
Het lijkt erop dat steeds meer mensen minder vlees consumeren, bijvoorbeeld voor dierenwelzijn, het klimaat en de eigen gezondheid. Niet vreemd dus dat uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde Nederlander in 2020 zo’n 1,9 kilo minder vlees at dan in 2019. Zijn we goed op weg met het ‘vleesminderen’ en het omarmen van plantaardige vleesvervangers?
Consumptiesocioloog (en flexitariër) Hans Dagevos van Wageningen University & Research is een van de voor het onderzoek verantwoordelijke wetenschappers. Hans: “Vleesconsumptie is vrij stabiel hoog in Nederland.”
38 kilo per jaar
“Sinds enkele jaren berekenen we in opdracht van Wakker Dier de vleesconsumptie in Nederland. We tonen die cijfers op basis van het karkasgewicht. Het totale verbruik van vlees en vleeswaren per hoofd van de bevolking in Nederland lag in 2020 op 75,9 kilo. Dat is 1,9 kilo minder dan in 2019. Door de bank genomen kun je stellen dat we de helft van dat gewicht consumeren. Ongeveer 38 kilo per jaar dus. Kip neemt toe, rund neemt iets af, maar varken is nog steeds de grootste categorie, ook omdat het in veel producten verwerkt zit.”
Overconsumptie
“De voedingsrichtlijnen adviseren een maximum van 500 gram per week, dus zo’n 26 kilo per jaar. Vergelijken we dit cijfer met de hoeveelheid die we gemiddeld eten dan is er sprake van een overconsumptie van vlees van 12 kilo per jaar. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, maar vooral mannen eten te veel vlees. De ‘vleesverslindende’ man is niet voor niets een clichébeeld. Maar tegelijkertijd is in veel sociale milieus en vriendenkringen vleesminderen en vegetarisme inmiddels heel normaal. Daardoor kan het lijken alsof we al heel ver zijn. Maar de meeste mensen eten nog steeds heel veel vlees. Dat zie je als je naar de macrocijfers kijkt. Om nog maar de zwijgen over de wereldwijde cijfers. Op mondiaal niveau blijft de consumptie en productie stijgen, onder meer door de groeiende welvaart en wereldbevolking.”
Waarom toch een daling?
“Over het algemeen is de horeca erg vleesgedreven. Vlees staat pontificaal op de kaart en de porties zijn groot. En dat is ook wat veel mensen willen en verwachten. Vlees wordt nog altijd geassocieerd met luxe, feest, jezelf iets gunnen. Het is een kwestie van zowel vraag als aanbod. In 2020 was de horeca lange tijd gesloten door corona en dat verklaart in belangrijke mate de dalende vleescijfers in dat jaar. Maar als je bedenkt dat zo’n 40 procent van de Nederlanders zichzelf ziet als flexitariër, dan zou je een grotere afname verwachten. Eten ze misschien grotere porties op de dagen dat ze wel vlees eten? We weten het eigenlijk niet. De intentie tot vleesminderen lijkt er wel te zijn bij mensen, maar in de praktijk zien we dat nog niet terug in de cijfers.”
Stijging consumptie vleesvervangers
“Aan het aanbod van goede vleesvervangers kan het bijna niet liggen. Dat is de afgelopen jaren enorm verbeterd en verbreed, niet in de laatste plaats door innovaties van allerlei Nederlandse ondernemers. Het Nederlandse supermarktaanbod is echt heel goed. Zo’n aanbod zie je misschien ook in Engeland en Duitsland, maar verder houdt het binnen Europa wel op. Ook de vraag naar vleesvervangers stijgt enorm; de afgelopen jaren wel met 20 tot 30 procent per jaar. Nederlanders eten per persoon de meeste vleesvervangers van Europa, maar in absolute zin gaat het nog steeds om kleine getallen. En dan is een stijging van 30 procent ineens niet zo groot meer. Eigenlijk is Nederland geen voorloper, maar lopen andere Europese landen juist achter.”
Werken aan bewustwording
“De opkomst van vleesvervangers is desondanks nu wel in gang gezet. Maar we moeten ook inzetten op andere alternatieven. Meer terug naar bonen. En zeewier heeft bijvoorbeeld ook veel potentie. Het allerbelangrijkste om het tij te keren is echter bewustwording. Je denkt misschien dat de meeste mensen de basisinformatie nu wel weten, maar dat valt echt tegen. De impact van vlees op de wereld en op je gezondheid is vaak nog onbekend. Maar ook aanvullende informatie over soms hardnekkige mythes is belangrijk. Dat plantaardig koken niet ingewikkeld is. Dat je kinderen het ook lekker vinden. Dat je met minder vlees eten je gezondheid niet schaadt. Dat jouw dieet ertoe doet voor de planeet. We zitten wat dat betreft nog aan het begin van deze transitie. Er moet nog veel gebeuren.”
Onderzoek naar weerstand
“En dan zitten we nu nog in een fase van ‘pais en vree’, van tolerantie en eigen keuze als het om vlees eten en vleesminderen gaat. Maar je kunt je voorstellen dat mensen in contramine gaan als de discussie op de spits wordt gedreven. Of als de overheid op de trom gaat slaan met bijvoorbeeld een vleestaks. Zulke veranderingen kunnen wel degelijk tot weerstand en verzet leiden. Kijk maar naar andere leefstijlaanpassingen als roken of vlieggedrag. En bovendien zien we dat er vandaag de dag weinig nodig is voor polarisatie in de samenleving. Daarom bereiden we nu ook onderzoekvoorstellen voor om dergelijke weerstand verder te onderzoeken.”
Rol voor ondernemers
“Natuurlijk is er eveneens een belangrijke rol weggelegd voor ondernemers. En dan doel ik niet alleen op de ontwikkelaars van plantaardige vleesvervangers. Ook cateraars, de horeca en bijvoorbeeld bedrijfskantines spelen een rol. Met inkoopbeleid kun je veel bijdragen. Laat mensen op een niet-dwingende manier van alternatieven proeven. Bied meer alternatieven en focus je minder op vlees. Zulke veranderingen zie je nu al veel bij ministeries en op universiteiten. Of denk aan je kerstpakket. Laat dat een keer vleesvrij. Bied keuzes die mensen al willen maken. Daarvoor hoef je vlees niet te verketteren of verguizen. Je kunt als ondernemer met zachte hand en creativiteit een ander eetpatroon stimuleren en meehelpen normaliseren. Alle kleine beetjes helpen om de vleesminderende intenties van mensen zich ook echt te laten vertalen in een jaarlijkse daling van de harde vleesconsumptiecijfers.”
Lees verder in de foodsector
De Nederlandse foodsector is koploper op het gebied van arbeidsproductiviteit en innovatie. Robotisering, digitalisering en duurzaamheid zijn belangrijke thema’s waarop ondernemers zich onderscheiden ten opzichte van veel internationale concurrenten.
Foto: Mariette Faas fotografie