
Wat schetste mijn verbazing toen ik de nieuwste cijfers zag van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over welke partijen vergunningen aanvragen voor nieuwe woningen? Woningcorporaties vragen als enige opdrachtgever meer vergunningen aan. In de afgelopen vier kwartalen tot en met het eerste kwartaal van 2019 steeg het aantal nieuwe huurwoningen waar zij een vergunning voor aanvroegen jaar-op-jaar met 55,3 procent. Dit ondanks de luide protesten over de verhuurdersheffing die de corporaties zou beletten om te bouwen. Het gaat bovendien tegen de trend in, want commerciële partijen en particuliere bouwers vroegen juist voor minder nieuwe woningen een vergunning aan.
Hoe komt het dat woningcorporaties tegen de stroom inzwemmen en toch meer nieuwe huurwoningen bouwen? De oorzaak is in de hoofdstad te vinden. In de laatste vier kwartalen werden in Amsterdam in opdracht van woningcorporaties voor 952 nieuwe huurwoningen vergunningen afgegeven. Rotterdam en Den Haag komen daarentegen niet in de top vijf van gemeentes voor waar de meeste sociale huurwoningen worden gebouwd. Amsterdam is daarmee de motor achter de bouw van sociale huurwoningen.
Ik denk dat de ‘40-40-20-regel’ die Amsterdam in de zomer van 2017 invoerde een belangrijke oorzaak is. Deze regel stelt dat 40 procent van de woningen sociale huur moet zijn, 40 procent middenhuur- of koop en 20 procent huur of koop waarbij de markt de prijs mag bepalen. De regel geeft woningcorporaties ook voorrang bij de uitgifte van kavels door de gemeente.
Er is wel een keerzijde. In Amsterdam vroegen marktpartijen de afgelopen vier kwartalen voor in totaal 2.158 nieuwe woningen een vergunning aan. Voor de nieuwe regel van kracht werd, waren dit er nog 4.038 (2015) en 3.029 (2016). Terwijl in Nederland als geheel marktpartijen de afgelopen vier kwartalen juist voor meer woningen een vergunning aanvroegen dan in 2015 en 2016. De marktpartijen laten het in Amsterdam dus afweten. En dat is geen goed nieuws voor de bouw van middeldure huur- en koopwoningen, want daarvoor zijn zij hard nodig.
Deze column verscheen eerder in Cobouw op 3 juli 2019
Lees verder in de bouwsector
De Nederlandse bouwsector behoorde de afgelopen jaren tot een van de best presterende sectoren, ondanks verschillende uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. Voorbeelden zijn het stikstof-dossier, de forse prijsverhogingen van energie en bouwmaterialen en ook de personeelstekorten. Gedreven door trends, innovaties en wet- en regelgeving groeit de relevantie van thema’s als duurzaamheid en milieu-impact en zoekt de sector zijn weg naar een nieuw evenwicht.