Robotisering lijkt eenvoudiger dan het is

De groei van de bedrijfsinvesteringen valt terug. Nederlandse ondernemingen potten geld op in plaats van te investeren in nieuwe technologie, zo constateert columnist Mathijs Bouman van het Financieele Dagblad. Dat is opvallend, want de arbeidsmarkt is heel krap. Bedrijven zouden juist moeten investeren in nieuwe technologie om de arbeidsproductiviteit te verhogen.
Insight
Volgens de International Federation of Robotics (IFR) nam in 2018 het aantal geïnstalleerde robots in de meeste industriële branches af. In de metaalsector daalde het aantal nieuwe robots van 343 naar 276 stuks, een daling van 22 procent. Alleen in de voedingsindustrie bleef het aantal nieuwe robots ongeveer gelijk. IFR verwacht tot 2022 in Nederland een zeer gematigde groei van het aantal robots. Hoe is dat te verklaren terwijl industriële ondernemers schreeuwen om personeel?
Verschillende factoren spelen een rol bij de terughoudendheid in het gebruik van robots. Allereerst zijn robots vooral geschikt voor productie van series. Om die reden worden robots al relatief veel toegepast in de auto- en voedingsindustrie, waar doorgaans grote series worden geproduceerd. In veel andere industriële branches zijn maatwerk en kleine series belangrijker. Dat maakt het verder automatiseren van taken moeilijker en minder efficiënt. Dit verklaart waarom industriële bedrijven in landen als Singapore en Duitsland meer gerobotiseerd zijn dan in Nederland. In die landen zijn branches die grote series produceren dominant, zoals de auto-industrie, de chemie en de halfgeleiderindustrie. In de Nederlandse industrie spelen deze branches een kleinere rol.
Ook de hoge kosten van robotisering vormen een drempel voor een grootschalige inzet ervan. Voor grotere ondernemingen zijn deze investeringen meestal makkelijker te dragen dan voor kleinere. Daarnaast vergt de inzet van robots veel praktische aanpassingen. Zo stijgt het aantal zelfrijdende voertuigen die worden ingezet voor het vervoer grondstoffen en producten in een fabriek. Ook hier hebben grotere bedrijven een voorsprong, want hun fabrieken beschikken vaak over brede rijroutes en zijn dus goed ingericht op zelfrijdende voertuigen. Bij kleinere complexen zijn de gangpaden niet zelden te smal of worden de routes versperd door materialen. Deze bedrijven zullen eerst de fabriekshal anders moeten inrichten. Om robots goed te benutten, is daarnaast bepaalde kennis nodig. Die kennis komt vooral van personeel dat de juiste IT-vaardigheden heeft om de robots te programmeren. Aan dat personeel is momenteel een groot tekort. Sommige bedrijven slagen er niet in het juiste talent binnen te halen.
Een laatste mogelijke belemmering bij robotisering vormt een mogelijk gebrek aan kennis bij directeur-grootaandeelhouders van de babyboomgeneratie. Lang niet alle ondernemers die richting hun pensioen gaan, zijn bereid zich in nieuwe technologie te verdiepen. Pas wanneer zij hun bedrijf overlaten aan een volgende bedrijfsleider of een nieuwe aandeelhouder kan robotisering bij die relatief grote groep middelgrote ondernemingen vol op de agenda komen.
In Headlines & Insights geeft ABN AMRO duiding bij het nieuws.
Meer informatie
- Albert Jan Swart, ABN AMRO sectoreconoom Industrie en Transport & Logistiek albert.jan.swart@nl.abnamro.com
- ABN AMRO publicatie, Digital twinning is de volgende concurrentieslag in de maakindustrie