probleem leeft vaak bij horecabedrijven die snel gegroeid zijn.

De oplossing is eenvoudig. Betrek al deze bedrijven in de kredietaanvraag en presenteer een financieel plaatje waarin de inkomsten en uitgaven, en de bezittingen en de schulden overzichtelijk naast elkaar staan. Daarmee heeft de bank een totaaloverzicht. Zo’n exercitie kost tijd en geld, omdat er vaak een accountant bij nodig is. Maar de bijvangst kan groot zijn. Als de terugbetaalcapaciteit voldoende is, dan zijn de meeste banken zijn bereid om duurdere leningen van bijvoorbeeld crowd funders te vervangen door goedkoper bankkrediet.

Een structuurrisico kan ook ontstaan door hoge privé-uitgaven. Dat zijn lang niet altijd dure hobby’s maar soms ook schrijnende zaken, zoals hoge alimentatieverplichtingen of restschulden uit het verleden. Dit levert dikwijls emotionele gesprekken op, waarbij het belang van de ondernemer en dat van de onderneming niet altijd hand in hand gaan. En dat terwijl de bank ze allebei keihard nodig heeft voor de terugbetaling van het nieuw te verstrekken krediet. Daarom nogmaals de oproep: bereid de kredietaanvraag goed voor en lever de gevraagde onderbouwing van de terugbetaalcapaciteit zo compleet als mogelijk en het liefst in één keer aan. Hulp vragen is nooit kansloos. Als de ellende van de afgelopen jaren iets zinnigs heeft opgeleverd, dan is dat het besef dat een gezonde samenleving alle belang heeft bij een goed functionerende horeca. Ook dat realiseren de banken zich maar al te goed.

Deze column verscheen eerder bij Entree Magazine

Over de auteur

Stef Driessen is sector banker Leisure bij ABN AMRO. Samen met zijn 60 gespecialiseerde teamgenoten adviseert hij bedrijven in de Leisure, Travel & Hospitality.

Lees verder in de sector Leisure

De sector Leisure heeft een zware periode grotendeels achter de rug. Het herstel is ingezet met afbouwen van de maatregelen omtrent corona. De terrassen beginnen vol te raken, het aantal toeristen neemt toe en evenementen kunnen weer georganiseerd worden. De personeelstekorten zijn nu de grootste uitdaging. Werkzaamheden van het personeel digitaliseren en het spreiden van gasten kunnen de impact daarvan beperken.

Bekijk alle artikelen

Lees ook

Meld je gratis aan voor onze Insights nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze inzichten, tips en trends

Aanmelden