Javascript is required
Arbeidsmigranten

Arbeidsmigranten verdienen ons respect

Kennisartikel
Inclusive Banking

Het is van alle tijden: in sectoren waar tekorten zijn op de arbeidsmarkt, doen veel bedrijven in Nederland een beroep op buitenlandse arbeidskrachten. Helaas gaat dit in sommige gevallen gepaard met uitbuiting.

Arbeidsmigranten wonen vaak met te veel mensen in kleine huizen, verdienen door allerlei trucs minder dan het wettelijk minimumloon en worden gehouden aan arbeidscontracten die ze zelf niet kunnen lezen. “Alleen door hier gezamenlijk een vuist tegen te maken, kunnen we voorkomen dat arbeidsmigranten worden uitgebuit”, aldus Han Mesters, sector banker Zakelijke dienstverlening bij ABN AMRO.

Han Mesters

ABN AMRO Sector Banker, Han Mesters

Geld om gezin te onderhouden

Arbeidsmigranten werken in de landbouw, logistiek of industrie en komen veelal uit Roemenië, Bulgarije en landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Opvallend is dat ze in steeds mindere mate uit Polen komen. In dat laatste land is de loonkloof met Nederland de afgelopen jaren namelijk veel kleiner geworden. Veel van deze arbeidsmigranten worden in eigen land door uitzendbureaus geworven. Han schetst hun situatie: “Het zijn mensen die huis en haard hebben verlaten. Ze komen hier enkele maanden naartoe om te werken. Eenmaal in Nederland leven ze met elkaar in een vakantiehuisje, hebben ze vaak een 0-urencontract en horen ze soms pas twee uur van tevoren wanneer ze aan het werk moeten.”

Goedkope arbeidsmigrant komt van steeds verder

Een steeds grotere groep wordt via A1-verloning naar Nederlandse bedrijven uitgezonden. Deze legale vorm van verloning bevordert de uitwisseling van arbeidskrachten van landen in de EER. “Dat biedt uitzendbureaus de mogelijkheid om arbeidskrachten uit te zenden die tijdelijk in een ander EER-land gaan werken zoals Nederland”, gaat Han verder. “In theorie dragen deze uitzendkrachten gedurende die periode sociale lasten af en bouwen ze pensioen op in hun eigen land. Maar de praktijk ziet er vaak anders uit.”

Volgens Han biedt de constructie van A1-verloning ruimte voor misstanden. “Deze arbeidskrachten worden vaak in Oekraïne geworven door een Pools uitzendbureau. Zij dragen in Polen sociale lasten af en bouwen daar pensioen op. De vraag is of ze van dat geld ooit nog iets terugzien.

Sterker nog, ze weten in veel gevallen niet eens van het bestaan af, omdat ze het Poolse contract niet kunnen lezen.” Han geeft aan dat er ook in Nederland bedrijven zijn die een voorkeur hebben voor deze controversiële werkwijze. “De sociale lasten in Polen liggen veel lager. Bij betaling van het wettelijke Nederlandse minimumloon zijn ze hierdoor per arbeidskracht zo’n 3 euro per uur goedkoper uit.” Hij schreef er het rapport ‘Goedkope arbeidsmigrant komt van steeds verder’ over.

Afhankelijkheid maakt kwetsbaar

“Die arbeidsmigranten uit Oost-Europa komen hier om de kost te verdienen“, gaat Han verder. “Zij voelen zich in eerste instantie niet uitgebuit. De leefomstandigheden in hun eigen land zijn vaak ook niet optimaal. Bovendien verdienen ze hier meer dan ze gewend zijn.” Daarin schuilt volgens hem nu juist het risico. “Zodra mensen afhankelijk van je zijn, kun jij als uitzendbureau de spelregels bepalen. En dat is dan ook wat er op grote schaal gebeurt.” Arbeidsmigranten kunnen hier de dupe van worden. Sommigen worden uitgebuit door lage lonen, hoge woonlasten en schimmige boeteconstructies. Het contract is veelal opgesteld in een vreemde taal en ook de omgang met deze arbeidskrachten is allesbehalve respectvol. ‘Voor jou tien anderen’, is een veelgehoord credo.

De aanhoudende druk op de tarieven bij de inhuur van uitzendkrachten werkt het gebruik van A1-verloning in de hand. Han heeft een advies voor de inkoopafdelingen van grote bedrijven. “Het is belangrijk jezelf de vraag te stellen of die aanhoudende druk op prijs in overeenstemming is met het belang van goed werkgeverschap. De bedrijven die arbeidsmigranten inhuren, hebben ook hun verantwoordelijkheid.”

Waar mogelijk invloed uitoefenen

Veel uitzendbureaus die zich richten op buitenlandse arbeidskrachten regelen naast het werk vaak ook de huisvesting. Han licht toe: “Door de woningnood in Nederland investeren dit soort bureaus steeds meer zelf in vastgoed. Voor de financiering kloppen ze bij ons aan.” De bank voelt zich als kredietverstrekker verantwoordelijk voor het wel en wee van de arbeidsmigranten. Han legt uit waarom. “Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid willen wij er zeker van zijn dat de huisvesting en het vervoer van arbeidsmigranten goed is geregeld bij de uitzendbureaus die wij financieren. Daarom doen we voordat we hen als klant accepteren uitgebreid onderzoek naar de doelen, werkwijze en reputatie van het uitzendbureau. Zo kunnen we vaststellen of het bureau zich aan de regels houdt en respectvol omgaat met de arbeidskrachten die het naar Nederland haalt. We worden hierbij geholpen door certificerende instanties zoals de Stichting Normering Flexwonen (SNF).

Han benadrukt dat de bank daar waar mogelijk haar invloed probeert uit te oefenen. “Wij zien erop toe dat klanten zich bij de huisvesting van arbeidsmigranten aan de regels houden. Dan moet je denken aan het minimaal aantal vierkante meters per persoon en het maximaal aantal personen per kamer. Daar waar we ruimte zien voor verbetering, komen we met suggesties. Hier maken we dan afspraken over en dat monitoren we ook.” Kwaadwillende uitzendorganisaties zijn op zo’n moment eerder geneigd naar een andere kredietverstrekker op zoek te gaan. “We vinden het belangrijk dat de branche schoon blijft van bedrijven die mensenrechten schenden”, geeft Han aan. “Daarom nemen we actief deel aan het maatschappelijk debat en werken we nauw samen met diverse publieke en private partijen."

Samenwerken om uitbuiting te voorkomen

De bank onderhoudt contacten met belangrijke stakeholders met betrekking tot deze problematiek, zoals vakbond FNV. Han legt uit waarom: “Zij wijzen ons op nieuwe ontwikkelingen, wat ons helpt in onze dagelijkse dienstverlening. Ook geven ze feedback als ze vinden dat wij op een bepaald gebied onvoldoende acteren, dat houdt ons scherp.” Zo is voor de bank de constante dialoog met de brancheverenigingen ABU en NBBU van groot belang. De ABU vertegenwoordigt met 550 uitzendbureaus 65 procent van de omzet in de uitzendbranche. De NBBU bestrijkt met 1.300 organisaties 23 procent van de markt.

“We onderhouden met beide partijen goede banden, samen verkondigen zij het geluid uit de markt”, gaat Han verder. “Het komt ook voor dat ze onderling van mening verschillen, de A1-verloning is hier een goed voorbeeld van. De ABU is tegen het gebruik van deze regeling omdat dit oneerlijke concurrentie in de hand werkt. De NBBU is niet tegen de regeling, maar zoekt het vooral in een adequate handhaving.” Ook op Europees niveau staat de uitbuiting van arbeidsmigranten hoog op de agenda. Sinds juli 2020 is de herziene Detacheringsrichtlijn van kracht die misbruik van A1-verloning minder aantrekkelijk moet maken. Een werkgever mag reis-, maaltijd- en verblijfskosten niet meer optellen bij het loon, maar moet deze apart vergoeden. Zo wordt de loonsom lager en komt onderbetaling sneller aan het licht. Gelukkig is er recent een nieuwe certificerende instantie bijgekomen: Stichting PayOK. Deze stichting controleert of de uitbetaling aan de uitzendkracht ook correct plaatsvindt.

Belangrijk om klanten goed te kennen

De bank doet uitvoerig onderzoek: bij nieuwe klanten, via tussentijdse reviews en bij elke kredietaanvraag van een zakelijke klant. Per sector is er een checklist met vragen over duurzaamheid en social impact. “Bij uitzendbureaus kijken we bijvoorbeeld wat zij doen om de fysieke en psychische veiligheid van medewerkers te bevorderen”, licht Han toe. “Als zij ook voor huisvesting zorgen, toetsen we of dit volgens de normen van Stichting Normering Flexwonen gebeurt.” Daarnaast checkt de bank of ze voldoen aan bepaalde certificeringen. Han benadrukt: “Maar zelfs als dit zo is, kan een uitzendbureau zich nog steeds schuldig maken aan uitbuiting van arbeidsmigranten. Die certificeringen zijn een eerste stap, maar bieden geen 100 procent garantie.” Bij een rode vlag doet de bank aanvullend onderzoek. “Enkele vragen zijn dan: Heeft er zich eerder een ernstig incident voorgedaan op het gebied van gezondheid, veiligheid of milieu? Is er sprake geweest van een boete of straf omdat de klant milieu- of sociale wetten heeft overschreden?”, vertelt Han.

De bank richt zich ook op branchebrede oplossingen. Zo heeft de bank overleg gehad met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de ontwikkeling van een waarborgfonds. “Malafide uitzendorganisaties doeken vaak razendsnel hun B.V. op zodra ze in beeld zijn van de autoriteiten”, licht Han toe. “Zo ontlopen ze boetes en straffen. Vanuit een nieuwe onderneming beginnen ze gewoon weer opnieuw. Om dit tegen te gaan, moeten nieuwe uitzendorganisaties straks mogelijk een som van honderdduizend euro in het waarborgfonds storten.” Een B.V. die ophoudt te bestaan en zich aan de regels heeft gehouden, ontvangt dit bedrag volledig terug. De betrokkenheid van de bank richt zich op de financiële uitvoering van dit waarborgfonds.

Sociale transitie biedt mooie kansen

De bank maakt zich sterk om de woon- en arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Han vat samen: “Door ons uitvoerige klantonderzoek, de check op certificaten en publiek-private samenwerkingen dragen we hieraan bij. De lokale overheden hebben immers ook steeds meer regelgeving over de correcte huisvesting van arbeidsmigranten”. Daar waar mogelijk probeert de bank ook haar stem te laten horen bij de ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving.

Sinds januari 2020 is er de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) die de kloof tussen vaste en flexibele contracten kleiner maakt. Het inkomen en de arbeidsvoorwaarden van flexwerkers moeten gelijk zijn aan die van vaste medewerkers. “Door de snelheid waarin dit soort organisaties opereren en steeds met nieuwe constructies komen, wordt publiek-private samenwerking steeds belangrijker. Het zou fijn zijn als we in de toekomst elkaar ook in de dagelijkse praktijk kunnen opzoeken en concrete casussen kunnen delen. Nu lopen we vaak tegen de grenzen van de Privacywet aan.” Veel van de inspanningen zijn erop gericht malafide bedrijven de pas af te snijden, maar Han ziet ook veel kansen in het stimuleren van bonafide bedrijven. ”Social impact wordt steeds belangrijker, dat geldt in het bijzonder voor bedrijven die bemiddelen in menselijk kapitaal. Zij kunnen zich hierin onderscheiden. Als bank kunnen wij ze stimuleren zich nadrukkelijker vanuit hun sociale betrokkenheid te profileren."

Over Han Mesters

Han Mesters is sector banker Zakelijke dienstverlening. Deze sector is heel divers en omvat onder meer accountancy, advocatuur, consultancy, notariaat, uitzenders, schoonmaakbedrijven en beveiligingsbedrijven. Han is al meer dan 17 jaar werkzaam in banen die als aandachtsgebied de sector zakelijke dienstverlening hebben. In mei 2000 begon Han als analist voor de sector Business Services bij ABN AMRO Asset Management. Medio 2007 startte hij in zijn huidige functie.

In gesprek

Op allerlei podia en platforms gaan onze experts en vertegenwoordigers in gesprek met ondernemers en anderen over actuele onderwerpen. Zij praten over zaken als duurzaam ondernemen, circulaire economie, vastgoed en sociale impact. Volg de webinars, podcasts en interviews.

Bekijk de video's of beluister de podcasts

Tags

Kennisartikel
Inclusive Banking

Lees ook

ABN AMRO

Meld je aan voor onze Insights nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze inzichten, tips en trends