
Met een ferme campagne is het nieuwste initiatief van Rutger Bregman van start gegaan: The School voor moral ambition. Hij roept goedbetaalde jonge mensen, voornamelijk kenniswerkers, op om zich los te maken van banen waarin ze hun talenten verspillen.
In plaats van tijd te besteden aan ‘bullshitbanen’ die niet bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, spoort Bregman jonge talenten aan om te streven naar een betekenisvolle carrière. Het devies is om impact te maken door bij te dragen aan het oplossen van klimaatverandering of het voorkomen van dierenleed.
Ongemakkelijk gevoel
De oproep tot het tonen van morele ambitie te tonen en het maken van een andere beroepskeuze, wordt ondersteund met ‘moral ambition circles’ en een serieus opleidingsprogramma voor degenen die het roer willen omgooien. Ondanks de positieve intenties van deze aanpak, bekroop mij een ongemakkelijk gevoel. Het beeld van de arbeidsmarktcampagne van de bouwsector kwam bij mij boven, met als belangrijkste slogan: ‘'Niet ieder kind wordt later arts of advocaat. Leer je kinderen dat het oké is om met je handen te werken en toffe dingen te bouwen.'
Morgen al het verschil maken
Dat is precies waar de aanpak wringt. Bregman’s focus lijkt te liggen op een selectieve club van theoretisch opgeleide toptalenten, terwijl we in de bouwsector, waar praktisch opgeleiden schaars zijn, behoefte hebben aan uitvoeringskracht. Praktisch opgeleiden hebben ook ambities voor een betere planeet en kunnen met hun vaardigheden morgen al het verschil maken. Denk aan de timmerman of installatiemonteur die met zijn ‘circular skills’ een ontwerp tot uitvoering kan brengen en daarbij afweegt of je het beste iets kunt schroeven, vastspijkeren of klikken zodat op termijn hergebruik in plaats van sloop mogelijk is.
Met digitale vaardigheden meer uitvoeringskracht
Uiteraard beschikt de bouw over de nieuwste technologie en digitalisering, maar dat maakt praktisch opgeleiden niet minder nodig. Een timmerman of monteur heeft behoefte aan kennis over nieuwe technieken, materiaalkringlopen en herbruikbaarheid van materialen. Vervolgens past hij deze kennis context specifiek toe in een project. Digitalisering en digitale hulpmiddelen, denk bijvoorbeeld aan een digital twin, spelen hierin een cruciale rol.
Laten we in de bouw de opleidingsbudgetten nu niet volledig inzetten op het aanscherpen van morele ambities. Het intrinsieke morele vuur brandt al bij de meeste bedrijven en met het faciliteren van praktisch opgeleiden ligt meer positieve impact voor het grijpen. Ga dus voor uitvoeringskracht en niet voor meer plannenmakers en procesmanagers. Versnel en investeer in de ontwikkeling van de digitale skills van de praktijkmensen van overmorgen.
Deze column verscheen ook in Cobouw op 4 april 2024.
Over de auteur
Leontien de Waal is sectorbanker Bouw. Zij volgt de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de gebouwde omgeving. Haar ervaring en netwerk, aangevuld met kennis uit de studie Master City Developer (gebiedsontwikkeling), brengt ze in bij klanten van ABN AMRO.
Lees verder in de bouwsector
De Nederlandse bouwsector behoorde de afgelopen jaren tot een van de best presterende sectoren, ondanks verschillende uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. Voorbeelden zijn het stikstof-dossier, de forse prijsverhogingen van energie en bouwmaterialen en ook de personeelstekorten. Gedreven door trends, innovaties en wet- en regelgeving groeit de relevantie van thema’s als duurzaamheid en milieu-impact en zoekt de sector zijn weg naar een nieuw evenwicht.