Wat moet je weten over grootboekrekeningen?

Grootboekrekeningen zijn groepen van uitgaven of inkomsten in de boekhouding. Ze werken zoals kaarten in een kaartenbak. Elke rekening heeft dezelfde soort inkomsten of uitgaven. Zo houd je overzicht.
Een grootboekrekening heeft een overzicht en een schema. Het overzicht combineert winst- en verliesrekening met balansrekening. Het schema draait om data-uitwisseling. Codering is hierbij erg belangrijk. Het grootboekrekening overzicht combineert twee soorten informatie.
Codering is het omzetten van informatie naar een andere vorm. Dit gebeurt vaak met cijfers of symbolen. Hierdoor wordt data makkelijker verwerkt of beveiligd. Codering helpt bij het organiseren van gegevens.
1. Winst- en verliesrekening
Dit deel van de boekhouding bevat zowel omzetrekeningen als kostenrekeningen. Het gaat bijvoorbeeld om:
- Omzet - Verkoop
- Omzet - Bijzondere baten
- Kosten - Verkoopkosten
- Kosten - Afschrijvingen
- Kosten - Kantoorkosten
2. Balansrekening
Voor de balans gaat het om activa-rekeningen (voor bezittingen) en passiva-rekeningen (voor schulden). Het gaat bijvoorbeeld om:
- Vaste activa (activa)
- Vlottende activa (activa)
- Liquide middelen (activa)
- Eigen vermogen (passiva)
- Kortlopende schulden (passiva)
- Crediteuren (passiva)
- Langlopende schulden (passiva)
Elke grootboekrekening heeft een aantal belangrijke kenmerken
- De naam van de rekening, zoals 'personeelskosten'
- Een uniek nummer voor de grootboekrekening
- Het type van de rekening: een balansrekening of een winst- en verliesrekening
- Het eventuele btw-tarief, dus 0%, 9% of 21%