12 Eindejaarstips voor ondernemers met een eenmanszaak of een vof

Voor sommige fiscale aftrekposten moet je laten zien dat je minstens 1.225 uur per jaar aan je onderneming hebt besteed. Dit heet het urencriterium. Daarom moet je niet alleen bijhouden hoeveel uren je werkt, maar ook waaraan je die uren hebt besteed. Je mag ook andere uren meetellen, zolang ze voor je bedrijf zijn. Dit zijn de indirecte uren. Denk aan reistijd, de tijd die je besteedt aan het werven van klanten, en administratie. Als je een te vaag overzicht geeft van je uren, kun je belastingaftrek mislopen. Bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek.

Als je voldoet aan het urencriterium, kun je als zelfstandig ondernemer gebruikmaken van de zelfstandigenaftrek. Je mag dan een vast bedrag van je winst aftrekken. Deze aftrek krijg je elk jaar, het maakt niet uit hoelang je al ondernemer bent. 

Let op: de zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren verlaagd.

In 2024 is de zelfstandigenaftrek aftrekbaar tegen een maximumtarief van 36,97%.

Is je zelfstandigenaftrek hoger dan de winst?

Dan is de zelfstandigenaftrek gelijk aan de winst. Als je in een kalenderjaar weinig winst hebt gemaakt of verlies hebt geleden, kun je de zelfstandigenaftrek mogelijk niet (helemaal) gebruiken. Vergeet niet dat je het bedrag aan ‘gemiste’ zelfstandigenaftrek in de komende 9 jaar alsnog mag aftrekken met de winst uit je bedrijf. In het jaar dat je de gemiste zelfstandigenaftrek wilt gebruiken, moet je overigens wel voldoen aan het urencriterium.

De startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Je krijgt de startersaftrek maximaal 3 keer in de eerste 5 jaar dat je ondernemer bent. Een voorwaarde is dat je recht hebt op de zelfstandigenaftrek. Als je recht hebt op de startersaftrek, mag je in 2024 en 2025 een bedrag van € 2.123 optellen bij de zelfstandigenaftrek.

Als ondernemer of zzp’er heb je recht op de mkb-winstvrijstelling. Deze vrijstelling verlaagt je fiscale winst, waardoor je minder belasting betaalt. De Belastingdienst past deze vrijstelling automatisch toe bij je aangifte inkomstenbelasting, daar hoef je niets voor te doen. Je hoeft ook niet te voldoen aan het urencriterium. In 2024 is de mkb-winstvrijstelling 13,31% van de winst. Het maakt niet uit hoe hoog je winst is. Deze wordt berekend na aftrek van de ondernemersaftrek, zoals de zelfstandigen-, starters- en meewerkaftrek.

Let op: de mkb-winstvrijstelling wordt in 2025 verlaagd van 13,31% naar 12,7%.

De investeringsaftrek valt in 3 onderdelen uiteen:

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een aftrekpost op je winst. Je hebt recht op de KIA als je in 2024 tussen de € 2.800 en € 387.580 hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. De bedrijfsmiddelen waarin je investeert, moeten dan wel in aanmerking komen voor investeringsaftrek. Bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450 zijn uitgesloten. De KIA is in 2024 maximaal € 19.535. De aftrek loopt af naarmate je meer investeert, dit is vanaf een bedrag van € 129.194. Investeer je meer dan € 129.194? Overweeg dan investeringen uit te stellen als je daarmee in 2024 en 2025 per saldo een hogere KIA krijgt. Blijf je dit jaar met de investeringen onder de drempel van € 2.800? Dan doe je er verstandig aan de geplande investeringen voor 2025 naar voren te halen en die in 2024 te doen. Zeker als je met de investeringen in 2024 onder de drempel zou blijven.

De KIA wordt per onderneming berekend. Dit betekent dat je, als je meerdere bedrijven hebt, voor alle ondernemingen apart de KIA mag berekenen. Een investering van bijvoorbeeld € 50.000 in 2 aparte ondernemingen levert meer op dan een investering van € 100.000 in 1 onderneming.

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

Heb je geïnvesteerd in nieuwe bedrijfsmiddelen die als milieu-investeringen zijn aangewezen? Dan kun je de milieu-investeringsaftrek (MIA) claimen. Afhankelijk van de categorie is die aftrek in 2024 27%, 36% of 45% bij een investering van meer dan € 2.500.

Energie-investeringsaftrek (EIA)

Investeer je in bepaalde energiezuinige bedrijfsmiddelen? Dan heb je mogelijk recht op de energie-investeringsaftrek (EIA). In 2024 is deze 40% bij een investering van meer dan € 2.500.

Let op: Je kunt voor dezelfde bedrijfsmiddelen niet gebruikmaken van zowel de MIA als de EIA. Als je kiest voor EIA, dan maak je dus geen gebruik van MIA.

De desinvesteringsbijtelling is een bijtelling bij de winst van de onderneming als je een bedrijfsmiddel verkoopt waarvoor je eerder investeringsaftrek ten laste van de winst hebt gebracht. Het gaat dan om een verkoop binnen 5 jaar waarbij je het kalenderjaar waarin je de investering hebt gedaan, meetelt. En de waarde van die verkochte bedrijfsmiddelen gezamenlijk hoger is dan € 2.800. De desinvesteringsbijtelling geldt ook in een aantal situaties die gelijk zijn te stellen met een verkoop zoals schenking, verhuur of het overbrengen van het bedrijfsmiddel naar je privévermogen.

Heb je in 2020 met investeringsaftrek geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel en wil je datzelfde bedrijfsmiddel in 2024 verkopen? Dan kun je de desinvesteringsbijtelling voorkomen door de verkoop uit te stellen tot begin 2025.

Als je in 2024 investeerde in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, kun je met de VAMIL-regeling tot 75% willekeurig afschrijven. Door sneller af te schrijven, verlaag je je fiscale winst en betaal je minder belasting.

Als je voldoet aan de voorwaarden van de startersaftrek, mag je onder voorwaarden zelf bepalen hoe en wanneer je bedrijfsmiddelen afschrijft. Dit geldt voor bedrijfsmiddelen die je kocht in de jaren dat je recht had op startersaftrek of in het jaar ervoor (het aanloopjaar).

Heb je in 2024 een bedrijfsmiddel verkocht? Je kunt de winst opnemen in een herinvesteringsreserve (HIR). Zo kun je de belastingheffing over die winst uitstellen.

Eén van de voorwaarden is dat je op de balansdatum kunt aantonen dat je van plan bent om te herinvesteren. Het is daarom verstandig maatregelen te treffen om je herinvesteringsvoornemen aan te kunnen tonen. Denk aan het opvragen van offertes.

Je hebt maximaal 3 jaar na het jaar waarin je het bedrijfsmiddel verkocht om te herinvesteren. Je moet dan wel de reserve in mindering brengen op de aanschafkosten. De afboeking verlaagt de afschrijvingsbasis van het nieuwe bedrijfsmiddel. Het is belastinguitstel, geen afstel.

Op 31 december 2024 loopt de driejaarstermijn af voor de herinvesteringsreserve die in de loop van 2021 op de balans is gezet. Je moet voor het einde van de termijn een nieuw bedrijfsmiddel hebben aangeschaft of een verplichting daartoe zijn aangegaan. Doe je dat niet, dan valt de reserve vrij in de winst. Je betaalt dan alsnog belasting over de boekwinst op het bedrijfsmiddel.

Check of je je verliezen uit het verleden op tijd kunt verrekenen. Dit kan met een positief inkomen uit de 3 voorafgaande jaren en de 9 volgende jaren. Dreigt je verlies uit het verleden verloren te gaan? Onderzoek of je je winst dit jaar kunt verhogen door uitgaven uit te stellen of door omzetten eerder te realiseren.

Het is niet meer mogelijk om bedragen aan de fiscale oudedagsreserve (FOR) toe te voegen. In plaats daarvan kun je sinds 2023 een veel hoger aftrekbaar bedrag op een lijfrente spaar- of beleggingsrekening zetten. Een lijfrente is vergelijkbaar met een pensioenregeling voor werknemers. Met het tariefvoordeel dat je hiermee kunt behalen, versnel je de opbouw van je oudedagsvoorziening. Om in 2024 van deze aftrekpost gebruik te kunnen maken, moet je dit jaar (2024) de storting doen. Meer hierover lees je in onze blog ‘Fiscaal voordelig pensioen opbouwen met lijfrente’.

Valt je winst hoger uit dan verwacht? Vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag aan. Hiermee voorkom je dat je belastingrente van 7,5% moet betalen.

Onze tips zijn gebaseerd op bestaande wetten en op de belastingplannen van het kabinet voor 2025 en daarna. Deze kunnen tijdens de parlementaire behandeling nog wijzigen. Overleg met je fiscalist en adviseur over je voorgenomen keuzes.